2.4 Flashcards

(103 cards)

1
Q

De blog

A

Le blog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zijn tijd doorbrengen

A

Passer son temps à

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bloggen

A

Bloguer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Chatten

A

Chatter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Downloaden

A

Télécharger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Praten

A

Discuter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het team

A

L’équipe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Trainen

A

S’entraîner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een sport beoefenen

A

Pratiquer un sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het tiental

A

La dizaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onjuist / onbeleefd

A

Incorrect(e)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Toegang tot

A

Accès à

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verslaafd aan, bezeten van

A

Accro à

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kennen

A

Connaître

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De spelcomputer

A

La console de jeux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Het mobieltje

A

Le portable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De uitrusting

A

L’équipement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Het museum

A

Le musée

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De tentoonstelling

A

L’exposition

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

De voorstelling, de opvoering

A

Le spectacle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

De lezer, de lezeres

A

Le lecteur, la lectrice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Het sciencefictionboek

A

Le roman de science-fiction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Het fantasyboek

A

Le roman fantastique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Het vervolgverhaal, de serie

A

La série

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Het roddeltijdschrift
Le magazine people
26
Het onderzoek
L'enquête
27
Bijna
Presque
28
De getuigenis
Le témoignage
29
Het sms'je
Le texto
30
De boodschap, het bericht
Le message
31
Het antwoord
La réponse
32
(Ver)sturen
Envoyer
33
Ontvangen
Recevoir
34
Aanbieden
Offrir
35
Toch
Pourtant
36
Aan de ene kant
D'un côté
37
Aan de andere kant
D'un autre côté
38
(Onder)vragen
Interroger
39
(Iemand) meenemen
Emmener
40
Ontdekken
Découvrir
41
Verlaten
Quitter
42
Samen
Ensemble
43
(Be)studeren
Étudier
44
Klagen
Se plaindre
45
Verzorgen, zorgen voor
S'occuper de
46
Eerst
D'abord
47
Behalve
Sauf
48
Volgens
Selon
49
Vroeger
Autrefois
50
Vertellen
Raconter
51
Ontmoeten
Rencontrer
52
Zich voorstellen, zich inbeelden
S'imaginer
53
Zich interesseren voor
S'intéresser à
54
Vergeten
Oublier
55
Uitleggen
Expliquer
56
Teruggeven
Rendre
57
De ervaring
L'expérience
58
De vergissing
L'erreur
59
Het advies, de raad
Le conseil
60
Ongelukkig
Malheureux, -euse
61
Ongerust
Inquiet, -été
62
Alleen
Seul(e)
63
Soms
Parfois
64
Het fantasyboek
Le roman fantastique
65
Het vervolgverhaal, de serie
La série
66
Het roddeltijdschrift
Le magazine people
67
Het onderzoek
L'enquête
68
Bijna
Presque
69
Het sms'je
Le texto
70
Het bericht, de boodschap
Le message
71
Het antwoord
La réponse
72
(Ver)sturen
Envoyer
73
Ontvangen
Recevoir
74
Aanbieden
Offrir
75
Toch
Pourtant
76
Aan de ene kant
D'un côté
77
Aan de andere kant
D'un autre côté
78
(Onder)vragen
Interroger
79
(Iemand) meenemen
Emmener
80
Ontdekken
Découvrir
81
Verlaten
Quitter
82
Samen
Ensemble
83
(Be)studere
Étudier
84
Klagen
Se plaindre
85
Verzorgen, zorgen voor
S'occuper
86
Eerst
D'abord
87
Behalve
Sauf
88
Volgens
Selon
89
Vroeger
Autrefois
90
Vertellen
Raconter
91
Ontmoeten
Renconter
92
Zich voorstellen, inbeelden
S'imaginer
93
Zich interesseren voor
S'intéresser à
94
Vergeten
Oublier
95
Uitleggen
Expliquer
96
Teruggeven
Rendre
97
De ervaring
L'expériance
98
De vergissing
L'erreur
99
Het advies, de raad
Le conseil
100
Ongelukkig
Malheureux, euse
101
Ongerust
Inquiet, ète
102
Alleen
Seul(e)
103
Soms
Parfois