Topic 12 Flashcards

1
Q

Wat zijn de vier verschillende opvoedstijlen?

A

Autoritatief, autoritair, permissief en verwaarlozend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is kritiek op de vier opvoedstijlen?

A

Ze zijn te statisch, opvoedstijl is niet unidirectioneel, en er zijn veel culturele verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is een opvoedstijl niet unidirectioneel?

A

Het gedrag van kinderen kan ook de opvoedstijl van ouders beïnvloeden, vooral als ze slecht gedrag vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe beïnvloedt socioeconomische status opvoedstijlen?

A

Mensen uit een lage socioeconomische situatie hebben vaker een autoritaire opvoedstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn helikopterouders?

A

Ouders die te beschermend zijn, en te veel controle willen houden. Dit zorgt voor meer mentale problemen bij de kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het effect van broers/zussen hebben?

A

Er is meer emotionele steun van elkaar, ze kunnen elkaar verzorgen, ze kunnen leren van elkaar, en het helpt bij het ontwikkelen van theory of mind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de effecten van een echtscheiding op kinderen?

A

Het zorgt voor meer kans op academische, mentale en gedrags problemen. Ze zijn minder verantwoordelijk, zijn al jonger seksueel actief en hebben minder competente intieme relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is onderzoek naar het effect van echtscheidingen niet geweldig?

A

Je weet nooit of problemen door de echtscheiding komen of door de problemen die eraan vooraf gingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de lange-termijneffecten op een kind dat fysiek gestraft is?

A

Het zorgt voor meer agressie, mentale problemen, slechter intellectueel functioneren, minder moraliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is elke vorm van fysiek straffen onacceptabel, hoe klein het ook is?

A

Het geeft een verkeerd voorbeeld van hoe je moet omgaan met stressvolle situaties, het kan angst, woede of vermijding opwekken, het laat alleen zien wat niet acceptabel is en het kan escalerend werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn alternatieven van fysieke straf?

A

Bekrachtigen van positief gedrag, het kind de gevolgen van hun gedrag uitleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is verwaarlozing?

A

De basisbehoeften van het kind niet vervullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke factoren gaan gepaard met een hogere kans op kindermishandeling?

A

Ouders met mentale problemen, stress, ervaring met kindermishandeling of wanneer het kind kwetsbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is intergenerationele overdracht?

A

Wanneer een ouder zelf iets meemaakt en daardoor dat ook doorgeeft aan hun kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke structurele veranderingen kunnen optreden bij kinderen die mishandeld worden?

A

Hun prefrontale cortex kan minder groot zijn, wat zorgt voor minder cognitieve functies en emotieregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly