woordenschat Flashcards

(33 cards)

1
Q

bewierookte

A

geprezen,vereerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

intellectuele

A

verstandelijke: geestelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

blijkjes

A

zoeits blijkt uit, volgens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zich getroosten

A

overhebben voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hield gelijke treden met

A

ging even snelals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de schellen vielen mij van de ogen

A

opeens begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

menig

A

veel,meer dan 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wedijverden

A

streden, concurreerden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pedagogisch

A

te maken hebben met de opvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

te wensen overlaat

A

voldoet onvoldoende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

afgedwongen

A

door dwang verkrijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

koers

A

richting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

loopbaan

A

carriere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

relevant

A

belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

stigmatiseerde

A

te oprechte een slechte naam geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de boventoon voeren

A

belangrijk zijn

17
Q

individualisering

A

als individu inplaats van 1 groep als samenleving

18
Q

globalisering

A

proces wereldwijd worden

19
Q

Directe instructie

20
Q

beklijft

A

blijf bestaan

21
Q

onfortuinlijk

22
Q

curricula

A

leerplan van scholen

23
Q

adagium

24
Q

dergelijke

25
beschaamd
beschadigd
26
interactionale
meerdere hersendelen moeten samenwerken
27
sensoren
meetapparaat, waarnemen
28
datastromen
veel gegevens
29
fungeren
functioneren
30
stelt
beweert
31
geregeld
regelmatig
32
temporele
over de tijd
33
werkgeheugen
deel van de hersenen voor tijdelijke opslag van kennis