OZT 1 en 2 Osteosynthesemateriaal verdieping en femurfracturen Flashcards

(22 cards)

1
Q

Wat betekend AO en wat zijn hiervan de 4 doelen

A

AO = arbeidsgemeenschap voor osteosynthesemateriaal
1. anatomische repositie van de fractuur
2. Rigide fixatie van de fractuur
3. een pijnvrije herstelperiode voor de patient
4. sparen van de vascularisatie door de weke delen zo min mogelijk te beschadigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een LISS of MIPO plaat?
1. toepassing
2. betekenis MIPO
3. methode

A
  1. worden toegepast bij distale femur, proximale tibia en bekken
  2. minimaal invasieve plaat osteosynthese
  3. minimaal invasief, percutaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van een fixateur externe

A

Is een metalen raamwerk aan de buitenkant van het lichaam, waarmee de botstukken van de breuk in de gewenste stand worden gehouden. Het raamwerk word tijdens een operatie met pennen in het bot vast gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Benoem 5 redenen waarom een fixateur externe te plaatsen

A
  1. bij ernstige open botbreuken
  2. tijdelijke stabilisatie bij ernstige trauma
  3. weke delen sparing
  4. bot verlenging of correctie van afwijkingen
  5. wanneer interne fixatie niet mogelijk is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bij welke lange pijpbeenderen kan men er voor kiezen om een intramedullaire pen te geberuiken (5)

A
  1. humerus
  2. radius
  3. ulna
  4. femur
  5. tibia
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bij intramedullaire pennen vergrendel je de pen proximaal en distaal met schroeven, benoem 3 risico’s die hierdoor aanzienlijk verminderen

A
  1. risico tot angulatie
  2. risico tot rotatie
  3. risico op lengte verandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

benoem 3 nadelen van een fixateur externe

A
  1. open verbinding
  2. neemt ruimte in
  3. verzorging kan vrij lastig zijn, denk aan verband aan leggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

benoem 4 voordelen van intramedullaire pennen

A
  1. inbreng plaats vaak niet dezelfde als trauma plaats
  2. minimaal invasief in te brengen
  3. goede methode om botlengte te behouden bij instabiele fractuur
  4. neemt krachten over van het bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

benoem 3 nadelen van intramedullaire pennen

A
  1. technisch soms moeilijk
  2. voor distale vergrendeling nog geen goede techniek bedacht
  3. het verruimen van de isthmus kan lijden tot botzwakte en risico op blowout (doorbreken van schacht door de druk)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer gebruik je
1. geboorde pennen
2. ongeboorde pennen
3. gladde pennen
4. telescopische pennen

A
  1. wanneer isthmus verruiming nodig is
  2. wanneer geen isthmus verruiming nodig is
  3. geen fixatie met schroeven nodig is
  4. bij kinderen met botten breek ziekte = osteosynbthese imperfecta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

benoem 7 risico’s pitfalls bij intramedullaire pennen

A
  1. slechte repositie
  2. geen pen passage
  3. angulatie en rotatie fouten
  4. geen goede compressie, voordeel van dynamische vergrendeling verdwijnt
  5. te weinig rontgen controle (na iedere 2 stap, 2 richtingen AP en lateraal)
  6. valse route van pen
  7. valse route van schroef
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem 4 toepassingen van biomateriaal of botvervangers

A
  1. vullen van botdefecten
  2. om bijv. botgroei te stimuleren en te stabiliseren
  3. bij kaak en tand voor het opbouwen van kaak bot voor implantaten
  4. bij niet genezende fracturen om genezing te bevorderenbi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

biomateriaal en botvervangers moeten de volgende elementen bezitten
1. osteogenese =
2. osteo inductie =
3. osteoconductie =

A
  1. mogelijkheid om nieuw bot te creëren
  2. het stimuleren van stamcellen naar botvormende cellen
  3. bevordering van hechting van osteogenetische voorloopcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Collum = hals fracturen, benoem 3 soorten collum fracturen

A
  1. mediale collum fractuur (naar kop toe)
  2. intermediare collum fractuur (in het midden van de hals)
  3. laterale collum fractuur (naar schacht toe)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe noemen we de afwijking van bijv. knieën naar buiten? en naar binnen?

A
  1. naar buiten = Varus
  2. naar binnen = valgus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benoem 4 toepassingen van gecannuleerde schroeven bijeen femur fractuur

A
  1. bij een mediale collum fractuur
  2. bij jonge mensen
  3. wanneer er geen dislocatie is van de kop
  4. is zo wel open als percutaan in te brengen
17
Q

Benoem de indicatie (2) voor een dhs schroef (dynamische heup schroef)

A
  1. mediale collum fractuur
  2. per trochanter femur fractuur
18
Q

benoem de 4 onderdelen van een dhs schroef

A
  1. plaat met schroefgat
  2. lockingbolt
  3. anti rotatie schroef
  4. locking schroef
19
Q

benoem 2 pitfalls van een dhs schroef

A
  1. collum schroef te veel naar craniaal of anterieur geplaatst
  2. het niet parallel eindigen met handvat schroevendraaier collum schroef
20
Q

benoem 6 complicaties bij een dhs schroef

A
  1. kop necrose
  2. non union
  3. bloeding
  4. trombose
  5. pneumonie
  6. wondinfectie
21
Q

wat is de indicatie voor een kophals prothese

A

mediale collum fractuur

22
Q

wat is het verschil tussen een thp en khp

A

bij een khp blijft het acetabulum intact