3.6 Afbraak van Nutriënten in de Tractus DIgestivus Flashcards
(35 cards)
Wat is het nut van de spijsvertering?
- Het is nodig voor de afbraak van macromoleculen tot transporteerbare brokstukken
- Het voorkomt antilichaamvorming tegen dieet en eiwit
- Het garandeert een soort specifieke resynthese van lichaamseigen macromoleculen (eiwitten, glycoproteïnen, DNA, RNA)
Het is in principe niet mogelijk om door middel van een dieet de chemische samenstelling van het lichaam kwalitatief te veranderen (1 uitzondering -> Visrijke dieet is dit wel mogelijk)
Hoe wordt een polymeer afgebroken?
Met hydrolases (Spijsverteringsenzymen). Zij gebruiken water om een molecuul te splitsen (door een esterase), het polymeer wordt namelijk gehydroliseerd
Koolhydraat gesplitst door glycosidase
Vet gesplitst door esterase
Eiwit gesplitst door amidase
Reacties zijn zonder enzymen bij 37 graden te laag, verlopen spontaan
Hydrolyse levert energie -> Warmte (Geen ATP)
Handig, want H2O is altijd aanwezig in extracellulair milieu
Wat levert de hydrolyse bij de afbraak van polymeren op?
Energie in de vorm van warmte, dus niet in de vorm van ATP
Welke 5 voedingscomponenten/koolhydraten zijn er?
- Zetmeel (Amylose, Amylopectine): 60% (D-glucose)
- Glycogeen (Lever en spieren): 10% (D-glucose)
- Saccharose (Sucrose): 35% (Glucose en fructose)
- Lactose: 5% (Glucose en galactose)
- Cellulose (Kunnen we niet verbreken als het een monomeer van glucose is)
Waaruit bestaat zetmeel en welke glycosidische bindingen heeft het?
Zowel amylose als amylopectine hebben D-glucose als bouwsteen
- Glycosidische binding van amylose: alfa-1,4
- Glycosidische binding van amylopectine: alfa-1,4 en alfa-1,6
Waaruit bestaat glycogeen en welke glycosidische bindingen heeft het?
Bestaat uit D-glucose
Glycosidische binding: alfa-1,4 en alfa-1,6
Waaruit bestaat saccharose en welke glycosidische bindingen heeft het?
Bestaat uit glucose/fructose
Bevat de alfa-1,2 binding
Waaruit bestaat lactose en welke glycosidische bindingen heeft het?
Bestaat uit glucose en galactose
Bevat de bèta-1,4 binding
Waaruit bestaat cellulose en welke glycosidische bindingen heeft het?
Het is een voedingsvezel (Daardoor kunnen mensen het niet zelf verteren)
Het bestaat uit D-glucose en bèta-1,4
Hoeveel enzymen zijn er nodig om de bruikbare koolhydraten af te breken?
Er zijn 4 glycosidische bindingen:
- Alfa-1,4
- Alfa-1,6
- Alfa-1,2
- Bèta-1,4
Er zijn dus ook 4 enzymen nodig om alle koolhydraten af te breken
Hoe gaat de afbraak van zetmeel?
Speeksel geeft alfa-amylase af. Knipt alfa-1,4 bindingen en geen alfa-1,6 bindingen. Het kan geen eindstandig alfa-1,4 bindingen knippen. Het kan ook geen alfa-1,4 knippen naast een alfa-1,6
Alfa-amylase wordt in de maag geïnactiveerd en opnieuw toegevoegd in de pancreas
Er blijft uiteindelijk maltatriose, alfa-limit dextrine en maltose over
Hoe gaat de splitsing van oligo-, tri- en disacchariden aan het dunne darm oppervlak?
De maltose en maltatriose worden verder bewerkt in de glucoamylase tot glucose
Maltose wordt ook deels afgebroken door de sucrase deel van de S-I tot glucose en fructose
De alfa-limit dextrine gaat naar de S-I en maakt gebruik van het isomaltase gedeelte (De I van S-I) tot glucose
Sucrose gaat naar de S-I (Sucrase-Isomaltase) en maakt gebruik van het sucrase gedeelte tot glucose en fructose
Lactose wordt door lactase gesplitst tot galactose en glucose
Welke 3 enzymen zitten in het darmepitheel?
- Sucrase-isomaltase (S-I)
- Glucoamylase
- Lactase
Hoe worden de afbraakproducten van de splitsing van alfa-limit dextrine, maltose, maltatriose, sucrose en lactose opgenomen?
De afbraakproducten die ontstaan aan het dunne darm oppervlakte door die afbraak zijn:
- Glucose
- Fructose
- Galactose
Positionering hydrolases naast de transporters vermindert de osmotische belasting
Glucose en galactose worden opgenomen door SGLT-1 (Secundair actief, gebruikt de Na-gradiënt)
Fructose wordt opgenomen door GLUT5 (Passief, met de concentratiegradiënt mee)
Wat is het langzaamst werkende enzym aan het dunne darm oppervlak?
Lactase
Peptidases knippen eiwitten. Welke 3 peptidases zijn er en wat doen ze, door welke orgaan worden ze uitgescheiden?
Endopeptidases (1ste fase): Knipt het eiwit in het midden waardoor er een nieuwe C-terminus en N-terminus maakt. Ze worden uitgescheiden door de maag en pancreas
Aminopeptidases (3de fase): Worden uitgescheiden door het darmoppervlak en cytosol van de enterocyt. Ze knippen aan het uiteinde van de N-terminus
Carboxypeptidases (2de fase): Worden uitgescheiden door de pancreas en knippen aan het uiteinde van de C-terminus
Hoeveel dieetvet wordt er verkregen per dag en hoeveel van onze totale voedingsenergie is dit?
De aanbevolen hoeveelheid is ongeveer 100 gram/dag. Het is 30-40% van de voedingsenergie
Wat is het nut van de afbraak en resorptie van lipiden?
- Energiebron (Veel van onze energie)
- Drager van vet oplosbare vitamines (ADEK)
- Energiebron van essentiële vetzuren (Vetzuren die uit het voeding gehaald moet worden)
Wat zijn de belangrijkste componenten van het dieetvet?
- Triglycerides (90%)
- Fosfolipides (5%)
- Cholesterol (0,5%)
Hoe gaat de triglyceride afbraak door lipases (lipiden afbraak)?
Alfa-lipases hydroliseert de buitenste vetzuren. Er worden 2 vrije vetzuren (FFA) verkregen en een monoacylglycerol. Werkt in het duodenum (Zit in de pancreas)
Er zijn ook maaglipases. Voorziet 15-30% van de afbraak van vetten. Het werkt alleen bij een lage pH (Komt uit de hoofdcel). Het is pepsine-resistent en is trypsine gevoelig
Melklipase (Komt uit moedermelk). Het is HCL resistent en werkt het beste in een basisch milieu (alkalisch pH optimum). Het werkt in de darm. Het is galzout afhankelijk
Wat is het nut van maag en melklipase?
Het vormt FFA (Vrije vetzuren) als trigger voor CCK secretie door I-cellen in het duodenum
Het is essentieel voor de vetvertering van zuigelingen (neonaten). De pancreasfunctie is nu namelijk nog niet volledig
Wat heeft de pancreaslipase (alfa-lipase) nodig?
Een co-lipase. Het pancreaslipase wordt niet gesecreteerd als pro-enzym, het co-enzym wel
Actief colipase ontstaat uit inactief pro-colipase door trypsine splitsing in het duodenum. Colipase zorgt voor binding van pancreas-lipase op het oppervlak van de vetdruppen en voorkomt inactivatie door galzouten
Het pancreaslipase wordt geïnactiveerd door galzouten. Het co-enzym beschermt de pancreaslipase hiertegen
Wat zijn de 3 stadia van lipolyse?
1) Als er vet wordt gegeten ontstaan er vetbolletjes. Deze worden verkleind -> Emulsie (Vetbol -> Emulsie)
2) Aan de emulsie wordt er pancreaslipase toegevoegd en galzouten (Emulsie -> Lipide vesicles)
3) Galzouten fuseren met de vetdruppels -> Gemengde micellen (Lipide vesicles -> Gemengde micellen)
Wat zijn de lipolyse producten?
- Vrije vetzuren
- Monoacylglyceride
Ze zijn amfoteer (zowel polair als apolair) en bevorderen de gemende micelvorming