Anesthesie middelen

Question 1

a2 agonisten

Answer 1

(dex)medetomidine & xylazine

Question 2

Minor tranquilizers

Answer 2

diazepam & midazolam

Question 3

Major tranquilizers

Answer 3

acepromazine

Question 4

Opiaten

Answer 4

methadon & buprenorphine

Question 5

Inductie

Answer 5

propofol, ketamine & alfaxalone

Question 6

Inhalatie

Answer 6

isofluraan

Question 7

Werking a2 agonisten

Answer 7

Sedatie, (matige) analgesie & spierrelaxatie

Question 8

Bijwerking a2 agonisten

Answer 8

Braken, hijgen, bradycardie, lastig bloedprikken

Question 9

Antagonist a2 agonisten

Answer 9

atipamezole

Question 10

Bijwerking antagonist a2 agonisten

Answer 10

Braken, hijgen

Question 11

Werking minor tranquilizers

Answer 11

Lichte sedatie, spierrelaxatie, angstonderdrukkend, eetlustopwekkend (K).
Geschikt voor epilepsiepatiënten

Question 12

Bijwerking minor tranquilizers

Answer 12

Hypotensie, bradycardie, deling ademhalingsfrequentie

Question 13

Werking major tranquilizers

Answer 13

Sedatie, spierrelaxatie, (matig) angstonderdrukkend, anti-emetisch

Question 14

Bijwerking major tranquilizers

Answer 14

Tremoren, excitatie, tachycardie, daling ademhalingsfrequentie.
Niet geschikt epilepsiepatiënten

Question 15

Werking opiaten

Answer 15

Lichte sedatie, sterke analgesie

Question 16

Bijwerking opiaten

Answer 16

Bradycardie, ademdepressie

Question 17

Antagonist opiaten

Answer 17

naloxon

Question 18

Werking propofol

Answer 18

Hypnose, geen analgesie

Question 19

Bijwerking propofol

Answer 19

Hypotensie, ademhalingsapneu

Question 20

Werking ketamine

Answer 20

Oppervlakkige slaap, anti0emetisch, goede analgesie

Question 21

Bijwerking ketamine

Answer 21

Spierstijfheid, krampen, speekselen, onrustige recovery

Question 22

Werking alfaxalone

Answer 22

Snelle inductie, weinig analgesie, spierrelaxatie

Question 23

Bijwerking alfaxalone

Answer 23

Ademhalingsapneu

Question 24

Werking isofluraan

Answer 24

Hypnose, matige analgesie, spierrelaxatie

Question 25

Bijwerking isofluraan

Answer 25

Hypotensie, depressie van respiratie- & circulatiesysteem

Question 26

Oppervlakte anesthesie

Answer 26

Lokaal anestheticum op huid/slijmvliezen, bijv. larynx bij intuberen

Question 27

Infiltratie anesthesie

Answer 27

Inspuiten anestheticum om bepaald gebied te verdoven, bijv. keizersnede teef

Question 28

Geleidingsanesthesie

Answer 28

Toedienen anestheticum rondom grotere zenuw die een bepaald gebied innoveert, bijv. epiduraal