Adverbs 1

Question 1

Do you already have children

Answer 1

Heb jij al kinderen

Question 2

We slowly walk home

Answer 2

Wij lopen lanzaam naar huis

Question 3

We cook the meat well

Answer 3

We koken het vlees goed

Question 4

She quietly drinks her milk

Answer 4

Ze drinkt rustig haar melk

Question 5

Sometimes I bike fast

Answer 5

Soms fiets ik snel

Question 6

The baby does not sleep well

Answer 6

De baby slaapt niet goed

Question 7

His son is quickly getting big

Answer 7

Zijn zoon wordt snel groot

Question 8

Yes I know him well

Answer 8

Ja ik ken hem goed

Question 9

He is already a man

Answer 9

Hij is al een man

Question 10

Their house is already big

Answer 10

Hun huis is heel groot

Question 11

Then he goes home

Answer 11

Dan gaat hij naar huis

Question 12

I want a sandwich too

Answer 12

Ik wil ook een boterham

Question 13

However his parents still live there

Answer 13

Maar zijn ouders wonen daar nog steeds

Question 14

He has a lot of pets

Answer 14

Hij heeft heel veel huisdieren

Question 15

That is also nice

Answer 15

Dat is ook leuk

Question 16

We are fast and so are you

Answer 16

Wij zijn snel en jullie ook

Question 17

Then he goes home

Answer 17

Dan gaat hij naar huis

Question 18

Then it is fine

Answer 18

Dan is het goed

Question 19

Are you still in Amsterdam

Answer 19

Ben je nog in Amsterdam

Question 20

He drinks and writes then

Answer 20

Hij drinkt en schrjft dan

Question 21

The soup is very warm

Answer 21

De soep is heel warm

Question 22

No they are still not here

Answer 22

Nee, ze zijn hier nog steeds niet

Question 23

Some children do not like brown bread

Answer 23

Sommige kinderen houden niet van bruin brood niet

Question 24

Yes we are still here

Answer 24

Ja we zijn hier nog steeds

Question 25

Are you going too

Answer 25

Gaan jullie ook

Question 26

Your dog is so big

Answer 26

Jouw hond is zo groot

Question 27

I love almost all animals

Answer 27

Ik houd van bijna alle dieren

Question 28

Do you come here often

Answer 28

Kom je hier vaak

Question 29

Sorry but the box is completely full

Answer 29

Sorry maar de doos zit helemaal vol

Question 30

He often buys expensive clothes

Answer 30

Hij koopt vaak dure kleren

Question 31

Usually I wear a purple hat

Answer 31

Meestal draag ik een paarse hoed

Question 32

My son often asks me questions

Answer 32

Mijn zonon stelt me vaak vragen

Question 33

He is turning completely red

Answer 33

Hij worrdt helemaal rood

Question 34

Which newspaper do you usually read

Answer 34

Welke krant lees je meestal

Question 35

My glass is almost empty

Answer 35

Mijn glas is bijna leeg

Question 36

Her answer is completely correct

Answer 36

Haar antwoord is helemaal goed

Question 37

We are not friends at all

Answer 37

Wij zijn helemaal geen vrienden

Question 38

The horse is walking so slowly

Answer 38

Het paard loopt zo langzaam

Question 39

I am not so old

Answer 39

Ik ben niet zo oud

Question 40

We have almost no water

Answer 40

We hebben bijna geen water

Question 41

Almost everybody has a name

Answer 41

Bijna iedereen heeft een naam

Question 42

My mother usually drinks milk

Answer 42

Mijn moeder drinkt meestal melk

Question 43

I would like some clothes

Answer 43

Ik wil graag wat kleren

Question 44

It is raining again

Answer 44

Het regent weer

Question 45

The two sisters do everything together

Answer 45

De twee zussen doen alles samen

Question 46

When? Soon?

Answer 46

Wanneer? Straks?

Question 47

I am completely alone

Answer 47

Ik ben helemaal alleen

Question 48

Here I am again

Answer 48

Hier ben ik weer

Question 49

They are going together to the park

Answer 49

Ze gaan samen naar het park

Question 50

Willem and I often eat together

Answer 50

Willem en ik eten vaak samen

Question 51

I would like some milk please

Answer 51

Ik wil graag nog wat melk alsjeblieft

Question 52

You would like the pepper

Answer 52

Je wilt graag de peper

Question 53

My sister buys not only a dress but also a hat

Answer 53

Mijn zus koopt niet alleen een jurk maar ook een hoed

Question 54

If you do not have it then where is the bag

Answer 54

Als jij hem niet hebt waar is de tas dan

Question 55

We are going to the park soon

Answer 55

We gaan straks naar het park

Question 56

Not now but soon

Answer 56

Niet nu maar straks

Question 57

We have clean socks again

Answer 57

We hebben weer schone sokken

Question 58

She speaks not only English but also Dutch

Answer 58

Zij spreekt niet alleen Engels maar ook Nederlands

Question 59

We not only eat fish but meat also

Answer 59

Wij eten niet allen vis maar ook vlees

Question 60

I would like a glass of red wine

Answer 60

Ik wil graag een glas rode wijn

Question 61

When do I see you again

Answer 61

Wanneer zie ik jullie weer

Question 62

We are making wine ourselves

Answer 62

We maken zelk wijn

Question 63

The dog is gone

Answer 63

De hond is weg

Question 64

The babies are finally sleeping

Answer 64

De baby's slapen eindelijk

Question 65

All of you

Answer 65

Jullie allemaal

Question 66

I am suddenly hungry

Answer 66

Ik heb opeens honger

Question 67

Yes we are coming immedietly

Answer 67

Ja we komen meteen

Question 68

The man usually cooks by himself

Answer 68

Meestal kookt de man zelf

Question 69

We are all humans

Answer 69

We zijn allemaal mensen

Question 70

It is suddenly very cold

Answer 70

Het is opeens heel koud

Question 71

We are leaving

Answer 71

We gaan weg

Question 72

I do it myself

Answer 72

Ik doe het zelf

Question 73

When are we finally going home

Answer 73

Wanneer gaan we eindelijk naar huis

Question 74

It is finally getting warm

Answer 74

Het wordt eindelijk warm

Question 75

Do you all want a sandwich with cheese

Answer 75

Willen jullie allemaal een boterham met kaas

Question 76

The baby gets food immediately

Answer 76

De baby krijgt meteen eten

Question 77

The book becomes suddenly enjoyable

Answer 77

Het boek wordt opeens leuk

Question 78

If I see him I will immediately say hello

Answer 78

Als ik hem zie zeg ik meeten hello

Question 79

Is the water warm yet

Answer 79

Is het water al warm

Question 80

The man is speaking slowly and calmly

Answer 80

De man spreekt langzaam en rustig

Question 81

I quickly eat a sandwich

Answer 81

Ik eet snel een boterham

Question 82

Why are you walking slowly

Answer 82

Waarom loop je langzaam

Question 83

Sometimes I bike fast

Answer 83

Soms fiets ik snel

Question 84

The duck is quietly swimming in the water

Answer 84

De eend zwemt rustig in het water

Question 85

I still see her

Answer 85

Ik zie haar nog steeds

Question 86

We like seeing you

Answer 86

Wij zien je graag

Question 87

We often drink coffee

Answer 87

Wij drinken vaak koffie

Question 88

Which newspaper do you usually read

Answer 88

Welke krant lees je meestal

Question 89

The baby does not sleep well

Answer 89

De baby slaapt niet goed

Question 90

You like to cook

Answer 90

Jij kookt graag

Question 91

I like to swim

Answer 91

Ik zwem graag

Question 92

Hij neemt me weg van hier

Answer 92

He takes me away from here