Angststoornissen Flashcards
(44 cards)
Angst
De fysiologische en emotionele reactie van het centrale zenuwstelsel op een serieuze dreiging voor de gezondheid van het organisme
Angstigheid
De fysiologische en emotionele reactie van het centrale zenustelsel op een vaag gevoel van dreiging voor de gezondheid van het organisme
Gegeneraliseerde angststoornis
Een stoornis gekenmerkt door persistente en utigesproken gevoelens van angstigheid en zorgen over verschillende activteiten en situaties
Gegeneraliseerde angststoornis
- checklist
- > 6 maanden last van onevenredige, oncontroleerbare en voortdurende angst en zorgen voor verschillende zaken
- volgende sympomen (3): gespanneheid, vermoeidheid, concentratieproblemen, geïrriteerdheid, spierspanning en slaapproblemen
- significante subjectieve last of interferentie met dagelijkse leven
Gegeneraliseerde angststoornis
- sociaal-cultureel persepctief
- GAS ontwikkeld zich vaker bij mensen die zich bevinden in gevaarlijke sociale omstandigheden
- verschillende vormen van sociale stress: armoede, discriminatie, onveiligheid
Seperatie angst
- vaakst voorkomende stoornis bij kinderen
- in DSM-5 ook voor volwassenen
- categorisatie als stoornis is controversieel
Gegeneraliseerde angststoornis
- Psychodynamisch perspectief
- volgens Freud ervaren alle kinderen angs
- realistische angst, neurotische angst en morele angst
- sommige kinderen ervaren hogere levels van angst en/of hun defensie mechanismen zijn inadequaat
- psychodynamische therapieën: vrije associatie en therapeut interpretatie van transfer, resistentie en dromen
- specifieke behandelingen voor GAS: freudianen focussen midner op angst en meer op de controle van de ID
Realistische angst
Personen zijn effectief in gevaar
Neurotische angst
Wanneer personen niet hun ID impulsen kunnen uiten
Morele angst
Wanneer ze gestraft worden bij het uiten van hun ID impulsen
Gegeneraliseerde angststoornis
- humanistisch perspectief
- GAS ontstaat wanneer mensen neit eerlijk en zelf-accepterend naar zichzelf toe zijn
verklaring van Carl Rogers: ontbreken van onconditionele positieve waardering tijdens de kindertijd zorgt voor ‘conditions of worth’, bedreigende zelfbeoordelingen kunnen angst veroorzaken de ontwikkeling van GAS faciliteren - client-centered aanpak wordt gebruikt om onconditionele positieve waardering te uiten naar cliënten en empathie te tonen
ondanks positieve case studies hebben gecontroleerde studies weinig evidentie gevonden voor deze aanpak - niet veel bewijs gevonden voor de verklaring van Rogers voor GAS en andere vormen van abnormaal gedrag
Gegeneraliseerde angststoornis
- Cognitief-gedrags perspectief
- problematische gedragingen en dysfunctionele denkpatronen veroorzaken psychologische stoornissen
- behandeling focust zich op het veranderen van gedragingen en cognities
- vroege benaderin: maladaptieve of irrationele assumpties en stille assumpties
- recente verklaringen: metacognitie/metazorgen, intolerantie van onzekerheid en vermijding
- veranderen van maladapteive assumpties: Ellis’ rational-emotive therapy (RET)
- tegen gaan van zorgen: mindfulness en acceptance/commitment terapieën
Gegeneraliseerde angststoornis
- biologisch perspectief
- Gas wordt voornamelijk veroorzaakt door biologische factoren
- angstreacties zijn gerelateerd aan bepaalde hersengebieden
- GAS resulteert uit hyperactieve angst circuits: GABA belangrijk
- Verschillende betrokken hersenstructuren: Prefrontale cortex, Anterieur cingulate cortex, Insula en Amygdale
- Bed nucleus of stria terminals (BNST) speelt mogelijk een belangrijkere rol dan andere structuren
behandeling en medicatie: barbituraten (1950-55), benzodiapines (1955), antidepressiva en antipsychotica medicatie (nu)
Fobieën
- angst: normale en vaak voorkomende emotie
- verschil tussen fobie en angst: intensere en persistentere angst, sterkere wens om het gevreesde object of situatie te mijden en zorgt voor stress dat interfereert met normaal functioneren
Fobieën
- oorzaak
- evidentie ondersteunt gedragsverklaringen: cognitieve gedragsteorie en gedrags-evolutionaire verklaringen
Fobieën
- cognitief gedrags perspectief
- hoe worden angsten aangeleerd?: klassieke conditionering en modelering (nadoen)
- angstreacties zijn niet altijd geconditioneerd: fobieën kunnen veroorzaakt worden door conditionering, maar worden neit in de regel veroorzaakt door conditonering of modelering
Fobieën
- gedrags-evolutionair perspectief
- sommige fobieën komen veel vaker voor dan andeeren
- soort-specifieke biologische voorbereidheid om bepaalde angsten te ontwikkelen: preparedness
- verklaart waarom sommige fobieën veel vaker voorkomen
- behandeling voor specifieke fobieën: direct contact met het gevreesde object/situatie (exposure therapie)
Preparedness
Soort-specifieke biologische voorbereidheid om bepaalde angsten te ontwikkelen
Exposure therapie
Direct contact met het gevreesde object of situatie is de sleutel tot succes bij alle vormen
- systematisch desensitiseren
- flooding
- modeling
Specifieke fobieën
- jaarlijks heeft ongeveer 10% van de bevolking hier last van
- 14% krijgt hier last van in de loop van het leven
- vaker bij vrouwen dan mannen 2:1
- 32% zoekt hulp
Specifieke fobieën
- checklist
- uitgesporken, voortdurende en disproportionele angst voor een bepaald object of situatie; typisch voor langer dan 6 maanden
- confrontatie met het object zorgt voor onmiddelijke angst
- vermijding van de gevreesde situatie
- significante last of interferentie met het dagelijks leven
Agorafobie
- jaarlijks heeft ongeveer 1.7% van de beolking hier last van
- 2.6% krijgt hier in de loop van het leven last van
- gender verschillen: meer vrouwen dan mannen
- 46% zoekt hulp
Agorafobie
- checklist
- uitgesproken, disproportionele of herhaalde angst in tenminste twee afgebakende situaties
- vermijding van de agorafobische situaties
- symptomen blijven meestal > 6 maanden
- significante last of interferentie met het dagelijkse leven
Agorafobie
- behandeling
- oudere aanpakken zijn minder succesvol
- nieuwere therapieën: support groepen en zelf-hulp programma’s
- succesvol voor ongeveer 70% van de patiënten
- terugval kan voorkomen, zeker wanneer de patiënt ook last heeft van paniek stoornis