Autismespectrumstoornis

Question 1

Wat zijn de diagnostische criteria van autismespectrumstoornis?

Answer 1

A. aanhoudende tekortkomingen in meerdere contexten
1. sociale-emotionele wederkerigheid
2. tekorten non-verbale communicatie
3. tekorten ontwikkelen en onderhouden van sociale relaties
B. 2+ gedragspatronen
1. stereotype motorische bewegingen
2. vasthouden aan routines
3. gefixeerde interesses
4. hypo-/hyperactieve zintuigprikkeling
C. aanwezig in vroege ontwikkeling en volledige manifestatie later in ontwikkeling
D. klinisch significant beperking
E. geen verstandelijk beperking of ontwikkelingsachterstand. wanneer ID sociale communicatie lager dan verwacht op algemeen ontwikkelingsniveau

Specificeer:
1. verstandelijke beperking
2. taalstoornis
3. associatie medische, genetische aandoening of omgevingsfactor
4. andere neurologische, mentale of gedragsstoornis

Question 2

Wat zijn samen voorkomende stoornissen met ASS?

Answer 2

1. intellectuele handicap
2. gedrags- of emotionele stoornis
3. medische problemen
4. communicatiestoornissen

Question 3

Hoe komt het dat de prevalentie van ASS hoger is bij jongens dan bij meisjes?

Answer 3

1. meisjes hebben voordeel op sociaal en taalkundig functioneren
2. onder diagnose bij meisjes
3. prenatale mannelijke hormonen invloed op hersenen
4. mutaties op het x-chromosoom

Question 4

Wat zijn verschillen in de hersenen bij kinderen met ASS?

Answer 4

1. snelle groei hersenen in kindertijd en verslechtering neurale connectiviteit in late kinderjaren
2. growth dysregultation hypothesis
3. amygdala: emotieverwerking
4. rechter fusiform gyrus: gezichtsverwerking
5. prefrontale cortex: cognitieve controle, executief functioneren

Question 5

Welke factoren zijn belangrijk voor sociale cognitie bij ASS?

Answer 5

1. gezamenlijke aandacht (joint attention)
2. sociale oriëntatie (social orientation)
3. symbolisch spel (symbolic play)
4. theory of mind en empathie

Question 6

Hoe kan je ASS behandelen?

Answer 6

1. toegepaste gedragsanalyse:
   - early intensive behavioural intervention (EIBI)
   - Pivotal respons behandeling (PRT)
   - TEACCH
2. Developmental social-pragmatic model
   - RIT: reciporcal imitation training
   - JASPER: joint attention symbolic play engagement and regulation training