Zelfstandige opdrachten

Question 1

Welke twee vormen van arteriosclerose van de arteriolen worden onderscheiden?

Answer 1

Hyalinisatie: insudatie van glycoproteinen in de wand. Atherosclerose: ophoping van cholesterol en macrofagen in de wand.

Question 2

Welke vaten worden bij diabetes mellitus aangedaan?

Answer 2

Arteriën, arteriolen, capillairen.

Question 3

Zijn de capillairen bij diabetische micro-angiopathie meer of minder doorlatend voor plasma-eiwitten?

Answer 3

Meer.

Question 4

Kan de vaattonus van venulen en van capillairen ook beïnvloed worden door het zenuwstelsel of door hormonen?

Answer 4

Nee, want deze hebben geen spierlaag.

Question 5

Wat is het gevolg van langdurige hypertensie voor de vaatwand van arteriolen, capillairen en venulen?

Answer 5

Uitsluitend gevolgen voor arteriolen: arteriolosclerose.

Question 6

Wat wordt bedoeld met een ectopische pacemaker?

Answer 6

Een ectopische pacemaker is een cel (of groepje cellen) die in een eigen ritme gaan vuren en de oorspronkelijke pacemakers (met name de SA knoop) overrulen of overnemen.

Question 7

Waar is de plexus cardiacus gelegen?

Answer 7

De plexus cardiacus is gelegen aan de achter/onderzijde van de arcus aortae (in de binnenbocht) en wordt gevormd door autonome vezels, die hier “kris
kras” door elkaar lopen en zo een kluwen van vezels vormen die plexus cardiacus wordt genoemd.

Question 8

Verklaar nu kort het mechanisme van referred pain.

Answer 8

Pijnvezels van bv. huid en hart eindigen op dezelfde spinale neuronen. Hierdoor kunnen hoger gelegen delen van het zenuwstelsel niet meer bepalen door
welke input de spinale neuronen worden geactiveerd. Activatie van die neuronen wordt nagenoeg altijd veroorzaakt door pijnvezels uit de huid. Indien er nu
een keer activatie plaats vindt vanuit het hart, wordt dit door de hogere delen niet herkend en geïnterpreteerd als activatie vanuit de huid. Je voelt de pijn
dan in bijv. de schouder.