Begrippen week 3 Flashcards
(1 cards)
1
Q
Hoe moet de rechter het recht
interpreteren?
A
De rechterlijke beslissing heeft zelfstandige
betekenis naast de rechtsregel.
* Rechtspraak is méér dan de blinde toepassing van
een algemene regel (major) op een bijzonder geval
(minor). De rechter maakt steeds een ‘sprong’.
* De rechter maakt gebruik van diverse methoden
van rechtsvinding (zowel heteronome als meer
autonome methoden).
* Toch blijft de rechter altijd gebonden aan het
bestaande recht (vgl. Dworkin).