B2 schritt 9 Flashcards
(43 cards)
1
Q
Bewolkt
A
Bewölkt
2
Q
De Duitser
A
Der deutsche
3
Q
De Duitse
A
Die deutsche
4
Q
De Duitsers
A
Die deutschen
5
Q
De uitnodiging
A
Die Einladung
6
Q
De uitnodigingen
A
Die Einladungen
7
Q
Vroeg
A
Früh
8
Q
Het onweer
A
Das Gewitter
9
Q
De hagel
A
Der Hagel
10
Q
Hagelen
A
Hageln
11
Q
Hopelijk
A
Hoffentlich
12
Q
De bioscoop
A
Das Kino
13
Q
Naar de bioscoop gaan
A
Ins Kino gehen
14
Q
De kroeg
A
Die Kneipe
15
Q
Saai
A
Langweilig
16
Q
Het café
A
Das Lokal, die Kneipe
17
Q
De mist
A
Der Nebel
18
Q
Mistig
A
Neblig
19
Q
De Oostenrijker
A
 Der Österreicher
20
Q
De Oostenrijkers
A
Die Österreicher
21
Q
De regen
A
Der Regen
22
Q
Regenen
A
Regnen
23
Q
De sneeuw
A
Der Schnee
24
Q
Sneeuwen
A
Schneien
25
Mooi
Schön
26
Vreselijk
Schrecklich
27
De Zwitser
Der Schweizer
28
De Zwitsers
Die Schweizer
29
De zon
Die Sonne
30
Zonnig
Sonnig
31
Laat
spät
32
Het strand
Der Strand
33
Op het strand
Am Strand
34
De toerist
Der Tourist
35
De toeristen
Die Touristen
36
Afspreken
Sich treffen
37
We spreken in de bioscoop af
Wir treffen uns im Kino
38
Wandelen
Wandern
39
Het weer
Das Wetter
40
De wind
Der Wind
41
De krant
Die Zeitung
42
De kranten
Die Zeitungen
43
In de krant
In der Zeitung
