Aardrijkskunde H15 Flashcards

examen juni (14 cards)

1
Q

Noem de vijf oceanen van de wereld.

A

De vijf oceanen zijn de Stille Oceaan, Atlantische Oceaan, Indische Oceaan, Zuidelijke Oceaan, en de Noordelijke IJszee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie factoren bepalen de beweging van zeestromen?

A

De drie factoren die de beweging van zeestromen bepalen zijn: de dichtheidsverschillen door het zoutgehalte en de temperatuur, het coriolis-effect en de wind, en de ligging van de continenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het effect van de ligging van continenten op zeestromen?

A

De ligging van de continenten beïnvloedt de route en snelheid van de zeestromen doordat de stromen langs de randen van continenten worden geleid en omgeleid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen warme en koude oppervlaktezeestromen?

A

Warme zeestromen bevatten warm water dat de lucht opwarmt en veel vocht kan vasthouden, waardoor extreme temperaturen in de winter en zomer worden beperkt. Koude zeestromen bevatten koud water dat de lucht afkoelt en weinig vocht kan vasthouden, wat leidt tot drogere gebieden langs kustgebieden in warmere regio’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tot welke diepte komen oppervlaktezeestromen voor?

A

Oppervlaktezeestromen komen voor tot op een diepte van 400 meter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat veroorzaakt voornamelijk de oppervlaktezeestromen?

A

De oppervlaktezeestromen worden voornamelijk veroorzaakt door het coriolis-effect en de wind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe beïnvloeden warme zeestromen het klimaat?

A

Warme zeestromen warmen de lucht op en laten veel vocht toe, wat extreme temperaturen in de winter en zomer beperkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe beïnvloeden koude zeestromen het klimaat?

A

Koude zeestromen koelen de lucht af en laten weinig vocht toe, wat drogere gebieden langs de kust veroorzaakt en de temperaturen in de winter lager en in de zomer hoger maakt dan normaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn diepzeestromen en tot welke diepte vinden ze plaats?

A

Diepzeestromen zijn stromingen die dieper dan 400 meter plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat veroorzaakt diepzeestromen?

A

Diepzeestromen worden veroorzaakt door dichtheidsverschillen, het zoutgehalte en de temperatuur van het water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf de stappen van de thermohaliene circulatie.

A

De stappen van de thermohaliene circulatie zijn:
o Warm water verdampt meer en blijft aan het oppervlak drijven.
o Deze stromen bewegen richting koudere plekken op aarde.
o In koudere gebieden verdampt er meer water en wordt het water zouter.
o Door de combinatie van afkoeling en toenemend zoutgehalte wordt het water zwaarder.
o Koude stromen zinken naar de bodem en bewegen over de oceaanbodem naar warmere gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de Noord-Atlantische Diepwaterpomp (NADP)?

A

De Noord-Atlantische Diepwaterpomp (NADP) is een systeem van oceaanstromen dat warme waterstromen naar koudere gebieden transporteert, waarbij het water afkoelt, zouter en zwaarder wordt, zinkt, en vervolgens terug naar warmere gebieden stroomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de pelagische zone?

A

De pelagische zone is de waterkolom tussen het oppervlaktewater en de oceaanbodem die de oceaan in verschillende lagen verdeelt op basis van diepte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verdeelt de pelagische zone de oceaan op basis van diepte?

A

De pelagische zone verdeelt de oceaan in vijf zones op basis van diepte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly