1. Introductie Flashcards
(7 cards)
Sociale ongelijkheid
- Ongelijke VERDELING van schaarse, maar maatschappelijk gewaardeerde middelen
- Ongelijke BEHANDELING van individuen en groepen obv sociale positie
Sociologische visie op ongelijkheid
- Niet individueel, maar MAATSCHAPPELIJKE VERHOUDINGEN tussen sociale groepen
- Genalyseerd vanuit SOCIALE POSITIE die mensen aannemen (Niet individueel)
- ->ge(re)produceerd door organisatie van: Eco/pol/ waardering beroepen
–> Gevolgen op maatschappij als geheel
Rousseau
Privaat eigendom –> het zijn puur menselijke afspraken rond de afbakeningen van de
eigendommen. Vanaf het moment dat iemand aanvaard dat een andere persoon een stuk
wereld voor zichzelf afbakent, maw hij gaat hiermee akkoord, dan heeft dit te maken met
een menselijke afspraak
Sociaal probleem
Discrepantie tussen objectieve conditie en subjectieve dimensie die als onaanvaardbaar gezien worden door relevante groepen
Neoliberalisering
Sociale ongelijkheid is individueel probleem
(Niet maatschappelijk/politiek, zoals na WO 2)
–> Dus minder overheidsingrijpen
Ongelijkheid adhv inspanning
vb. Margaret Thatcher (Debat Labour Party)
Sociale ongelijkheid HEDEN
Intergenerationele reproductie van sociale ongelijkheid
Wilkinson en Pickett: The spirit level inequality and wellbeing:
Economische groei –> Levensverwachting verhogen, maar BEPERKT –> Psychologisch welzijn is beter
GEZONDHEID gerelateerd aan verschillen BINNEN landen, niet TUSSEN landen
Nationaal inkomen is niet het probleem, maar sociale ongelijkheid. Meer ongelijkheid –> meer sociale problemen
–> ANGST en STATUSCOMPETITIE