week 5 Flashcards
(42 cards)
wat is het verschil tussen homozygote en heterozygote chromosomen?
homozygoot: precies dezelfde allelen, beiden dus zonder (of met dezelfde) mutaties
heterozygoot: een mutatie is opgetreden in een van de allelen
- compound heterozygoot: twee verschillende mutaties in hetzelfde allel
- dubbel heterozygoot: twee genen voor dezelfde aandoening
hemizygoot: mannen hebben een X- en Y-chromosoom, hierbij is er voor 1 gen maar 1 allel aanwezig
wat zijn de regels voor een X-gebonden recessieve aandoening?
- moeder draagster? -> 50% kans op aangedane zoon, 50% kans dat een dochter draagster is
- vader aangedaan? -> alle dochter draagster, geen enkele zoon aangedaan
- moeder aangedaan? -> alle zoons zijn aangedaan
hoe ontstaat spierdystrofie en welke twee vormen zijn er?
spierdystrofie wordt veroorzaakt door een mutatie in het dystrofine-gen (dystrofine-eiwit vormt de link tussen een spiervezel en het basale membraan)
soorten:
- Becker muscular dystrophy (BMD): mildere vorm, er is een deletie van drie, zes of negen basenparen in het leesraam van het gen, waardoor er aminozuren missen. minder functioneel eiwit
- Duchenne muscular dystrophy (DMD): vaak sprake van een grote deletie, leidend tot een frameshift mutatie, wat leidt tot volledige afwezigheid van het dystrofine-eiwit
wat zijn klinische symptomen en complicaties van Duchenne?
symptomen:
- lopen op latere leeftijd
- moeilijkheden bij opstaan vanaf de grond
- vaak vallen
- moeilijkheden bij het traplopen
- pseudohypertrofie van de kuitspieren door opzwellen van spierweefsel
complicaties:
- orthopedische vervormingen door verkorting pezen en spieren
- verlamming ademhalingsspieren (permanente beademing vanaf 20 jarige leeftijd)
- hartstilstand door cardiomyopathie
- mentale retardatie in 30-50% van de gevallen
patienten met Duchenne worden vrijwel nooit ouder dan 30
wat is X-inactivatie of lyonisatie?
een vrouw inactiveert 1 X-chromosoom per cel, dit is willekeurig met gemiddeld een 50/50 verdeling
- lyonisatie vind random plaats in het pre-blastocyt stadium (bij meiose dus beide X-chromosomen nog actief
- een geïnactiveerd X-chromosoom is te zien als een Barr-body in de nucleus
wat doet het X-inactivatie centrum (XIC)?
- ligt op het X-chromosoom op locatie Xq13
- in het XIC is het XIST-gen te vinden
- deze zorgt voor productie van een RNA-streng die een inactiverende coating maakt om het X-chromosoom dat geïnactiveerd wordt
- de RNA-coating is noodzakelijk voor de initiatie van de X-inactivatie, niet voor het in stand houden ervan
- X-inactivatie gebeurd in een vroeg stadium en alle dochtercellen krijgen vervolgens hetzelfde (in)activatiepatroon
wat is de pseudo-autosomale regio?
- regio aan de toppen van de armen van het X-chromosoom
- deze wordt niet geïnactiveerd
- regio wordt autosomaal genoemd, omdat het overeenkomt met de toppen van het Y-chromosoom
- top op de de korte arm (p-arm) is belangrijker dan die op de lange arm (q-arm), want hij is groter
wat is X-linked hypohidrotische ectodermale dysplasie en wat gebeurd er dan?
- er is sprake van onderontwikkelde zweetklieren, waardoor er geen zweetproductie is
- bij een vrouw komt deze ziekte tot uiting door bepaalde gebieden met en bepaalde gebieden zonder zweetproductie (want mozaïek)
- deze gebieden volgen de lijnen van Blaschko (lijnen waarlangs een mens embryonaal aangelegd is)
- mannen niet levensvatbaar
wat is incontinentia pigmenti (IP)?
- een aandoening met afwijkingen aan de huid, tanden en nagels
- X-linked dominant en lethaal voor de meeste mannen
- mutatie in het IKBKG-gen
stadia van huidafwijkingen:
- 1: blaarvorming (geboorte tot 4 maanden)
- 2: wratachtige uitslag (diverse maanden)
- 3: krulvormige maculaire hyperpigmentatie (zes maanden tot volwassen leeftijd)
- 4: lineaire hypopigmentatie, alopecia, hypodontie, afwijkende tandvorm en dystroplastische nagels (volwassen leeftijd)
wat is fragiele X-syndroom?
- meest voorkomende erfelijke oorzaak voor mentale retardatie bij mannen
- door een mutatie van het FMR-1gen op Xq27.3 is er een verlenging va de CGC-repeats (>200 repeats), hierdoor geen transcriptie
symptomen:
- verstandelijke beperking
- gedragsproblemen
- autisme
- ADHD
- epilepsie
kenmerken:
- lang gelaat
- grote oren
- afstaande oren
- overstrekbare gewrichten
- platvoeten
- vergrote testikels
wat is de pre-mutatie van fragiele X-syndroom?
- er is wel transcriptie, maar mRNA is afwijkend
- 55-200 repeats
- hebben het syndroom niet, maar kunnen de pre-mutatie doorgeven, waarbij de volgende generatie een volle mutatie kan krijgen
- ander fenotype
kunnen wel het fragiele-X-tremor-ataxie syndroom (FXTAS) hebben
- cerebellaire ataxie
- parkinsonisme
- perifere neuropathie
- intentietremor
wat is de definitie van zwangerschapsduur?
wordt geteld vanaf de laatste menstruatie
- wordt gedefinieerd als de leeftijd van het embryo + twee weken
welke stadia doorloopt een embryo?
- aan het eind van week 4 na bevruchting: een mini mensje
- week 4 - 8: organogenese
- aan het einde van week 8: een embryo met een vierkamerhart en de meeste organen en weefsels zijn gevormd, wat het begin van foetale periode markeert
- hierna groei en maturatie foetus
- levensvatbaar vanaf 20-24 weken
- veel aangeboren afwijkingen ontstaan exclusief in de embryonale periode
wat gebeurd er in week 1 na de bevruchting?
eicel -> blastocyt
- ongeveer 30 uur na de bevruchting bestaat de vrucht uit twee cellen met de zona pellucida eromheen
- rond dit tijdstip beginnen de klievingsdelingen, waarbij de vrucht niet groeit in volume
- na 3 dagen is er een zestiencellig, braamvormig morula
- na 4-5 dagen wordt gesproken van een blastocyt, welke bestaat uit een buitenlaag (trofoblast) en een inner cell mass (embryoblast)
- de trofoblast zorgt voor innesteling, in het bijzonder syncytiotrofoblast
- uit de embryoblast zuklen het embryo en de extra-embryonale vliezen ontstaan
wat gebeurd er in week 2 na de bevruchting?
innesteling, aanleg tweelagige kiemschijf en extra-embryonale vliezen
- in de tweede week vindt innesteling plaats
- voor de innesteling ontdoet de blastocyt zich van de zona pellucida -> hatching
- er zijn op dat moment slechts een beperkt aantal celtypen
- er wordt een tweelagige kiemschijf aangelegd die uit ecto- en endoderm bestaat
- het primitieve ectoderm wordt ook wel de epiblast en het endoderm (hypoblast) genoemd
- ook de extra-embyronale vliezen worden gevormd
- de epiblast en hypoblast zijn continu met de holten die eronder en erboven liggen
er ontstaan drie structuren:
- binnenste holte: amnionholte, die uiteindelijk het embryo omringt, terwijl het amnion (de wand) van de buitenste embryonale huidlaag ondersteunt, deze vormt de extra-embryonale huid
- hypoblast is continu met de primitieve dooierzak, deze vormt, de extra-embryonale darm. de dooierzak is verbonden aan het allantois, welke de uitwendige blaas en cloaca vormt
- uit het extra-embryonale mesoderm ontstaan de placenta en de navelstreng. in deze mesodermlaag ontstaat de chorionhollte (oftewel extra-embryonaal coeloom), welke later weer zal verdwijnen doordat de amnionholte de gehele embryo omringt.
wat gebeurd er in week 3/4 na de bevruchting?
van ellipsvormige schijf tot bouwplan
- het bouwplan is bij embryo’s van veel vertebraten hetzelfde en bestaat oa uit de neurale buis, notochord, somieten, kieuwbogen, het hart- en vaatstelsel en de primitieve darm
- de tweelagige kiemschijf wordt drielagig -> via epitheel-mesenchym transformatie vindt specialisatie plaats aan de achterkant van het embryo, in de primitiefstreek. hier groeien cellen naar binnen (naar de holte tussen epiblast en hypoblast) door verlies van hun epitheliaal verband en vormen zo een derde laag, het mesoderm (GASTRULATIE)
- bij gastrulatie ontstaan verschillende soorten mesoderm: paraxiaal, intermediair en lateraal, afhankelijk van de plaatse van de primitiefstreek waar de cellen naar binnen kruipen
- op twee plaatsen blijft het embryo tweelagig: bij de buccofaryngeale membraan (overgang mond-keel) en cloacale membraan (overgang anus naar darm en van de urethra uitgang naar binnen). dit gebeurt doordat epitheel met behouding van het epitheliaal verband naar binnen instulpt
- craniaal vindt dit proces ook plaats, dit is neurulatie
- hierbij wordt de neurale buis gevormd uit de neurale plaat, doordat cellen in een deel van de epiblast voor de primitiefstreek (neuroectoderm) zich specialiseren tot primitief zenuwstelsel
- dit gebeurd door instulping, het epitheliale verband blijft hierdoor intact
- tegelijkertijd met de vorming van de neurale buis, wordt door granulatie de neurale lijst gevormd
- in week 3 en 4 vindt ook kromming van het embryo plaats in het sagittale vlak
- doordat de buitenzijde van het embryo veel sneller groeit dan de binnenkant, ontstaat er een soort paddenstoelvormig embryo
- dit markeert de overgang van een schijfvormig naar een cilindervormig embryo
- tijdens deze kromming ontstaan de primitieve darm en de navelstreng
- ook worden de borst en buikwand gevormd
na kromming is het bouwplan af
welke structuren vormen uiteindelijk welke organen?
- paraxiaal mesoderm
- mesoderm
- pariëtaal mesoderm
- viscerale mesoderm
- endoderm
- ectoderm
- neuroectoderm
- paraxiaal mesoderm: somieten
- mesoderm: spieren, skelet, hart (lateraal), nieren (intermediair)
- pariëtaal mesoderm: weefsel rondom de buikholte
- viscerale mesoderm: bindweefsel rond de darmen
- endoderm: darmen, longen, lever, blaas
- ectoderm: huid, zenuwstelsel, ogen, oren, bindweefsels
- neuroectoderm: ruggenmerg
welke afwijkingen kunnen er zijn rond week 3/4?
- verstoring links-rechts as (situs inversus)
- neurale buisdefecten
- borst- en buikwanddefecten
wat is situs-inversus?
gespiegeld ontwikkeld zijn van organen uit het maag-darmkanaal en vasculaire stelsel
- bij gastrulatie wordt links-rechts as aangelegd, als de trilharen aan de ventrale zijde in de knoop van Hensen (primitiefknop) niet goed functioneren, kan situs-inversus ontstaan
- de links-rechts asymmetrie ontstaat door fouten in de links-cascade, hiervoor zijn Lefty-2 genen verantwoordelijk
- de linkscascade begint met draaiende trilharen aan de ventrale zijde van de knoop van Hensen, hierdoor worden de Lefty-2 genen aangezet in het zijplaatmesoderm van wat hierdoor de linkerzijde wordt
- situs afwijkingen gaan vaak gepaard met trilhaar- en hartafwijkingen
welke neurale buisdefecten kunnen er zijn rond week 3/4?
kunnen optreden door het niet sluiten van de neurale buis in week 4
- racis rigis: open ruggenmerg
- anencephalie: open hersenen
- spina bifida: open wervelkolom
welke borst- en buikwanddefecten kunnen er optreden rond week 3/4?
kunnen ontstaan door een verstoorde kromming en uitgroei van de embryonale lichaamswanden
- ectopia cordis: open borstwand
- gastroschisis: open buikwand
wat gebeurd er in week 5 - 8 na de bevruchting?
organogenese
- tot week 8 sprake van een fysiologische hernia umbilicalis
- rijpen van de organen en groei van de embryo
wat is de definitie van screening/bevolkingsonderzoek?
het onderzoeken van een in principe gezonde populatie om asymptomatische gevallen van een ziekte of aandoening op het spoor te komen, in de veronderstelling dat deze aandoening in een vroeg stadium beter te behandelen is
wat zijn belangrijke punten bij screening?
- asymptomatische personen zonder ervaring met de ziekte
- informed choice: mensen krijgen mogelijkheid om het onderzoek wel of niet te doen en krijgen hier informatie over en mogen op basis daarvan zelf een keuze maken