AFP 1 Stress en shock Flashcards
(20 cards)
Benoem 5 hoofd functies van het vegetatieve zenuwstelsel
- Circulatie
- Spijsvertering
- Uithsceiding
- Ademhaling
- Begrenzing door huid
Wat is stress? (2)
- Het gevoel van veranderingen in het lichaam ten gevolge van een probleem of onverwachtse situatie
- Vaak stereotype neuronale of hormonale reacties van de hypothalamus, hypofyse, sympaticus en bijnieren
Benoem 2 vormen van stress en daar een oorzaak bij
- Positief = pretpark
- Negatief = ongeluk
Benoem 6 uitingen van stress
- Hartkloppingen
- Klamme handen
- Bleke huid
- Slechte eetlust
- Diarree
- Hoge bloeddruk
De sympaticus stimuleert 8 katabole functies
- Hartactie omhoog
- Bloeddruk omhoog
- Verandering bloedverdeling
- Luchtwegverwijding
- Pupilverwijding
- Bloedglucose spiegel omhoog
- Afgifte van vetzuren uit vetweefsel = liplyse
- Bloedstolling omhoog
Bij langdurige en chronische stress blijven cortisol en adrenaline hoog, ook thyroxine en het groeihormoon gaan omhoog, benoem 6 gevolgen
- Verhoogd metabolisme
- Afbraak van vetweefsel
- Afbraak eiwitten daardoor zwakte
- Vatbaar voor ziekten en infecties
- Hoge bloeddruk
- Vermagering
Benoem het verloop van stress bij bijv. onweer (9)
- Zintuigen nemen onweer waar
- Zintuigen gaan naar de Hersenschors, limbisch systeem en naar formatio reticularis
- Vanuit het limbisch systeem en formatio reticularis gaan de prikkels door naar de hypothalamus
- De formatio reticularis zorgt voor spiertonus en alertheid verhoging
- Vanuit de hypothalamus gaat het via de CRH (corticotrofine releasing hormoon) naar de hypofyse en naar de sympaticus
- Vanuit de hypofyse gaat het via ACTH (adrenocorticotroop hormoon) naar de bijnierschors en geeft de sympaticus het door naar het bijniermerg
- De bijnierschors produceert cortisol wat verhoogd glucose geeft en gericht is op actie
- De sympaticus geeft noradrenaline wat zorgt voor stimulering katabole functies en gericht op actie
- Het bijniermerg geeft adrenaline wat ook zorgt voor stimulering van katabole functies en gericht is op actie
Benoem de definitie van shock
shock is een absoluut of relatief tekort aan circulerend volume
Benoem de definitie van een relatief te kort bij shock
Je hebt dan wel genoeg volume en bloed, maar zit het op de verkeerde plek
Benoem de definitie van absoluut tekort bij shock
Je hebt dan te weinig bloed en volume
Benoem 3 vitale organen
Hart, nieren en hersenen
Waarom vallen de longen bij shock niet onder vitale organen
Krijgen sowieso bloed met zuurstof bij shock
Hoe worden hart en vaten aangestuurd bij shock (2)
- Hormonaal = adrenaline vanuit de bijnieren medulla, zorgt voor vasoconstrictie
- Neuraal = autonome/vegetatieve zenuwstelsel, de sympaticus stuurt de arteriolen aan en zorgt voor vasoconstrictie
Benoem 3 organen die bij shock minder bloed krijgen
- Huid (patient niet toedekken)
- Maagdarm kanaal (geen drinken geven, misselijkheid)
- Spieren niet actief (laten liggen)
Welk soort shock hoort bij:
- oorzaak = lekkage door inwendig/uitwendig bloed/vocht verlies
- bloeddruk = laag
- pols = snel, tachycardie en zwak voelbaar
- ademhaling = snel, tachypneu
- huid = bleek en klam door vasoconstrictie en geen nieuwe talgtoevoer
- behandeling = infusie, vullen (ringerlactaat)
Hypovolemische shock
Welk soort shock hoort bij:
- oorzaak = direct verminderde hartfunctie
- bloeddruk = laag, er word niet gepompt en er is stuwing in het veneuze stelsel
- pols = laag of geen, nauwelijks voelbaar
- ademhaling = tachypneu
- huid = bleek en klam door vasoconstrictie
- behandeling = zorgen dat het hart weer gaat pompoen, reanimeren
Cardiale shock
Welk soort shock hoort bij:
- oorzaak = circulatie volledig afgesloten
- bloeddruk = laag, er is minder of geen toevoer
- pols = laag, stroomt niet meer
- ademhaling = tachypneu, happen naar adem
- huid = bleek en klam
- behandeling = afsluiting opheffen (operatie) en bloedverdunners
Obstructieve shock
Welk soort shock hoort bij:
- oorzaak = capillairen gaan ineens open staan, verkeerde verdeling bloedvolume
- bloeddruk = laag, bloed zit op verkeerde plek
- pols = begin tachycardie, neemt daarna af
- ademhaling = tachypneu
- huid = rood en warm, als het te lang duurt bleek
- behandeling = vasoconstrictie (epipen of adrenaline) of vullen met infuus
Distributieve shock
Benoem 4 soorten distributieve shock
- anafylactisch
- toxisch
- septische
- Neurogene
Benoem 6 verschijnselen die passen bij shock
- snelle, zwakke pols, hartkloppingen en bloeddrukdaling
- snelle ademhaling, hijgen
- dorst, droge mond en misselijkheid
- Daling urineproductie (zie je niet meteen)
- Onrust, bewustzijnsverlies
- Bleke, koude, zweterig, klam, rillerig, ingevallen, spitse neus en koude ledematen