3. Het meten van sociale klasse Flashcards
(11 cards)
Klassieke operationalisering
klassen gelijkstellen aan beroepen die deze mensen uitoefenen
= employment aggregate approach
Nadelen Employment Aggregate Approach
- Geen beroep –> Klasseloos?
- Niet volledig zuiver –> Beroep wordt door gender, etniciteit, leeftijd (beroep zegt ook iets over genderverschillen)
- Zegt niets over vermogen
Registrar general
6 klassen obv beroep ( social class based on occupation) –> klassen gebaseerd op PRESTIGE
FUNCTIONALISME: Prestige is nodig (!) (Stel dat poetsvrouw en chirurg zelfde prestige hebben –> minder studeren voor chirurg) –> MOREEL REFERENDUM over soc ongelijkheid
CONFLICT THEORETICI: Je meet niet echt de legitimiteit van prestige maar bewustzijn van hoe de maatschappij naar deze beroepen kijkt
Nadelen registrar general
- Beschrijvend en niet verklarend
- Beschrijven enkel uitkomsten van klassenverhoudingen en niet klassen zelf
- Schalen zijn gradueel, niet goed toe om groepen te onderscheiden
- Functionalistisch terwijl sociologen niet van mening zijn dat er iets is in de maatschappij omdat dit zo moet
John Goldthorpe (Weberiaans) Sociale klasse
Sociale klasse –> Beroepen met zelfde MARKT en WERK situatie
MARKT: Inkomen, werkzekerheid, bijscholing
WERK: Positie binnen bedrijf, hoeveel macht, hoeveel autonomie? (meer autonomie : meer macht)
Kritiek Goldthorpe
Mannelijk kostwinnermodel –> Dominante broodwinner
Mannen en vrouwen mengen in schema –> Klasse of gender meten? (verschillende eind en startpunten)
Model Goldthorpe
Aanpassen REGISTRAR model (Meer dienstarbeid, meer vrouwen ,.. –> Nieuwe samenstelling)
ONS-SEC model : Verschillende types tewerkstelling obv risico’s
- Kan niet altijd controleren of mensen aan het werk zijn
- Inschatting van competenties en expertise
- SUPERVISON/CONTROL
- SKILL
- -> Arbeidscontracten
1. Arbeidscontract: Lage supervision en lage skill
2. Dienstencontracten: Hoge supervision en hoge skill
Erik olin Wright (Marx) (en deels Weber)
Marx –> ziet enkel kapitaal als uitgangspunt –> 3 dimensies van controle over economische hulpbronnen
–> Investeringen en financieel kapitaal/ fysieke productiemiddelen/arbeidskracht
1e klassenscheme Erik Olin Wright
Bourgeoisie (en petty bourgeoisie) + proletariaat + 3 klassen
- Managers
- Semi autonome werker
- Kleine werkgever
KRITIEK:
Relaties worden niet gezien itv exploitatie maar itv dominantie.
2e klassenschema Erik Olin Wright
Expertise/competentie enerzijds + positie in organisatorische hierarchie
Verticaal:
CAPITALIST/SMALL EMPLOYER/ PETTY BOURGEOISIE
en
MANAGER/SUPERVISOR/NON MANAGEMENT
Horizontaal skills:
Expert, skilled, non skilled
–> Exploitatie
Exploitatie Erik Olin Wright
Arbeiders -> Loon
Expers –> Skill rent
Managers –> Loyalty rent
Kapitalistische burgerij –> Rente op kapitaal