Begrippen week 4 Flashcards
(5 cards)
Het mensbeeld van John Locke
Natuurtoestand.
* Natuurlijke rechten op leven,
vrijheden en eigendom.
* Eigendomsverkrijging als
resultaat van vermenging
arbeid en materie.
* Sociaal contract; rechten die
problemen geven worden
overgedragen.
* Recht van opstand als regering
natuurlijke rechten schendt.
Het mensbeeld van Kant
Personen onderscheiden zich van zaken door hun
rede, ofwel hun vermogen tot autonome
wilsbepaling.
* Autonomie = autos + nomos: zelf-wetgeving.
* Categorische imperatief: “Handel enkel volgens de
maatstaven waarvan je kunt willen dat zij een
algemene wet zouden zijn.”
* Eerbiedig de menselijke waardigheid in jezelf en in de
ander: “Handel zo, dat het mens-zijn in jou en
anderen nooit louter middel, maar altijd ook doel is.”
* Personen hebben waardigheid, zaken een marktprijs.
Het mensbeeld van Mill
De menselijke natuur is geen
machine die men naar een
model kan bouwen en
precies dat werk kan laten
doen waarvoor hij gemaakt is,
maar een boom, die naar alle
kanten moet kunnen
uitgroeien en zich moet
kunnen uitbreiden, in
overeenstemming met de
innerlijke krachten die er een
levend ding van maken.’
Het liberalisme van Mill
Lofrede op individualiteit en excentriciteit.
* Bescherming individu tegen machtsmisbruik overheid.
* Schadebeginsel: inbreuk op individuele vrijheid is in principe
slechts geoorloofd wanneer iemands handelen (aantoonbaar)
schade bij anderen veroorzaakt, of dreigt te veroorzaken.
* Over zichzelf, over zijn eigen lichaam en geest, is het individu in
beginsel soeverein.
* Gewoontes en tradities maken van mensen kuddedieren.
* Bescherming van het individu tegen ‘tirannie van de meerderheid’
door vrijheidsrechten.
* Publieke opinie is groot gevaar voor ontplooiing individuele
vrijheid.
* Vrijheid van meningsuiting als voorwaarde voor vrije samenleving.
Charles Mills, ‘The Racial Contract’
De theorie van het sociaal contract
sluit stelselmatig groepen uit die niet
worden beschouwd als ‘wit’.