Beademing en ALS Flashcards

(35 cards)

1
Q

voor wat dient het eenrichtingsventiel op een pocket mask

A
  • zorgt ervoor dat de uitgeademde lucht van de patiënt niet naar de hulpverlener kan
  • zorgt dat de lucht die je inblaast naar de patient gaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de oropharyngeale tube/mayo pijp

A

een hulpmiddel om de luchtweg vrij te houden en beademing te verbeteren door te voorkomen dat de tong tegen de hypofarynx valt en dus de luchtweg blokkeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe groot moet een oropharyngeale tube zijn en wat zijn de gevolgen van een te lange of te korte?

A

van snijtand tot angulus mandibulae
te lang: de pijp duwt de epiglottis naar beneden -> obstructie
te kort: de tong w nog dieper geduwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een voorwaarde om een mayo pijp te gebruiken

A

de patient moet bewusteloos zijn
anders risico op braken, hoesten en larynxspasmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de nasopharyngeale tube en wat is het voordeel tov mayo pijp

A

hulpmiddel dat via de neus w ingebracht en ook de tong van de hypofarynx weg houdt
voordeel: minder kans op braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een connector

A

= verbindingsstuk op een masker waaraan bv een beademballon kan vastgemaakt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geavanceerde luchtwegen

A
  • endotracheale tube
  • SGAD bv larynxmasker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

positie van sgad vs endotracheale tube

A

sgad:
-> boven de stembanden
-> tipje zit in de slokdarm
endotracheale tube
-> in de trachea, voorbij de stembanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer gebruik je een endotracheale tube en wat is het voordeel tov een sgad

A
  • reanimatie
  • intensieve zorgen
  • anesthesie
    voordeel: beschermt de longen tegen aspiratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe breng je de endotracheale tube in en hoe controleer je de positie ervan

A
  • met een laryngoscoop
    controle:
    -> excursie thorax
    ->auscultatie longen
    -> capnografie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

capnografie en wat vertelt dit je?

A
  • meet de hoeveelheid CO2 in de uitgeademde lucht in mmHg
  • kwaliteit van borstcompressies nagaan: 15-18 mmHg
  • ROSC vaststellen: > 30 mmHg en constant
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de fractie van het hartdebiet tijdens borstcompressies tov van een spontane circulatie

A

25-40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat maakt ALS meer geavanceerd tov BLS

A

bijkomend aan BLS:
- team
- geavanceerde luchtweg
- veneuze/IO toegangsweg voor adrenaline en amiodarione
- capnografie
- reversibele oorzaken vd hartstilstand worden achterhaald en behandeld; 4 H’s en 4 T’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de max duur van een compressie-onderbreking bij ALS

A

5 sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vanaf hoeveel minuten begint cerebrale hypoxie na een circulatiestilstand

A

binnen de 3 minuten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

met welk percentage stijgt de mortaliteit wanneer er geen cpr wordt gegeven?

A

rond 10% per minuut tussen collaps en shock/defibrillatie

17
Q

wat is een risico bij defibrilleren en waardoor wordt dit veroorzaakt

A
  • brand/brandwonden
    door:
  • slecht aangebrachte pads
  • zuurstofbron in de buurt van de elektroden -> hou die op afstand
18
Q

wat is de energie van een toegediende shock en wat voor type stroom komt hiermee overeen + wat is hier het voordeel van?

A

150-200j
bifasische stroom
voordeel: een shock met minder energie en dus minder stroom w gegeven wat hartschade vermindert

19
Q

hoe dien je medicatie toe tijdens het ALS algoritme

A

shockbaar ritme:
-> na 3e shock 1 mg adrenaline en 300 mg amiodarone
-> dan om de twee shocks weer 1 mg adrenaline
-> enkel nog 150 mg amiodarone na de 5e shock
niet-shockbaar ritme:
-> vanaf de 3e shock telkens om de twee shocks 1 mg adrenaline toedienen
-> GEEN amiodarone

20
Q

wat zijn de reversibele oorzaken bij een hartstilstand

A

4 H’s
- hypoxie
- hypovolemie
- hypothermie
- hypo/hyperkaliëmie en andere metabole stoornissen
4 T’s
- tamponade
- tensiepneumothorax
- toxines; drugs, gif
- trombo-embolische processen

21
Q

pre-shock pauze

A
  • max 5 sec, liefst minder
  • na 5 sec is de kans op succesvolle defibrillatie al gehalveerd; van 90% naar 45%
22
Q

post-shock pauze

A
  • meteen compressies hervatten
  • zelfs als de shock succesvol was en een georganiseerd hartritme gaf, je stopt pas als er duidelijke tekenen van leven zijn
23
Q

hoe werkt adrenaline

A
  • verhoogt de kans op ROSC
  • werkt op alfa receptoren: vasoconstricitie in kroonslagaders en slagaders naar hersenen wat bloeddruk en dus doorbloeding verhoogt
  • werkt op beta receptoren
    inotroop: hart trekt krachtiger samen
    chronotroop: hart trekt sneller samen
24
Q

nadeel adrenaline

A

zorgt voor verhoogd O2 verbruik

25
voor welke ritmes gebruik je adrenaline
VT, VF, asystolie, PEA
26
hoe werkt amiodarone
- anti-aritmica - verhoogt de kans om van niet shockbaar naar shockbaar ritme te gaan door op ionkanalen in te werken
27
voor welke ritmes gebruik je amiodarone
enkel VT en VF
28
wat doe je na ROSC
post-resuscitation care om kwaliteit van leven te verbeteren: - reversibele oorzaken behandelen - de O2 saturatie normaliseren tot net boven 94% en onder 98% - zorgen voor normale CO2 concentraties in het bloed - ABCDE benadering - temperature management
29
LUCAS
= machine voor mechanische, automatische compressies zorgt voor meer adequate compressies en minder hands off tijd maar kans op betere outcome is niet per se hoger dan gewone cpr
30
kenmerken van LUCAS
- 100 comp-decomp/min - 5 cm diep - laat toe ondertussen de patiënt te verplaatsen of andere handelingen te doen - geeft door adequate compressies goede bloedflow naar hart en hersenen
31
door wat 'werkt' de LUCAS
het wordt aangedreven door gas
32
hoe zie je het verschil tussen partiële en complete obstructie door een vreemd voorwerp
partieel -> ademen, hoesten, praten gaat nog compleet -> ademen, hoesten, praten gaat niet meer
33
wat zijn de symptomen van verstikking
cyanose dyspneu hoesten bewustzijnsverlies
34
wie is er at risk voor verstikking door een vreemd voorwerp
- ouderen - dementie - verminderd bewustzijn door bv drugs en alcohol of andere - neurologische aandoeningen met slikproblemen
35
asystolie en adrenaline
vanaf de asystolie wordt vastgesteld dien je zo snel mogelijk adrenaline toe