Geschiedenis H10 Flashcards

(12 cards)

1
Q

Wat hield het eurocentrisch denken over Afrika in tijdens de 19de en vroege 20ste eeuw?

A

Eurocentrisch denken hield in dat Europeanen hun eigen cultuur en westerse ideeën benadrukten zonder rekening te houden met de invloeden van andere culturen en beschavingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zagen Europeanen het binnenland van Afrika in die tijd?

A

Europeanen zagen het binnenland van Afrika als een gebied dat nog “ontdekt” moest worden en dat geen cultuur bezat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke kenmerken hadden samenlevingen in Afrika halverwege de 19de eeuw volgens de samenvatting?

A

De samenlevingen in Afrika hadden eigen machtsstructuren, handelsnetwerken en culturen, waarvan sommigen al eeuwen bestonden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke landen naast Europese staten deden ook mee aan het modern imperialisme?

A

Naast Europese staten deden ook de Verenigde Staten, Japan en Rusland mee aan het modern imperialisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van modern imperialisme zoals beschreven in de samenvatting?

A

Modern imperialisme is het streven van staten naar een groot (overzees) rijk en heerschappij over andere volkeren en gebieden tussen circa 1870 en circa 1914.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was het economisch motief achter het modern imperialisme?

A

Het economisch motief was de zoektocht naar kostbare grondstoffen en nieuwe markten om de industriële revolutie te ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe hielp kolonisatie Europese landen om te voldoen aan de behoeften van hun opkomende industrie?

A

Door te koloniseren konden Europese landen directe toegang krijgen tot natuurlijke hulpbronnen, controle uitoefenen over handelsroutes en nieuwe afzetmarkten creëren voor hun overproductie van goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was het politieke motief voor Europese staten om hun grondgebied uit te breiden?

A

Het politieke motief was het vergroten van nationale macht en aanzien ten opzichte van andere machtige staten en het versterken van geopolitieke posities.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was het doel van de Conferentie van Berlijn?

A

Het doel van de Conferentie van Berlijn was om Afrika onder de Europese landen te verdelen zonder onderling conflict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat hield het culturele motief in voor het modern imperialisme?

A

Het culturele motief hield in dat Europeanen hun samenlevingen als geavanceerder beschouwden en het als hun morele plicht zagen om beschaving en het christendom naar minder ontwikkelde samenlevingen te brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke impact had de Conferentie van Berlijn op de etnische groepen in Afrika?

A

De conferentie leidde tot kunstmatige grenzen die vaak dwars door traditionele etnische gebieden liepen, zonder rekening te houden met bestaande etnische grenzen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de gevolgen van de kunstmatige grenzen die tijdens de Conferentie van Berlijn werden getrokken?

A

De gevolgen van de kunstmatige grenzen waren conflicten tussen verschillende etnische gemeenschappen en het ontstaan van landen met diverse etnische groepen binnen hun grenzen, wat nog steeds voelbaar is in de hedendaagse geopolitiek en etnische relaties in Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly