Numbers 1 Flashcards

(85 cards)

1
Q

I have nine names

A

Ik heb negen namen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

The girl has ten brothers

A

Het meisje heeft tien broers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eight cows eat a lot

A

Acht koeien eten veel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Seven is less than eight

A

Zeven is minder dan acht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

I want less milk

A

Ik wil minder melk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

I want the last blue shirt

A

Ik wil het laatste blauwe hemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

I have the last books

A

Ik hab de taatste boeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Three and five are numbers

A

Drie en vijf zign nummers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

The old man is writing his first book

A

De oude man schrijft zijn eerste boek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

She is my fathers second wife

A

Ze is de tweede vrouw van mijn vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dinner is the third meal

A

Het avondeten is de derde maaltijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

The fourth plate of pasta is for him

A

Het vierde bord pasta is voor hem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

The dog is eating my last strawberry

A

De hond eet mijn laatste aardbei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eleven against thirteen

A

Elf tegen dertien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fourteen, fifteen and sixteen are numbers

A

Veertien, vijftien en zestien zijn nummers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

He gets twelve books and thirteen plates

A

Hij krijgt twaalf boeken en dertien borden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

We have sixteen newspapers

A

Wij hebben zestien kranten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

The child reads twelve books

A

Het kind leest twaalf boeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Thirteen comes after twelve

A

Dertien komt na twaalf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Zero is not much

A

Nut is niet veel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Twenty ducks swim in the water

A

Twinig eenden zwemmen in het water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Nineteen past eight

A

Negentien over acht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

She is seventeen

A

Zij is zeventien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

I am the sixth son

A

Ik ben de zesde zoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Nineteen is a number
Negentien is een nummer
26
Here I am
Hier ben ik
27
We have seventeen more sandwiches
Wij hebben nog zeventien boterhammen
28
They have only a few sandwiches
Ze hebben maar een paar boterhammen
29
We walk more than twenty kilometers
We lopen meer dan twintig kilometer
30
The tail is five meters long
De staart is vijf meter lang
31
Ten elephants that is too many
Tien olifanten dat is te veel
32
I have a small amount of cheese
Ik heb een kleine hoeveelheid kaas
33
A large amount of books
Een grote hoeveelhied boeken
34
I am cooking soup for five men
Ik kook soep voor vijf mannen
35
We have eight more apples
We hebben nog acht aappels
36
That is her first child
Dat is haar eerst kind
37
The flag of the Netherlands has three colours
De vlag van nederland heeft drie kleuren
38
The boy wants four apples
De jongen wil vier appels
39
She has two dogs and three cats
Ze heeft twee honden en drie katten
40
I have one brother
Ik heb een broer
41
One child is enough
Een kind is genoeg
42
We have more than five newspapers
Wij hebben meer dan vijf kranten
43
Three is more than two
Drie is meer dan twee
44
The four women are drinking green tea
De vier vruwen drinken groene thee
45
Four ducks and a goose
Vier eenden en een gans
46
Nine elephants, that is not enough
Negen oilphanten, dat is niet genoeg
47
He has a dog and six cats
Hij heeft een hond en zes katten
48
You are getting six books from me
Je krijgt zes boeken van me
49
He eats less bread
Hij eet minder broed
50
Breakfast is the first meal
Het ontbijt is de eerste maaltijd
51
That is the fourth elephant
Dat is de vierde olifant
52
Yes I want a second glass of wine
Ja, ik wil een tweede glas wijn
53
The third sheep sleeps
Het derde schaap slaapt
54
The second duck is small
De tweede eend is kleine
55
She is eating a third egg
Ze eet een derde ei
56
Do you see sixteen elephants
Zien jullie zestien olifanten
57
The boy is eating eleven sandwiches
De jongen eet elf boterhammen
58
Eleven people sleep here
Hier slapen elf mansen
59
I have eighteen horser
I have eighteen horses
60
Seventeen birds are coming to the Netherlands
Zeventien vogels komen naar Nederland
61
I am the sixth son
Ik ben de zesde zoon
62
The old man drinks too much beer
De oude man drinkt te veel bier
63
Fifteen maar kilometer
Vijftien maar kilometer
64
Her brother is two meters tall
Zijn broer is twee meter lang
65
I have only one sock
Ik heb maar een sok
66
The girl is thier fourth daughter
Het meisje is hun veierde dochter
67
No, I do not want your number
Nee, ik wil je nummer
68
The child wants more than one shoe
Het kind wil meer dan een schoen
69
The woman has four children
De vrouw heeft vier kinderen
70
Two elephants against one bear
Twee olifanten tegen een beer
71
A table for four please
Een tafel voor vier alstublieft
72
The see six elephants
Zij zien zes olifanten
73
I see seven colours
Ik zie zeven kleuren
74
Moor women, fewer men
Meer vrouwen minder mannen
75
The horse eats ten apples
Het paard eet tien appels
76
Saskia has seven white ducks
Saskia heeft zeven witte eenden
77
One is the first number
Een is het eerste nummer
78
Twelve brown birds
Twaalf bruine vogels
79
Eighteen cats play
Achtien katten spelen
80
She wears twenty coats
Zij draagt twintig jassen
81
The seventeen turtles are slow
De zeventien schildpaden zijn langzaam
82
Am I wearing too many clothes
Drrag ik te veel kleren
83
It is seven kilometers to my house
Het is zeven kilometer naar mijn huis
84
You drink too much coffee
Jij drinkt te veel koffie
85
I want one more glass of wine
Ik wil nog een glas wijn