Anatomie bekkenbodem en genitaliën Flashcards

1
Q

Benig bekken

A

Bekkeningang verdeelt bekken in groot en klein bekken. Pelvis major is deel boven bekkeningang. In pelvis minor bevindt daadwerkelijke bekkenholte met klassieke bekkenorganen (blaas, interne genitaliën, baarmoeder/prostaat en rectum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bekkenwandspieren

A
  • M. piriformis: ontspringt aan sacrum en verlaat vrijwel direct kleine bekken via foramen ischiadicum majus en hecht aan trochanter major. Zorgt voor exorotatie in heupgewricht.
  • M. obturatorius internus: gaat naar lateraal, verlaat bekken door foramen ischiadicum minus en gaat naar trochanter major. Geeft ook exorotatie op heupgewricht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bekkenbodemspieren/diafragma pelvis

A
  • M. coccygeus: kleine spier, bevestigd aan os cocygis
  • M. levator ani: belangrijkste component bekkenbodem. Origo aan m. obturatorius internus. Dikke fascie, arcus tendineus levatorius. Is trechtervormige spier, met verschillende onderdelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functies bekkenbodem

A

Ondersteunen bekkerorganen en weerstaan intra-abdominale drukverhogingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Perineum

A

Caudaal van bekkenbodem
Onderverdeeld in trigonum urogenitale (urogenitale driehoek) en trigonum anale. Rond anale kanaal zijn sfincters en verstevigingen bij urethra en vagina.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Urogenitale driehoek

A
  • Membrana perinealis en aantal spieren versterken urethra en vagina.
  • Corpus perineale zorgt voor versteviging bekkenbodem
  • Fossa ischioanalis: ruimte die ontstaat door de trechtervorm van bekkenbodemspier. Bevat vet en n. pudendus.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Krommingen van peritoneum

A

Excavatio vesico-uterina: kromming van uterus naar de blaas
Excavatio recto-uterina/cavum douglasi: kromming naar rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bindweefselstructuren door kleine bekken

A

Ligamentum pubocervicale: vanaf cervix naar ventraal
Ligamentum cardinale: vanuit cervix naar lateraal
Ligamentum sacro-uterinum: vanuit cervix naar dorsaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Portio vaginalis cervicis

A

Stulpt uit naar cervix. Kan je aan zien hoe vaak een vrouw een kind heeft gebaard. Nullipara: geen kinderen (je ziet rondje), unipara: 1 kind (streepje) en multipara: meerdere kinderen (grotere streep).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onderdelen benig bekken

A

Os pubis, os ischium, osilium, os sacrum en os coccygis.
Acetabulum is heupkom en wordt gevormd door os pubis, os ischium en os ilium samen (vormen samen os coxae).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Palpabele onderdelen van het bekken

A

Crista iliaca (rand van os ilium), spina iliaca anterior superior (voorste punt os ilium), Tuber ischiadicum (onderste punt van os ischii, zitbot), corpus ossis pubis (mediale deel os pubis) en symphysis pubica (symfyse tyssen linker en rechter os pubis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Foramen ischiadicum majus en minus

A
  • Foramen ischiadicum majus: doorgang voor verschillende structuren tussen os ilium en lig. Sacrospinale
  • Foramen ischiadicum minus: doorgang tussen ligamentum sacrotuberale, lig. Sacrospinale en os ischii
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

m. piriformis

A

Vormt bekkenwand.
Origo: aan voor-/zijkant van os sacrum. Insertie: trochanter major. Verloopt door foramen ischiadicum majus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

m. obturatorius internus

A

Vormt ook bekkenwand.
Origo: os pubis en os ischii. Insertie: trochanter major. Verloopt door foramen ischiadicum minus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

m. levator ani

A

Bekkenbodemspier
Origo: arcus tendineus levatorius, binnenkant os pubis en spina ischii. Insertie: os sacrum, os coccygis en alles daartussen (trechtervorm ontstaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

m. coccygeus

A

Bekkenbodemspier
Origo: spina ischii. Insertie: os coccygis.

17
Q

Kenmerken van mannelijk genitaal stelsel

A
  • Glandula bulbourethralis (klier van Cowper) geeft smerende substantie af aan urethra.
  • Epididymis is opgerolde buis van 6m en zorgt voor opslag en rijping van spermatozoën.
  • Ductus deferens vervoert zaadcellen van epididymis naar ductus ejaculatorius.
  • Vesicula saminalis produceert ongeveer helft van zaadvloeistof
  • Prostaat omgeeft urethra en produceert melkachtige vloeistof
  • Corpus spongiosum is zwellichaam die urethra omgeeft
18
Q

Kenmerken vrouwelijk genitaal stelsel

A
  • Ligamentum teres uteri verloopt door lieskanaal
  • Tuba uterina vervoert eicel naar uterus
  • Cavum douglasi is laagste deel van buikholte. Pus kan ophopen bij intraperitoneale infectie
  • Cervix uteri/portio vaginalis is zichtbaar bij speculumonderzoek
  • Glandula vestibularis major geeft smerende substantie aan vestibulum.
  • Vulva is uitwendige deel van vrouwelijk geslachtsorgaan