ZO's week 6 Flashcards
(41 cards)
Wat betekend de primaire behandeling?
De primaire behandeling is de behandeling die je geeft om een patiënt te genezen
Wat is postoperatieve bestraling en wat is het verschil met adjuvante behandeling?
Postoperatieve bestraling is bestraling na een operatie. Voorbeeld: bij hoofd-hals kanker heeft patiënt een operatie ondergaan. Het bleek dat de tumor in de snijranden zat. Hierop is besloten om postoperatieve bestraling te geven. De adjuvante behandeling staat al vast, postoperatieve bestraling komt er bij als de operatie niet volledig was (dus dat weet je nog niet van te voren).
Wat betekenen de doelvolumes: GTV, CTV en PTV?
- GTV (Gross Tumor Volume): palpabele of zichtbare tumor
- CTV (Clinical Target Volume): GTV + marge voor microscopische uitbereiding
- PTV (Planning Target Volume): CTV + marge om het CTV adequaat te bestralen
Waardoor wordt de PTV marge bepaald?
De PTV marge wordt bepaald door
- beweging van organen (afhankelijk van locatie in het lichaam: thorax, bekken, hoofd-hals)
- reproduceerbaarheid van ligging (afhankelijk van fixatie ja/nee)
- hoe nauwkeurig wordt patiënt ingesteld (zijn er tijdens bestralingstraject foto’s of een CT gemaakt om te controleren of patiënt goed ligt)
Wat betekend electief en hoe verhoudt zich dat tot de CTV?
Daarnaast kan in het CTV een electief gebied meegenomen worden. Electief betekent uit voorzorg. Van sommige soorten kanker heeft wetenschappelijk onderzoek uitgewezen dat ze graag metastaseren. Ook als er geen zichtbare tumor is. De kans dat er kankercellen in het electieve gebied zitten, wordt zo groot geacht dat electief bestralen gerechtvaardigd is, om te voorkomen dat kankercellen tot een nieuwe tumor uitgroeien.
Welke bijwerking komt bijna altijd voor bij bestraling? En waar zijn de bijwerkingen van afhankelijk?
Vermoeidheid is een algemene bijwerking die bij elke bestraling kan voorkomen. Daarnaast treden bijwerkingen op van de plek die bestraald wordt. Bijwerkingen zijn dus afhankelijk van welke weefsels er bestraald worden.
Wat zijn voorbeelden van acute toxiciteit?
Voorbeelden van acute toxiciteit
- Haaruitval
- Mucositis waardoor pijn en moeite met eten
- Huidirritatie (roodheid, pijn, desquamatie)
- Misselijkheid en braken
- Diarree, darmkrampen
- Cystitis, blaaskrampen
- Hoesten, taai slijm
Wat zijn voorbeelden van late toxiciteit bij bestraling van de borst?
- Fibrose: waardoor slechte cosmetiek, pijn, vatbaarder voor infecties
- Huid: hyperpigmentatie en teleangiëctastieën
- Rib: pijn, periostitis, fractuur (<2%)
- Longschade: pneumonitis (< 2%)
- Hartschade (< 2%)
- Lymfoedeem: arm (5-10%)
- Schouderfunctie: beperkt (15-35%)
- Tumoren: als gevolg van RT (< 1%)
Wat zijn de behandeling gerelateerde risicofactoren voor toxiciteit?
Totale dosis, dosis per fractie, bestralingsvolume, gevoeligheid van bestraald weefsel, combinatiebehandeling (chemotherapie).
Wat zijn de patiënt gerelateerde risicofactoren voor toxiciteit?
Diabetes mellitus, bestaande hart en vaatziekte, roken, eerdere chirurgische ingrepen, eerdere radiotherapie.
Wat is het effect van de energie op de Dmax?
De laagste energie heeft de Dmax het dichtst onder de huid. De hoogste energie heeft de Dmax dieper onder de huid liggen.
Wat is het huidsparend effect?
Huidsparend effect:
- Hoe hoger de energie van de straling, hoe groter het huidsparend effect
- Voor diep gelegen tumoren moet hoog energetische straling gebruikt worden
- Voor oppervlakkige tumoren (bijv. een huidtumor) juist laag energetische straling
Wat betekend acceleratie?
De behandelingsduur verkorten. Door bijvoorbeeld op 1 dag 2x te bestralen, met wel dezelfde dosis.
Wat betekend hypofractioneren?
kortere behandelingsduur, vergelijkbare totale dosis, hogere fractiedosis.
Welk stappenplan gaat er vooraf aan de bestraling?
- poli bezoek arts
- mouldroom (niet altijd van toepassing)
- plannings CT scan
- intekenen doelvolumina
- maken bestralingsplan
- beoordelen en goedkeuren bestralingsplan
- instellen op het bestralingstoestel
- start bestraling
Welk verschil tussen tumorcellen en gewone lichaamscellen wordt meestal gebruikt om tumorcellen selectief te doden?
De eigenschap dat de meeste tumorcellen vaak delen. Hierdoor zijn ze een groter deel van de tijd in de S fase van de celcyclus en de mitose.
Noem drie processen en/of enzymen in de S fase van de celcyclus, die doelwit zijn voor chemotherapeutica.
Topoisomerase, Replicatie, DNA herstel.
Wat is het werkingsmechanisme van de meeste mitoseremmers?
Ze grijpen in op tubuline polymerisatie, dus op de vorming of stabiliteit van microtubuli, die nodig zijn voor het goede verloop van de mitose.
Noem drie typen veranderingen op het niveau van DNA die tot resistentie kunnen leiden.
- Puntmutaties (bijvoorbeeld mutaties in het Bcr-abl eiwit waardoor imatinib niet meer bindt aan het gemuteerde eiwit).
- Genamplificatie van het targetenzym (bijvoorbeeld thymidilaatsynthase na blootstelling aan 5-FU).
- Verhoogde activiteit (door genamplificatie of puntmutatie) van een gen dat zorgt voor het verwijderen van chemotherapeutica uit de cel (bijvoorbeeld mdr eiwitten) of inactivering van de toxische stof (bijvoorbeeld enzymen die alkylerende stoffen inactiveren).
Hoe ontstaat multidrug resistentie en waarom is dat zo’n groot probleem?
Door verhoogde expressie van eiwitten die een grote verscheidenheid aan chemotherapeutica (en andere toxische stoffen) uit de cel pompen, bijvoorbeeld mdr eiwitten.
Wat zijn de twee belangrijkste redenen voor het bestaan van klinische resistentie zonder dat in de tumorcellen een verandering op het niveau van DNA heeft plaatsgevonden?
De locatie van de tumor kan slecht bereikbaar zijn voor het chemotherapeuticum (bijvoorbeeld in de hersenen of het binnenste van een grote solide tumor). Verder is de tumor vaak heterogeen en bevat ook niet-delende cellen, die daardoor niet gevoelig kunnen zijn voor het chemotherapeuticum.
Waaraan moeten tumoren voldoen om een PARP-remmer te geven?
Waarschijnlijk zullen andere tumoren met een defect in het homologe recombinatie herstelmechanisme ook gevoelig zijn. Voorwaarde is dan wel, dat de gewone cellen van de patiënt dat defect niet hebben, want anders zal de hele patiënt gevoelig zijn, wat waarschijnlijk zal leiden tot hoge toxiciteit.
Welke wetten voor wetenschappelijk onderzoek zijn er?
- Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst (WGBO)
- Wet bescherming Persoonsgegevens (WbP)
- Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO)
Wat is de eerste stap die een klinisch onderzoeker moet zetten als er een veelbelovende stof in het laboratorium als werkzaam wordt beschreven?
Eerste stap: laboratoriumonderzoek
- Heeft deze stof/behandeling een effect op (tumor)cellen in weefselkweek?
- Heeft deze stof een effect op tumoren bij proefdieren (ratten en muizen)?