week2_politie_flashcards

(36 cards)

1
Q

Wat is de kerntaak van de politie volgens art. 3 Politiewet?

A

Handhaving van de rechtsorde en hulpverlening, onder bevoegd gezag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie is gezaghebber bij openbare orde-handhaving?

A

De burgemeester (art. 11 lid 1 Politiewet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke autoriteit geeft aanwijzingen bij strafrechtelijke handhaving?

A

De officier van justitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de drie hoofdtaken van de politie volgens art. 11-12 Politiewet.

A

Hulpverlening, handhaving openbare orde, strafrechtelijke handhaving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk artikel geeft de politie het geweldsmonopolie en welke beginselen gelden?

A

Art. 7 Politiewet; proportionaliteit en subsidiariteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen betreden en doorzoeken?

A

Betreden is rondkijken; doorzoeken is verder gaan (kasten openen, vloeren openbreken, enz.).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke wet beschermt het huisrecht bij binnentreden?

A

Algemene wet op het binnentreden (Awbi).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer is een schriftelijke Awbi‑machtiging verplicht?

A

Bij binnentreden van een woning zonder toestemming van de bewoner (art. 2 lid1 Awbi).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem twee uitzonderingen op de Awbi‑machtiging.

A

Ernstig/onmiddellijk gevaar (art.2 lid3 Awbi) of een reeds verstrekte machtiging tot doorzoeken door OvJ/RC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke artikelen Sv geven doorzoekingsbevoegdheid in woningen?

A

OvJ: art.97Sv; RC: art.110Sv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een steundwangmiddel?

A

Een dwangmiddel dat een ander dwangmiddel ondersteunt, bv. betreden/doorzoeken om aanhouding of inbeslagname mogelijk te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk artikel bepaalt betreden van elke plaats ter aanhouding bij heterdaad?

A

Art.55 lid2Sv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk artikel regelt doorzoeken ter aanhouding?

A

Art.55aSv.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke bepaling speelde in het arrest HR Afvoerpijp?

A

Art.9 lid1 Opiumwet (betreden zonder doorzoeking).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de hoofdregel uit HR Afvoerpijp over vormverzuimen?

A

Rechtsgevolg via art.359aSv alleen als het verzuim het eigen belang van de verdachte raakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke drie factoren weegt art.359a lid2Sv?

A

Belang van de geschonden norm, ernst van het verzuim, nadeel voor de verdachte.

17
Q

Noem de drie categorieën vormverzuimen uit HR Onbevoegde hulpofficier.

A

1) Fair‑trial‑schending, 2) Ernstige schending andere belangen (bv. privacy), 3) Minder ernstige of structurele verzuimen.

18
Q

Wat besliste het EHRM in Hasselbaink t. Nederland over wachttijd voor opheffingsschorsing?

A

Een wachttijd van drie weken tot behandeling is te lang → schending art. 5 lid 4EVRM.

19
Q

Welke ‘verborgen’ grond voor voorlopige hechtenis werd ontmaskerd door Janssen c.s.?

A

De zittingsagenda (‘vast, tenzij’) als systemische grond.

20
Q

Hoeveel zittingstijd ging in de Rechtbank Rotterdam naar pro‑forma‑zaken?

A

Ongeveer 26 % (ruim een kwart).

21
Q

Welke drie voorwaarden vormen de basis voor voorlopige hechtenis?

A

Feit (67Sv), ernstige bezwaren, wettelijke grond (67aSv).

22
Q

Welke twee gronden acht het EHRM klassiek legitiem voor voorlopige hechtenis?

A

Vluchtgevaar en collusie‑/onderzoeksgrond.

23
Q

Wat moet worden aangetoond bij toepassing van de recidivegrond?

A

Concreet risico (‘reasonable fear’) op herhaling van strafbare feiten.

24
Q

Welke proportionaliteitswaarborg geldt voor betreden volgens Claessen & De Vocht?

A

Subsidiariteit en alleen bij misdrijven van voldoende gewicht.

25
Wat is de eerste Awbi‑plicht bij binnentreden zonder toestemming?
Legitimeren en het doel van binnentreden meedelen (art. 1 Awbi).
26
Mag de politie laminaat loswrikken onder de betredingsbevoegdheid?
Nee, dat is doorzoeken; vraagt om aparte wettelijke bevoegdheid.
27
Wanneer kan bewijsuitsluiting volgen bij onrechtmatig binnentreden?
Bij aanzienlijke privacy‑schending en noodzaak tot ‘future deterrence’.
28
Noem een alternatieve sanctie naast bewijsuitsluiting bij vormverzuim.
Strafvermindering als compensatie voor het nadeel.
29
Welke twee EVRM‑artikelen beschermen tegen willekeur bij opsporing?
Art. 6 EVRM (eerlijk proces) en art. 8 EVRM (privacy).
30
Wat betekent ‘détournement de pouvoir’ bij opsporing?
Een bevoegdheid misbruiken voor een ander doel dan waarvoor zij is verleend.
31
Wat is de ruimste bijzondere doorzoekingsbevoegdheid?
Art. 49 Wet Wapens en Munitie: doorzoeken van elke plaats voor wapens/munitie.
32
Welke beginselen toetsen de inzet van geweld door de politie?
Proportionaliteit, subsidiariteit en redelijke belangenafweging.
33
Wat is de maximale duur van het hele voorarresttraject vóór vonnis?
110 dagen en 18 uur.
34
Wat verstaat men onder BOB‑titel IVA?
Klassieke opsporingsbevoegdheden (art. 126g Sv e.v.).
35
Welke BOB‑titel regelt ‘vroegsporing’?
Titel V (art. 126o Sv e.v.).
36
Welke waarborg biedt art. 126ff Sv (‘doorlaatverbod’)?
Verplichte inbeslagneming bij ontdekking; voorkomt ‘doorlaten’ van verboden goederen.