4 Flashcards
article
het artikel
elk artikel dit of dat artikel deze of die artikels/artikelen ons artikel een lang artikel
Ik moest vandaag een lang artikel lezen.
instrument
het instrument
elk instrument dit of dat instrument deze of die instrumenten ons instrument een ingewikkeld instrument
Volgens mij is cello een ingewikkeld instrument.
ear
het oor
elk oor dit of dat oor deze of die oren ons oor een bloedend oor
Oh kijk, hij heeft nu een bloedend oor!
total / sum
het totaal
elk totaal
dit of dat totaal
deze of die
ons totaal
Dat is 12 procent van het totaal.
a part
het deel
elk deel dit of dat deel deze of die delen ons deel een belangrijk deel
Een belangrijk deel van mijn baan is praten met mensen.
misunderstanding
het misverstand
elk misverstand dit of dat misverstand deze of die misverstanden ons misverstand een onvergetelijk misverstand
Tja, dat was inderdaad een onvergetelijk misverstand van mij.
victim
het slachtoffer
elk slachtoffer dit of dat slachtoffer deze of die slachtoffers ons slachtoffer een boos slachtoffer
Een boos slachtoffer wil dat hij een compensatie van de regering krijgt.
word
het woord
elk woord dit of dat woord deze of die woorden ons woord een lelijk woord
Wat is volgens jou een lelijk woord?
party
het feest
elk feest dit of dat feest deze of die feestjes ons feest een gemist feest
Oud en nieuw zou dit jaar echt een gemist feest zijn.
insight
het inzicht
elk inzicht dit of dat inzicht deze of die inzichten ons inzicht een goed inzicht
Als psycholoog moet je wel een goed inzicht hebben in de gevoelens van je cliënt.
judgment
het oordeel
elk oordeel dit of dat oordeel deze of die oordelen ons oordeel een onterecht oordeel
Hij kreeg een onterecht oordeel van zijn partner.
grass
het gras
elk gras
dit of dat gras
deze of die
ons gras
Loop niet op ons gras, godverdomme.
abuse
het misbruik
elk misbruik
dit of dat misbruik
deze of die
ons misbruik
Er heeft in de vereniging veel misbruik plaats gevonden.
season
het seizoen
elk seizoen dit of dat seizoen deze of die seizoenen ons seizoen een fijn seizoen
Na een fijn seizoen is de speler naar een buitenlandse club vertrokken.
wonder / miracle
het wonder
elk wonder dit of dat wonder deze of die wonderen ons wonder een onvergetelijk wonder
De geboorte van ons kind is zeker een onvergetelijk wonder.
bath
het bad
elk bad dit of dat bad deze of die baden ons bad een fijn bad
Wat een fijn bad heb je hier, jongen!
fact
het feit
elk feit dit of dat feit deze of die feiten ons feit een grappig feit
Dat mensen vanaf hun 16e eerder in Nederland konden drinken is inderdaad een grappig feit.
east
het oosten
elk oosten
dit of dat oosten
deze of die
ons oosten
In de toekomst zou ik wel meer van het oosten willen ontdekken.
hour
het uur
elk uur dit of dat uur deze of die uren ons uur een lang uur
De bijeenkomst zal wel een lang uur duren.
valley
het dal
elk dal dit of dat dal deze of die dalen ons dal een diep dal
De Diependal is eigenlijk niet een diep dal, hé.
ministry
het ministerie
elk ministerie dit of dat ministerie deze of die ministeries ons ministerie een belangrijk ministerie
Het ministerie van sociale zaken is natuurlijk een belangrijk ministerie.
shot
het schot
elk schot dit of dat schot deze of die schoten ons schot een hard schot
Het was een hard schot op doel, maar toch kon de doelman een redding maken.
being / creature
het wezen
elk wezen dit of dat wezen deze of die wezens ons wezen een onbekend wezen
Wat is dat?! Een helemaal onbekend wezen voor mij.