Blok 8 Flashcards
(9 cards)
Human enhancement
Het verbeteren van menselijke capaciteiten of creëren van nieuwe capaciteiten door middel van biomedische technologie
Argumenten tégen enhancement
- Niet natuurlijk, onrechtvaardigheid
- De geneeskunde was altijd uit op herstel. Verbéteren is iets heel anders
Geneeskunde moet zich beperken tot behandelen en genezen van ziekten
Geschiedenis
De geschiedenis van medische ethiek omvat verschillende fasen en ontwikkelingen. Aanvankelijk was er de eed van Hippocrates, die normen en richtlijnen vastlegde voor de geneeskunde. In de 19e eeuw ontstond een traditie van zelfregulering, waarbij de medische beroepsgroep zich organiseerde en een aparte sociale klasse vormde. Deze zelfregulering hield in dat artsen elkaar controleerden en hun eigen normen en waarden hanteerden. De overheid bleef op afstand omdat zij niet begrepen wat ethisch juist was in de geneeskunde.
De Tweede Wereldoorlog bracht verandering met zich mee. De concentratiekampexperimenten en het artsentribunaal in Neurenberg toonden aan dat zelfregulering tot perverse misstanden kon leiden. Niettemin werd de zelfregulering versterkt, omdat alleen een vrije professie ethisch verantwoord kon handelen. De anti-vivisectiebeweging uitte kritiek op zelfregulering en vreesde dat artsen zouden overgaan tot experimenten op mensen.
In 1959 werd het boekje “Medische Ethiek” gepubliceerd, waarin werd benadrukt dat artsen zelf verantwoordelijk waren voor investeringen in medische ethiek en gedragsregels, zonder overheidsinmenging. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog nam de overheidsinmenging echter toe, mede vanwege wetenschappelijke ontwikkelingen zoals de atoombom. Er ontstond angst voor technologie en in de jaren 60 groeide het bewustzijn dat wetenschappers niet automatisch de morele kennis en expertise hadden om beslissingen te nemen.
De Sofenon-affaire in 1961, waarbij een pijnstiller schade veroorzaakte aan embryo’s, zorgde ervoor dat de medische beroepsgroep twijfels kreeg over haar vermogen om met technologische ontwikkelingen om te gaan. In 1969 verscheen het boek “Medische Macht en Medische Ethiek”, dat een aanklacht was tegen de medische beroepsgroep. Er werd gepleit voor bescherming tegen medici en het primaat van de patiënt werd benadrukt.
Dit leidde tot een groeiend maatschappelijk debat en de opkomst van ethici als nieuwe beroepsgroep. Angst voor technologie resulteerde in de oprichting van adviesraden en het uitbrengen van rapporten. De rol van de overheid en het parlement nam toe, en wetgeving en richtlijnen werden ingevoerd om zorgvuldigheidsvraagstukken aan te pakken. Medische ethiek kreeg steeds meer invloed op de maatschappij en werd onderwerp van een breed maatschappelijk debat.
Moratorium
Verbod tot op maatschappelijk niveau consensus is bereikt
ZORGVULDIGHEIDSVRAAGSTUKKEN
- Op maatschappelijk niveau is sprake van
een redelijke consensus over de aanvaardbaarheid van een specifiek ethisch vraagstuk - Vaak vervat in wetten en richtlijnen
- Concrete ethische vragen gaan over het zorgvuldig gebruik van een bepaalde technologie
- Onder welke voorwaarden is een
technologie moreel aanvaardbaar?
WENSELIJKHEIDSVRAAGSTUKKEN
- Op maatschappelijk niveau is geen sprake van een redelijke consensus over de aanvaardbaarheid van een specifiek ethisch vraagstuk
- Wetten en richtlijnen ontbreken
- Concrete ethische vragen gaan over de wenselijkheid van een bepaalde technologie
- Willen we deze technologie wel? Onder welke voorwaarden?
Perspectieven op technologie (technologie ‘doet’ heel veel)
- Creëert (nieuwe) ethische dilemma’s
- Medieert waarnemen van/relatie tot werkelijkheid
- Heeft onbedoelde en onvoorziene effecten
- Stuurt gedrag
- Legt (nieuwe) normen op
- Verandert concepten
- Schept (machts)relaties en verantwoordelijkheden
Verantwoordelijkheid klinisch technologen
- Morele verantwoordelijkheid
- proactief nadenken
- Ethiek is geen rem, maar het stuur
Methode/routekaart wenselijkheid technologie
- Fase I – In kaart brengen en inventariseren van de technologie
- Fase II – Vergelijking met aanverwante technologieën (historisch perspectief)
- Fase III – Toekomstscenario’s (beloftes, kansen, risico’s, gevolgen)
- Fase IV – Wenselijkheid uitpluizen (welke waarden staan op het spel)
- Fase V – Handelingsrichtingen en verantwoordelijkheden formuleren