Week 3 stabilisatie- en verdelingsfunctie Flashcards
(2 cards)
1
Q
passief stabilisatiebeleid
A
- Als het BBP daalt (zonder dat de belastingtarieven worden aangepast), worden de belastingopbrengsten vanzelf lager en lopen de uitgaven aan sociale zekerheid vanzelf op.
- Langs beide kanalen ontstaat er meer ruimte voor consumptieve bestedingen. Dit kan het BBP weer wat opkrikken en dus de daling van het bbp verminderen.
- Het financieringstekort van de overheid loopt door de lagere belastingopbrengsten en de hogere uitgaven op en dus ook de overheidsschuld
Bij een stijging van het BBP gebeurt tegenovergestelde
2
Q
actief stabilisatiebeleid
A
- De overheid verlaagt belastingtarieven of verhoogt overheidsuitgaven wanneer economische groei lager wordt.
- De lagere inkomsten van de overheid en hogere uitgaven vertalen zich in een oplopend tekort, waardoor de neergang van de economie wordt geremd
Bij hogere economische groei gebeurt het tegenovergestelde