pleura afwijkingen en embolie

Question 1

Pleura functies

Answer 1

Bewegingsvrijheid van longen in thorax tijdens ademhaling
Doorgeven thoraxbeweging tijdens ademhalen
Pleuravocht productie. Dit hangt af van pleurale druk, permeabiliteit van capillair membraan en lymfatische drainage

Question 2

Pneumothorax

Answer 2

Lucht in pleurale ruimte door opening in viscerale of pariëtale pleura (neg. Druk gaat verloren).
Verschillende vormen zijn: spontaan (primair en secundair), latrogeen (gevolg arts interventie) en traumatisch.

Question 3

Primaire spontane pneumothorax

Answer 3

Vaak bij lange dunne mannen. Acuut ontstane pijn op thorax en dyspnoeklachten. Hypoxische vasoconstrictie als compensatiemechanisme (dan vasoconstrictie van capillairen) waardoor dyspnoe vaak vanzelf verdwijnt
Hypersonore percussie en verminderd ademgeruis
Behandelen: expectatief (als kleine), aspiratie (naald in pleura ruimte), zuigdrainage (katheter met holle naald inbrengen) en zuurstof.
Kan worden veroorzaakt door ruptuur van bullae of bleb

Question 4

Secundaire spontane pneumothorax

Answer 4

Secundair aan onderliggende ziekte als COPD of CF. of genetische aanleg.
Behandeling is zelfde als bij primair. Denk wel na of definitieve behandeling moet worden uitgevoerd voor COPD of CF.

Question 5

Latrogene pneumothorax

Answer 5

Door toedoen van arts. Oorzaken: plaatsen van; pacemaker, centrale lijn, pleuravocht punctie, pijnblokkade in intercostale zenuw, positieve druk beademing of reanimatie
Behandelen: afhankelijk van grootte. Opties dus: expectetatief, aspiratie, zuigdrainage of zuurstof. Geen verhoogd recidief risico.

Question 6

Traumatische pneumothorax

Answer 6

Snelle drainage belangrijk. Ook kijken naar onderliggende problemen zoals bijv. gebroken rib. Geen verhoogd recidief risico

Question 7

Spanningspneumothorax

Answer 7

Herkennen aan: dyspneu, obstructieve shock, trachea shift, verlaagde thoraxexpansie, jugulaire stuwing, radiografische tekens of voorgeschiedenis
Op CT is hele kant leeg en wordt mediastinum naar de goede kant gedrukt. Acuut probleem waar je direct iets aan moet doenwant door opbouwende druk komt uiteindelijk hele circulatie in het gedrang.
Behandeling: naaldthoracocontese of thoraxdrainage.

Question 8

Pleurodese

Answer 8

Definitieve behandeling om pneumothorax in toekomst te voorkomen. Pleura visceralis wordt als ware aan pleura pariëtalis geplakt. 2 vormen
- Chemische pleurodese: chemische stof (vaak talk) in pleuraholte brengen waardoor pleura aan elkaar plakken. Drain inbrengen, drain afklemmen zodat stof in water opgelost kan verspreiden.
- Chirurgische pleurodese: pleura worden opgeschuurd waardoor wondbed ontstaat en pleurae aan elkaar plakken.

Question 9

Anatomie long

Answer 9

Rechterlong heeft 3 kwabben en links 2. Kwabben opdelen in segmenten (klinisch relevant vanwege bloedtoevoer). Bronchus bevat pseudomeerlagig trilhaardragend cilindrisch epitheel.
Vanuit LV O2 rijk bloed via aorta naar organen, O2 afgegeven en koolzuur opgenomen. Dan via v. cava superior en inferior terug naar rechter harthelft. In longen bloed verrijkt met O2 en CO2 uitademen
Luchtwegen vertakken, dat eindigt in alveoli. Gaswisseling op alveolair niveau

Question 10

Longembolie

Answer 10

Plotseling afsluiten van longarterie door embolus. Vaak door migratie van trombus vanuit systemische circulatie naar pulmonale waar die vastloopt.
Gevolgen: vaak verhoogde rechter harthelft afterload en pulmonale hypertensie. Ook mogelijk rechtsdecompensatie (door werken tegen hogere druk in) of linksdecompensatie (door verlaagde preload LV, minder orgaanperfusie).

Question 11

Klinische presentatie longembolie

Answer 11

Symptomen: asymptomatisch, acute dyspneu, respiratoire insufficiëntie, tachypneu en tachycardie en thoracale pijn.

Question 12

Klinische voorafkans longembolie

Answer 12

Wells score (negatief voorspellende waarde), als die laag dan D-dimeer bepalen (fibrine afbraakproducten). Verhoogd D-dimeer duidt op bestaan van trombose
Of YEARS score, kijken naar: tekenen DVT, hemoptoë of longembolie meest waarschijnlijke diagnose.

Question 13

Beeldvorming longembolie

Answer 13

CT-A pulmonalis met contrast 1e keus.
Ventilatie-perfusiescan 2e keus
Pulmonalisangiografie 3e keus.

Question 14

Hemodynamisch stabiel en instabiel

Answer 14

Stabiel: eerst Wells/YEARS bepalen. Als laag-> D-dimeer bepalen, als hoog CT-angiografie
Instabiel: liefst direct CT, anders transthoracale/transoesophagale echo.

Question 15

Behandelen longembolie

Answer 15

Antistolling: bij hemodynamisch stabiel eerst 5 dagen snelwerkende anticoagulantia dan orale anticoagulantia 3 maanden. Hemodynamisch instabiel: agressieve aanpak (urokinase of chirurgische trombosuctie/embolectemie
Profylaxe DVT

Question 16

Kenmerken linkszijdig hartfalen met astma cardiale

Answer 16

• Oudere leeftijd (60+)
• Voorgeschiedenis: myocardinfarct, ander cardiovasculair lijden.
• Klachten: benauwdheid, pijn op de borst, lage bloeddruk, gedempte percussie over de longen met zacht ademgeruis en enkeloedeem.
• Want vocht kan achterblijven in de longen en hoopt op in longcirculatie.

Question 17

hypoxemie door longembolie

Answer 17

ontstaat door ventilatie perfusie mismatch. gebieden achter obstructie worden wel geventileerd maar niet geperfunderd. Dus dode-ruimte ventilatie.

Question 18

Wat kan gebeuren bij hartfalen

Answer 18

Vocht kan achterblijven in de longen (longoedeem) dan zacht ademgeruis beiderzijds hoorbaar en gedempte percussie. LV kan bloed niet goed uitpompen, hoopt op in longcirculatie.

Question 19

Kenmerken linkszijdig hartfalen met astma cardiale

Answer 19

• Oudere leeftijd (60+)
• Voorgeschiedenis: myocardinfarct, ander cardiovasculair lijden.
• Klachten: benauwdheid, pijn op de borst, lage bloeddruk, gedempte percussie over de longen met zacht ademgeruis en enkeloedeem.
• Want vocht kan achterblijven in de longen en hoopt op in longcirculatie

Question 20

Wat kan gebeuren bij hartfalen

Answer 20

Vocht kan achterblijven in de longen (longoedeem) dan zacht ademgeruis beiderzijds hoorbaar en gedempte percussie. LV kan bloed niet goed uitpompen, hoopt op in longcirculatie.