2025 - 3B3.VO3 - Zien met twee ogen.pdf Flashcards
(5 cards)
1
Q
Monoculaire Diepte cues
A
grootte
perspectief
hoogte
occlusie
details
helderheid
wazigheid
bewegingsparallax
2
Q
Binoculair diepte zien
A
Stereopsis berust op dispariteit
ogen zien verschillend beeld (dispariteit)
maar niet te verschillend!
3
Q
Stereopsis
A
Twee beelden met dispariteit
-> fusie tot één scherp percept,
met diepte
4
Q
Ontwikkeling van binoculaire cellen
A
1) goede input uit beide ogen
2) niet te grote dispariteit
5
Q
Beeld niet goed genoeg?
A
Scherp + onscherp beeld
-> één scherp percept