Geschiedenis H8 Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wat is socialisme en waarom ontstond het als reactie op het industriële kapitalisme in de 19de eeuw?

A

Socialisme is een ideologie die streeft naar een gelijke verdeling van rijkdom en bezit onder de samenleving. Het ontstond als reactie op het industriële kapitalisme in de 19de eeuw vanwege de ongelijke klassensamenleving en de ellendige werk- en leefomstandigheden van de proletariërs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie factoren leidden tot de ontwikkeling van socialistische ideeën in de 18e en 19e eeuw?

A

2 a) Het kapitalistische systeem waar winst maken voorop stond,
b) het ontstaan van de ongelijke klassensamenleving vanaf de Industriële Revolutie,
c) de ellendige werk-, woon- en leefomstandigheden van de proletariërs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ideologieën over gelijkheid ontstonden tijdens de Franse Revolutie?

A

Ideologieën over gelijkheid, waaronder socialisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de definitie van socialisme zoals gegeven in de samenvatting?

A

Verzamelnaam voor alle ideologieën die streven naar een samenleving op basis van sociale rechtvaardigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de belangrijkste kritiek van socialisten op het kapitalistische systeem?

A

Socialisten bekritiseren het kapitalistische systeem omdat het de nadruk legt op winst maken, wat leidt tot ongelijkheid en slechte leefomstandigheden voor de arbeidersklasse.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie was Karl Marx en wat was zijn visie op de geschiedenis?

A

Karl Marx was een Duitse filosoof en de grondlegger van het communisme. Hij zag de geschiedenis als een klassenstrijd tussen rijk en arm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent “klassenstrijd” volgens Marx?

A

Klassenstrijd is het maatschappelijke conflict tussen de onderdrukten (proletariaat) en de onderdrukkers (bourgeoisie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was het uiteindelijke doel van de revolutie die Marx voorstelde?

A

Het uiteindelijke doel van de revolutie was een klasseloze maatschappij zonder staatsgrenzen en privébezit, waarin alle rijkdom eerlijk werd verdeeld op basis van behoeften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat onderscheidt de sociaaldemocratie van het communisme?

A

De sociaaldemocratie is minder radicaal dan het communisme en streeft naar sociale hervormingen via democratische processen in plaats van revolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe probeerden sociaaldemocraten sociale hervormingen te bereiken?

A

Sociaaldemocraten probeerden sociale hervormingen te bereiken door middel van betogingen en samenwerking met andere politieke partijen, zoals christendemocraten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem enkele sociale wetten die tot stand zijn gekomen door de inspanningen van sociaaldemocraten.

A

Enkele sociale wetten zijn: de invoering van de achtenveertigurenweek, verbod op arbeid voor jonge kinderen, invoering van de leerplicht, recht op ouderdomspensioen, zondagsrust en wet op arbeidsongevallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly