Hoorcollege 6: Taal Flashcards
Sapir-Whorf hypothese
Taal heeft invloed op de manier waarop we de wereld waarnemen en onze denkprocessen. Kan verdeeld worden in twee delen die samengaan ->
Linguïstisch determinisme
Taal bepaalt bepaalde niet-linguïstische cognitieve processen.
Linguïstisch relativisme
Sprekers van verschillende talen denken op verschillende manieren
Lexicon
De vocabulaire van een taal, oftwel semantisch geheugen
Differentiatie
Het aantal woorden in een gegeven domein
Resultaten experimenten met kleur
Experiment met Engels en Russische mensen en gekleurde blokjes heeft uitgewezen dat de prestatie van Russische participanten onderbroken kon worden door de verbale interferentietaak en taal hierop dus van invloed is.
Experiment met Engels en Mandarijns sprekende participanten. Hieruit kwam dat taal ook een belangrijke vorm speelt in het vormen van iemand zijn gedachte over een abstract domein, zoals vormen.
Syntax
De zinsvolgorde
Morfologie
Hoe woorden gevormd moeten worden
Bilingualisme
Stelt dat het leren van een nieuwe taal onze manier van denken verandert.
Proficiency
Hoe goed je een taal praat. Hoe beter je een taal spreekt, hoe meer gevoel je hebt bij de woorden in die taal. (hogere valence -> hoe positief of negatief woorden worden ervaren)