W4VO1: Prolaps en urine incontinentie Flashcards

1
Q

Stress incontinentie

A
  • inspanning gerelateerd (hoesten, niezen, persen, lachen, sporten, opstaan)
  • vooral fertiele levensfase
  • hypermobiliteit urethra (door zwangerschap), intrinsieke sfincter deficiëntie
  • RF: vaginale bevalling, hoog BMI (dan neet intra-abdominale druk toe), leeftijd, hysterectomie (ophangsysteem blaas kan beschadigd raken), obstructief long lijden, roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Urge incontinentie

A
  • onvoorspelbaar, net niet het toilet kunnen halen, incontinentie bij het horen van een waterstraal
  • met name postmenopauzaal/irritatie
  • detrusor overactiviteit (blaasspier is de boosdoener
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overloop incontinentie

A
  • combinatie van klachten
  • neurogene oorzaak, dyssynergie detrusor/sfincter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diagnostiek

A
  • gevalideerde vragenlijsten
    0 mictiedagboek
  • PAD test (maandverbandjes opvangen en wegen)
  • LO (stress test)
  • urinesediment
  • echoscopie: Q tip test: meet verhoogde motiliteit urethra
  • urodynamisch onderzoek
    -> vullingsfase: capaciteit blaas, hoesten, detrusor overactiviteit, compliante vd blaas
    -> mictiefase: mictie patroon, residu, contractie kracht blaas
  • cytoscopie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Behandeling stress incontinentie

A
  • geen
  • lifestyle veranderingen, afvallen
  • bekkenfysiotherapie
  • operatie:
    -> minimaal invasief: urethra supsensie
    -> para-urethrale injecties
    -> colposuspensie
    -> fascie sling
    complicaties: bloedingen, infecties, retentie, de-novo urge, recidief klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Urge behandeling

A
  • geen
  • bekkenfysiotherapie
  • medicamenteus: anticholinergica
  • botox
  • neuromodulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prolaps

A

Verplaatsing van de organen uit het kleine bekken door de hiatus van de vrouw. Vormen:
1. Cystocele (blaas)
2. Rectocele
3. Uterusverzakking/decesnus uteri (als die eruit is topprolaps)
4. Dunne darm verzakking/enterocele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

RF prolaps

A
  • vaginale bevalling
  • groot kind
  • > pariteit
  • > BMI
    • fam anamnese
  • hysterectomie
  • eerdere prolaps chirurgie
  • obstructief long lijden
  • roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Symptomen

A
  • zwaar gevoel
  • zichtbare prolaps
  • toename aan het einde vd dag
  • dyspareunie
  • lage rugpijn
  • stress incontinentie
  • urine/faecale urgency
  • incomplete lediging blaas/darmen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling prolaps

A
  • geen
  • conservatief: bekkenfysio, pessarium
  • chirurgie: klassiek (met lichaamseigen materiaal), met mesh
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly