Begrippen week 1/2 Flashcards

(9 cards)

1
Q

Rechtszekerheid

A

Bevorderen van bestendige relaties tussen burgers en
overheid en burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rechtvaardigheid

A

Bevorderen van herstel van onrecht in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doelmatigheid

A

Bevorderen van gezamenlijke doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rechtspositivistische rechtsvinding

A

Heteronome rechtsvinding: grammaticaal, wetssystematisch,
wetshistorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Natuurrecht accent op rechtvaardigheid

A

-wat correspondeert met wat onveranderlijk goed en rechtvaardig is
-positief recht vormt een uitwerking van het natuurrecht naar tijd en plaats,
-geldt rechtsreeks, ongeacht menselijke tussenkomsten,
-een onrechtvaardige wet is geen geldend recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

rechtspositivisme accent op rechtszekerheid

A

-recht is wat in de rechtsbronnen staat,
-lagere regels ontlenen hun gelding aan hogere regels
-Kan geldend recht onwenselijk en immoreel zijn? -> Ja.
-conceptuele scheiding tussen recht en moraal
-de rechter moet volgens de wet recht spreken, niet zijn eigen subjectieve voorkeur volgen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

constructivisme accent op rechtvaardigheid

A

-Er is meer recht dan in de rechtbronnen staat; ook achterliggende
waarden, idealen en beginselen behoren tot het geldende recht.
* Recht is een dynamisch fenomeen: de idealen van de samenleving
ontvouwen zich in het veranderende recht.
* Juristen zijn actief betrokken bij de rechtsontwikkeling; interpreteren vanuit de bedoeling van regels en vanuit achterliggende beginselen.
* Rechters doen niet aan politieke rechtspraak, maar baseren zich op ongeschreven beginselen en idealen die aan het rechtssysteem zelf ten grondslag liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

constructivische rechtsvinding

A

Autonomere (vrijere) rechtsvinding; niet alleen grammaticaal, wetssystematisch, wetshistorisch, maar ook teleologisch.
-Op zoek gaan naar de achterliggende doelen en rechtsbeginselen politiseert de rechtspraak niet, maar leidt juist tot meer coherentie (juridisch betere uitkomsten) en integriteit (rechtvaardiger uitkomsten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Juridisch pragmatisme accent op doelmatigheid

A

Recht is wat je kunt voorspellen van wat rechters doen, op basis
van wat zij in de omstandigheden van het geval nuttig voor de
samenleving vinden.
* Rechtens juist is de beslissing die per saldo het meeste geluk
oplevert en de minste hoeveelheid pijn.
* De rechter moet ‘efficiënt’ beslissen, met het oog op de
maatschappelijke behoeften van de samenleving van vandaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly