W5 HC.5 Diagnostiek van lymfoproliferatieve aandoeningen Flashcards

1
Q

Welke lymfoproliferatieve ziekten - reactief?

A

Ziekte van Sjögren:
Ontsteking speeksel- en traanklieren met polyclonale B-lymfocyten en plasmacellen, vaak ook zwelling parotisklier. Is een auto-immuunziekte met een beloop van jaren. Verminderde vocht productie. Vooral vrouwen middelbare leeftijd.

Ziekte van Pfeiffer:
EBV gedreven proliferatie en Tc-lymfocyten reactie geeft zwelling lymfeklieren, lever, milt en evt leverfunctiestoornissen en T-lymfocytose in het bloed. Beloop van weken/maanden, gepaard met moeheid en evt geelzucht, gaat vanzelf over. Vooral bij kinderen en adolescenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke lymfoproliferatieve ziekten - maligne?

A

Chronische lymfatische leukemie (CLL):
Woekering rijpe B-lymfocyten in beenmerg en lymfeklieren. Beloop van maanden/jaren, anemie, uiteindelijk vaak infecties door hypo IgG en T-lymfocyt stoornissen. Vooral bij ouderen.

B- en T-lymfocyt non HL (veel vormen):
Vaak woekering van rijpe B-lymfocyten in lymfeklieren en/of andere perifere lymfoide organen, of organen met chronische ontsteking. Kunnen leukemisch worden en beenmerg aantasten. Zeer divers beloop, meestal dagen/weken (Burkitt en lymfoblastair lymfoom) tot maanden/jaren (folliculair lymfoom). Symptomen afhankelijk van lokalisatie, productie antilichamen of cytokinen.

Hodgekin lymfoom (HL):
Zwelling lymfeklieren door woekering Reed-Sternberg cellen (RS-cellen) met uitgebreide reactieve component. Later koorts en vermagering. Beloop van maanden/jaren, begint op een station en breidt zich verder uit. soms naar beenmerg, milt en lever. Vooral bij adolescenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leeftijden en lymfomen

A

<10 vaak ALL
10-35 vaak HL
35> vaak NHL, CLL, MM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diagnostiek lymfoproliferatieve ziekten?

A
  • Anamnese + lichamelijk onderzoek
  • laboratorium: histomorfologie, cytomorfologie of immunofenotypering
  • DNA/RNA afwijkingen: moleculaire diagnostiek of cytogenetica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Immunologische markers? !!!! handig om te weten

A
  • Onrijpe markers: CD34 en TdT marker
  • B-lymfocyt markers: CD19, CD10, SmIg, CyIg
  • T-lymfocyt markers: CD3, CD1, CD2, CD4, CD8, TCR
  • Myeloïde markers: CD13 en CD33, CD14, CD15
  • NK-cel marker: CD56 (icm afwezigheid CD3)

-> Deze worden aangetoond mbv flowcytometrie. Hierbij geeft voorwaartse lichtverstrooiing info over grootte van molecuul en zijwaartse lichverstrooiing de interne structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is fenotypisch te zien bij maligne transformatie van B-lymfocyten?

A

B-lymfocyten bevatten een zware en lichte keten. Meestal delen cellen bij maligne transformatie zich uit 1 individuele cel, waardoor er vooral 1 type lichte keten ontstaat (monotypie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Specifieke markers

A

Burkitt lymfoom -> CD10 +
Mantelcellymfoom/CLL -> CD5 +
CLL -> CD23 +

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dus, immunogenotypering in de diagnose?

A
  • Ag’en, monoklonale antistoffen en CD nomenclatuur
  • Flowcytometrie: lichtverstrooiing + fluorchroom-geconjugeerde antistoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dus, moleculaire analyse?

A
  • IG/TCR genherschikking -> monoklonaal <-> polyklonaal
  • GeneScan fragment analyse -> klonaliteit analyse
  • Minimal residual disease -> monitoring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly