Anatomie & fysiologie zenuwstelsel Flashcards
(9 cards)
1
Q
Centraal zenuwstelsel (hersenen & ruggenmerg)
A
- Zenuwweefsel: zenuwcellen prikkeloverdracht dmv elektrische impuls over celwand, uiteinde zenuwcel - neurotransmitter - volgende zenuwcel produceert impuls
- Synaps: 2 zenuwcellen die bij elkaar komen
- Axon: lange uitloper cellichaam die signalen leidt
- Neuron: bouwstenen zenuwstelsel
- Dendriet: vertakte uitloper neuron
- Steunweefsel: bindweefselcellen bescherming zenuwcellen
- Astrocyten: netwerk waar zenuwcellen, extra barrière
- Oligodedrocyten & microgliacellen: steunend, voedingsstoffen, bacteriën doden bloed-hersen-barrière
2
Q
Hersenen
A
- Dura mater: hard vlies
- Arachnoïdea: zacht vlies
- Pia mater: zacht vlies
- Beschermd door: schedel, liquor cerebrospinalis, steun bindweefselcellen
- Helften verbonden dikke bundel zenuwvezels
- 4 holten (hersenventrikels)
3
Q
Grote hersenen: cerebrum
A
- Buitenste laag veel plooien & windingen
- Cortex: grijze laag: cellichamen zenuwcellen met anderen in verbinding aan buitenkant. Witte laag: voornamelijk axonen omgeven door myeline
- Reukcentrum: knobbels naar voeren uit elke helft, zenuwuitlopers zintuigcelen neus door kleine gaatjes schedel naar reukhersenen (zeefbeen)
- Chiasma opticum: oogzenuwen kruisen elkaar
- Gehoororgaan: geluiden opvangen oren, signalen middenhersenen, verder naar gehoorcentra cortex
- Tast & smaak
- Motorische centra: reguleren vrijwillige bewegingen
- Tussen zintuig- & motorische centra: associatievelden (geheugen, bewustzijn & wil)
- Limbisch systeem: emotie, motivatie & genot, onderzijde
- Functie: hogere cognitieve functies (denken, redeneren, plannen)
4
Q
Tussenhersenen: di-encefalon
A
- Thalamus (filter prikkels), hypothalamus, hypofyse, epifyse, derde ventrikel (hersenvocht)
- Biologische klok: ogen lichtsterkte, serotonine, melatonine
- Geslachtscyclus: voorjaar langere daglengte, hypo’s GnRH & FSH
- Honger: voedselreserve verbuikt - geregistreerd - samentrekken & rommelen maag
5
Q
Hersenstam: middenhersenen, spons & verlengde merg
A
- Onwillekeurige bewegingen & reflexen, belangrijke levensfuncties, aantal reflexen
- Nervus vagus: cruciale rol levensfuncties
6
Q
Kleine hersenen: cerebellum
A
- Op hersenstam achter grote hersenen
- Fijne motoriek, coördinatie, timing, nauwkeurigheid die in cortex op gang
- Schade: schokkerige bewegingen & evengewichtsproblemen
7
Q
Ruggenmerg
A
- Midden kleine holte in lengte: voortzetting 4e hersenholte met liquor cerebrospinalis
- Dorsale hoornen: prikkels uit spieren
- Ventrale hoornen: prikkels naar spieren
- Axonen samen tot 1 ruggenmergzenuw
- Ganglion: verdikking, ruggenmergzenuw uit wervel, zenuwsignalen axon ene cel naar dendriet andere
- Beschadiging 4-5e lendenwervel: paralyse achterste deel
- Functie: signalen hersenen naar perifere zenuwstelsel & andersom, uitvoering reflexen
8
Q
Perifere zenuwstelsel
A
- Prikkels uit lichaam naar centrale zenuwstelsel leiden & andersom
- Gevoelszenuwen/sensibele zenuwen: signalen lichaam naar hersenen sturen
- Motorische zenuwen: signalen hersenen naar spieren of klieren vervoeren
- Upper motor neurons: cellichamen hersenen, axon naar caudaal
- Lower motor neurons: cellichaam in ruggenmerg, axon naar spiere
- Dendrieten van lmn in verbinding axonen 1 of meerdere umn
- Plexus: netwerk zenuwweefsel in perifere zenuwstelsel
9
Q
Autonome & somatische zenuwstelsel
A
- Autonoom: reguleert onbewuste processen
- Sympathisch: actie
- Parasympatisch: rust
- Somatisch: reguleert bewuste handelingen