Basisbegrippen bij beoordelen wetenschappelijk artikel Flashcards
(23 cards)
1
Q
Primaire uitkomsten
A
- datgene dat men meet om het resultaat van een gebeurtenis of interventie te bepalen; waarop de statistische analyse en de powerberekening is gebaseerd
2
Q
secundaire uitkomsten
A
- alle andere vooraf gedefinieerde eindpunten, maar waarop de grootte van de steekproef niet is berekend om valide uitspraken te kunnen onderbouwen
3
Q
Stratificeren
A
- Verdelen van de onderzoekspopulatie in 1 of meerdere subgroepen
Wordt toegepast om de invloed van confounders of verstorende variabelen op te vangen
4
Q
Referentietest
A
- test waarvan accuraatheid is aangetoond
5
Q
Indextest
A
- test waarvan de eigenschappen worden onderzocht (te evalueren test)
6
Q
Gouden standaard
A
- diagnostische methode die de grootste zekerheid geeft of het wel/niet aanwezig zijn van een aandoening
7
Q
Selectie bias
A
- De groepen in de studie zijn niet vergelijkbaar
8
Q
Recall bias
A
- Bias die aanwezig is als een patiënt zich een belangrijk gegeven niet herinnert
Probleem in case-control en retrospectief onderzoek
9
Q
Randomisatie
A
- Het random toewijzen van personen aan de groepen van experimenteel onderzoek om de confounders gelijk te verdelen over de groepen
10
Q
Blindering
A
- Patiënten en/of onderzoekers weten de verdeling over de behandelgroepen niet
11
Q
Placebo
A
- Als geneesmiddel voorgeschreven middel zonder werkzame bestanddelen
12
Q
Open-label
A
- Zowel onderzoekers als deelnemers weten welke behandeling voorgeschreven wordt
13
Q
Intention-to-treat analyse (ITT)
A
- analyse van de resultaten van de patiënten volgens de interventie waar ze initieel aan toegewezen waren, ongeacht of ze deze gevolgd/voltooid hebben
14
Q
per protocol analyse (PP)
A
- uitsluiten van patiënten die niet strikt voldoen aan de in het protocol vastgelegde criteria (analyse zoals gerandomiseerd is)
15
Q
Confounder
A
- een derde factor die zowel de (on)afhankelijke variabele beïnvloedt
16
Q
Correctie voor confounders
A
- restrictie, stratificatie, multivariabele regressiemodellen en ‘propensity score’ methoden
17
Q
Confounding by indication
A
- omdat geneesmiddelen op indicatie of met een
klinische reden worden voorgeschreven, zijn de patiëntengroepen niet vergelijkbaar
Vooral een probleem bij observationeel onderzoek
18
Q
Post-hoc analyse
A
- Een analyse die achteraf na het beëindigen van de studie gebeurt, zonder dat dit in het protocol was vastgelegd
19
Q
Klinische relevantie
A
- Betekenis van diagnostische of therapeutische procedure in de dagelijkse praktijk
20
Q
Generaliseerbaarheid resultaten
A
- Een steekproefopzet is generaliseerbaar, als de resultaten ervan naar een duidelijk
gedefinieerde populatie kunnen worden geëxtrapoleerd
21
Q
Is de [ ], op basis van de studieopzet en/of resultaten?
A
conclusie juist
22
Q
Zijn de [ ] van het onderzoek [ ] of eigenlijk meer
open deuren?
A
beschreven beperkingen, werkelijke beperkingen
23
Q
[ ] er [ ] van het onderzoek in de discussie of conclusiesectie van
het artikel?
A
Ontbreken, relevante beperkingen
