7 Flashcards
digit / mark
het cijfer
elk cijfer dit of dat cijfer deze of die cijfers ons cijfer een hoog cijfer
Ik kreeg een hoog cijfer voor mijn scriptie.
face
het gezicht
elk gezicht dit of dat gezicht deze of die gezichten ons gezicht een mooi gezicht
Die meisje heeft zeker een mooi gezicht, ja.
girl
het meisje
elk meisje dit of dat meisje deze of die meisjes ons meisje een leuk meisje
Ja, Mary is wel een leuk meisje.
restaurant
het restaurant
elk restaurant dit of dat restaurant deze of die restaurants ons restaurant een prachtig restaurant
Natuurlijk ken ik Cho Fah - het is een prachtig restaurant!
bit / little
het beetje
elk beetje dit of dat beetje deze of die beetjes ons beetje een klein beetje
Ik wil ook ijs, maar alleen een klein beetje.
area
het gebied
elk gebied dit of dat gebied deze of die gebieden ons gebied een groot gebied
Er is een groot losloopgebied in het park.
character
het karakter
elk karakter dit of dat karakter deze of die karakters ons karakter een intrigerend karakter
Hij heeft inderdaad een intrigerend karakter.
pair
het paar
elk paar dit of dat paar deze of die paren ons paar een leuk paar
Zij zouden echt een leuk paar maken, ja!
story
het verhaal
elk verhaal dit of dat verhaal deze of die verhalen ons verhaal een grappig verhaal
Dat vond ik echt een grappig verhaal.
center
het centrum
elk centrum dit of dat centrum deze of die centra/centrums ons centrum een overbodig centrum
Dat T1 is echt een overbodig winkelcentrum.
party / company
het gezelschap
elk gezelschap dit of dat gezelschap deze of die gezelschappen ons gezelschap een vrolijk gezelschap
Nou ja, en toen kwam een vrolijk gezelschap binnen.
medicine
het medicijn
elk medicijn dit of dat medicijn deze of die medicijnen ons medicijn een efficiënt medicijn
Aspirine blijft een efficiënt medicijn.
record
het record
elk record dit of dat record deze of die records ons record een onbereikbaar record
Messi heeft een bijna onhaalbaar record gezet.
fire
het vuur
elk vuur
dit of dat vuur
ons vuur
een groot vuur
We zagen een groot vuur op het eiland.
beginning
het begin
elk begin
dit of dat begin
ons begin
een mooi begin
Die nacht was een mooi begin voor ons nieuw jaar.
building
het gebouw
elk gebouw dit of dat gebouw deze of die gebouwen ons gebouw een modern gebouw
Ons bedrijf krijgt een modern gebouw.
kilogram
het kilo
elk kilo dit of dat kilo deze of die kilo's ons kilo een duur kilo
Een kilo van goud is maakt een duur kilo.
horse
het paard
elk paard dit of dat paard deze of die paarden ons paarden een snel paard
Tjongejonge, wat is dat een snel paard zeg.
traffic
het verkeer
elk verkeer
dit of dat verkeer
ons verkeer
Het verkeer is druk vandaag.
café
het café
elk café dit of dat café deze of die cafés ons café een leuk café
Kom, ik ken een leuk café dichtbij.
authority
het gezag
elk gezag dit of dat gezag deze of die gezagen ons gezag een gek gezag
Trump werd een gek gezag.
material
het materiaal
elk materiaal dit of dat materiaal deze of die materialen ons materiaal een duur materiaal
Dit jas is gemaakt van een duur materiaal.
right
het recht
elk recht dit of dat recht deze of die rechten ons recht een belangrijk recht
Vrijheid is een belangrijk recht van de mens.
object
het voorwerp
elk voorwerp dit of dat voorwerp deze of die voorwerpen ons voorwerp een gevaarlijk voorwerp
Een hamer kan een gevaarlijk voorwerp zijn.