week3_vervolging_flashcards
(32 cards)
Leg uit hoe de OvJ de zgn. ‘haalbaarheidsvraag’ ex art.348/350 Sv vooraf projecteert op zijn vervolgingsbeslissing en welke rechtsstatelijke functie dat vervult.
De OvJ anticipeert op de latere rechterlijke toets: is er een serieuze kans op bewezenverklaring én ontvankelijkheid? Zo voorkomt hij nodeloze procesinbreuk op nemo tenetur en spaart capaciteit. citeCrijns&Dubelaar §1
Analyseer het onderscheid tussen positieve en negatieve opportuniteitstoepassing binnen art.167 lid 1 Sv en benoem één dogmatisch bezwaar tegen de positieve variant.
Positief= OM vervolgt alléén als publiek belang dit eist; Negatief= vervolgt standaard tenzij uitzondering. Positieve variant vergroot beleidsdiscretie en risico op selectieve vervolging. citeCrijns&Dubelaar §1
Noem drie beleidscategorieën uit de OM‑sepotlijst en koppel elk aan een concreet voorbeeld.
A‑sepot(bewijs)→ onbetrouwbare getuige; B‑sepot(opportuniteit)→ fietslicht; C‑sepot(beleids)→ tiny‑amount softdrugs. citeOM‑Aanwijzing Sepot 2024
Waarom is een bestuursrechtelijke boete ex art.243 lid 2Sv een vervolgingsbelemmering, en hoe verhoudt dit zich tot ne bis in idem?
De boete sluit strafvervolging uit (legaliteit/specialiteit) en een nieuwe vervolging zou art. 68 Sr (ne bis) schenden. citeArt. 243 Sv
Beschrijf de rechtsvergelijkende kritiek op de Nederlandse strafbeschikking t.o.v. het Duitse Strafbefehl‑systeem.
NL: OvJ legt sanctie op zonder rechter vóórfase; DE: rechter verleent Strafbefehl na dossiercheck → eerdere judicial control. citeCrijns&Dubelaar §3.3
Welke vier kernvereisten formuleerde de HR (2022) voor geldige procesafspraken en welke sanctionering volgt bij schending?
1) Vrijwillige instemming; 2) Schriftelijke vastlegging; 3) Transparantie ter zitting; 4) Rechterlijke vergewissing/redelijkheid. Ernstige schending → niet‑ontvankelijkheid OM of verwerping bewijsafspraak. citeHR 29‑11‑2022, ECLI:NL:HR:2022:1729
Onderbouw waarom de Wilders‑beschikking (Hof A’dam 2009) wordt gezien als correctie op het opportuniteitsbeginsel.
Hof dwong vervolging wegens haatzaaien ondanks OM‑sepot → art. 12Sv is systeemrem op OM‑beleidsvrijheid. citeHof A’dam 21‑01‑2009
Stel: een politierechercheur belooft ‘geen vervolging’. Leg uit obv HR Toezegging hoofdagent (2015) of verdachte hierop mag vertrouwen.
Toerekenbaarheid aan OM + helderheid toezegging vereist; anders behoud OM vervolgingsmonopolie. citeHR 03‑03‑2015, NJ 2015 200
Wat is het dogmatische verschil tussen voorwaardelijk sepot en voorwaardelijke strafbeschikking?
Sepot= géén daad van vervolging; voorwaarden bij niet‑naleving → dagvaarding. Strafbeschikking= vervolgingsdaad; niet‑naleving → executie. citeArt.167Sv/257aSv
Leg uit hoe art.511c Sv ontnemingsschikkingen een ‘schaduw‑rechtsingang’ creëren en waarom Crijns &Dubelaar rechterlijke toetsing bepleiten.
Schikking buiten zitting om; geen rechterlijk zicht op out‑of‑court uitruil straf ↔ geld. Transparantie- en gelijkheidszorgen. citeCrijns&Dubelaar §2.4‑2.5
Welke ratio ligt ten grondslag aan verlengde verzettermijn (14+42dagen) bij post‑toezending van een strafbeschikking?
Compensatie voor ontbreken persoonlijke kennisneming; waarborg fair hearing. citeArt.257e Sv
Analyseer de spanning tussen lex certa‑eis en discretionaire strafbeschikkingpraktijk.
Brede OvJ‑keuze kan voorzienbaarheid strafdreiging ondergraven; mitigatie via OM‑richtlijnen. citeCrijns&Dubelaar §3.3
Hoe kan een bezwaarschrift ex art. 262Sv de art. 348‑thetiek pre‑structureren?
Raadkamer ‘pre‑selecteert’ zwakke zaken en voorkomt latere niet‑ontvankelijkheid of vrijspraak. citeArt.262Sv
Noem twee EU‑impulsen die de NL‑strafbeschikking beïnvloeden.
Richtlijn2016/343 (presumption) + Kaderbesluit wederzijdse erkenning geldboetes → vereist verzetrecht & grensoverschrijdende inning. citePbEU 2016 L65
Evalueer compatibiliteit van ZSM‑afdoening met art. 6 EVRM.
Snelheid oké mits rechtsbijstand en verzetrecht compenseren beperkte rechterlijke controle. citeEHRM Pawloski 2021
Noem alternatieve correcties op selectieve vervolging behalve art. 12Sv.
Rechterlijke niet‑ontvankelijkheid wegens willekeur, gelijkheidsbeginsel (HRDouble Standard 2017). citeHR 2017 willekeur
Waarom stellen Crijns &Dubelaar dat ‘consensualiteit ≠ onbeperkte contractvrijheid’?
Publieke belangen (waarheidsvinding, victim rights) begrenzen onderhandelingen; partijen kunnen daar niet over ‘afruilen’. citeCrijns&Dubelaar §3.1‑3.3
Geef een voorbeeld van een hybride procesafspraak en benoem toetsdilemma.
Bekentenis + afstand crypto‑assets ↔ lagere celstraf. Rechter ziet straf maar niet ontneming; ongelijk toetskader. citeCrijns&Dubelaar §2.4
Hoe beïnvloedt een strafbeschikking de verjaringstermijn?
Uitvaardiging stuit verjaring ex art.72Sr omdat het een daad van vervolging is. citeArt.72Sr / 257h Sv
Beschrijf criterium ‘rechtstreeks belanghebbende’ aan de hand van HR Srebrenica‑klacht.
Nabestaanden konden klagen omdat niet‑vervolgen hun persoonlijk (affectief) raakt; ruime uitleg. citeHR 14‑04‑2010 BK6321
Waarom zien Crijns & Dubelaar procesafspraken als symptoom van de shift van inquisitoir naar accusatoir procesmodel?
Omdat horizontale onderhandeling (partijautonomie) past bij accusatoir paradigma waarin partijen procedure mede vormgeven, i.t.t. hiërarchisch inquisitoir systeem. citeCrijns&Dubelaar §1
Welke drie kernwaarden gebruiken de auteurs als beoordelingskader en hoe beïnvloeden die de normering van procesafspraken?
1) Waarheidsvinding → beperking bewijsafspraken; 2) Gelijke procesposities → waarborg tegen machtsasymmetrie; 3) Transparantie/controleerbaarheid → eis openbaarmaking en rechterlijke toets. citeCrijns&Dubelaar §1
Analyseer de machtsasymmetrie tussen OM en verdediging bij bilaterale procesafspraken en noem twee mitigatiemechanismen die de auteurs suggereren.
Asymmetrie door bewijs‑/informatievoorsprong OM; mitigatie via verplichte rechtsbijstand en begrenzing strafkorting. citeCrijns&Dubelaar §2.1 §3.4
Leg uit hoe het ontbreken van een duidelijk juridisch kader voor procesafspraken het legaliteitsbeginsel onder druk zet.
Onzekerheid over reikwijdte & toetsing creëert onvoorspelbare sanctieroute → botsing met lex certa & gelijkheidsbeginsel. citeCrijns&Dubelaar §2.1