H4 Flashcards
(98 cards)
1
Q
Se tromper
A
Zich vergissen
2
Q
Se promener
A
Wandelen
3
Q
S’intéresser à
A
Zich interesseren voor
4
Q
Se dépêcher
A
Zich haasten
5
Q
Se laver
A
Zich wassen
6
Q
S’amuser
A
Zich amuseren
7
Q
S’habiller
A
Zich aankleden
8
Q
Faire de la natation
A
Zwemmen
9
Q
Jouer sur l’ordinateur
A
Op de computer spelen
10
Q
Lire un livre
A
Een boek lezen
11
Q
Jouer de la guitare
A
Gitaar spelen
12
Q
Faire les devoirs
A
Huiswerk maken
13
Q
Regarder la télé
A
Tv kijken
14
Q
Faire du sport
A
Sporten
15
Q
Amoureux
A
Verliefd
16
Q
Enfantin
A
Kinderachtig
17
Q
Ouvert
A
Open
18
Q
Bavard
A
Kletserig
19
Q
Timide
A
Verlegen
20
Q
Paresseux
A
Lui
21
Q
Célèbre
A
Beroemd
22
Q
Être de bonne humeur
A
In een goed humeur zijn
23
Q
Avoir mauvais caractère
A
Chagrijnig zijn
24
Q
Avoir le sense de l’humour
A
Gevoel voor humor hebben
25
Étre (mal)honnêtte
(On)eerlijk zijn
26
Être (in)fidèle
(On)trouw zijn
27
Être gentil, sympa
Aardig zijn
28
Être têtu
Koppig zijn
29
Les jumeaux
De tweeling
30
Inséparable
Onafschijdelijk
31
La dispute
De ruzie
32
Discuter
Praten
33
Reconnaître
Herkennen
34
Réussir à
Erin slagen om te
35
Suivre
Volgen
36
Wakker worden
Se réveiller
37
Opstaan
Se lever
38
Zich wassen
Se laver
39
Tandenpoetsen
Se brosser les dents
40
Zich aankleden
S'habiller
41
Oefenen, trainen
S'entraîner
42
Gaan slapen
Se choucher
43
Het jaar
L'année
44
De dag
La journée
45
De ochtend
Le matin
46
De middag
L'après-midi
47
De avond
La soirée
48
Een maand geleden
Il y a un mois
49
Gisteravond
Hier soir
50
Kennismaken met
Faire connaissance avec
51
Ontmoeten
Rencontrer
52
Omschrijven
Décrire
53
De vriendschap
L'amitié
54
De persoonlijkheid
La personnalité
55
Het uiterlijk
Le physique
56
Het karakter
Le caractère
57
Verliefd
Amoureux
58
Egoïstisch
Égoïste
59
Verlegen
Timide
60
Lui
Paresseux
61
Beroemd
Célèbre
62
In een goed humeur zijn
Être de bonne humeur
63
Gevoel voor humor hebben
Avoir le sens de l'humour
64
Aardig zijn
Etre gentil, sympa
65
On,eerlijk zijn
Etre mal,honnête
66
On,trouw zijn
Etre in,fidele
67
Gemeen zijn
Etre méchante
68
Koppig zijn
Etre têtu
69
De sfeer
L'ambiance
70
De ruzie
La dispute
71
De belediging
L'insulte
72
Het grapje
La blague
73
Het nieuwtje
La nouvelle
74
De wandeling
La promenade
75
Het einde
La fin
76
Sporten
Faire du sport
77
Bevalt dat je
Ca te plaît
78
Antwoorden aan
Répondre à
79
Schrijven naar
Écrire
80
Zich zorgen maken
S'inquiéter
81
Haasten
Se dépêcher
82
Vermaken
S'amuser
83
Zich interesseren voor
S'interesser a
84
Wandelen
Se promener
85
Beïnvloeden
Influencer
86
Verdragen
Supporter
87
Omhelzen, kussen
Embrasser
88
Praten
Discuter
89
Verlaten, weggaan
Quitter
90
Beëindigen
Terminer
91
Echter
Pourtant
92
Reageren
Réagir
93
Ontdekken
Découvrir
94
Erin slagen om te
Réussir à
95
Plaatsvinden
Avoir lieu
96
Gezellig, prettig
Agréable
97
Lelijk
Moche
98
Waarschijnlijk
Sans doute
