Rechtspraak Flashcards

(8 cards)

1
Q

Barak - kernwaarde

A

rechtvaardigheid/ gerechtigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Barak - trias politica

A

 Belangrijke rol voor de hoogste rechter binnen de trias politica.
 De rechter moet objectief zijn en de diepe waarden van de samenleving weerspiegelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Barak - onduidelijke wet

A

 Als de wet onduidelijk is dan moet de rechter een nieuwe norm creëren. Dit betekent niet dat de wetgever op de stoel van de wetgever gaat zitten, maar soms voorziet de wet nu eenmaal niet in alles.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Barak - absolute discretie

A

 De rechter heeft géén absolute discretie, hij maakt een afweging van basiswaarden en houd rekening met integratie van het verleden, gerechtigheid in het heden en een passende norm voor de toekomst.
 Pas als alle objectieve middelen zijn uitgeput, dan mag de rechter zijn subjectieve overtuiging toepassen. De rechter moet rekening houden met verschillende factoren, zoals de tekst van de wet, de bedoeling van de wetgever, maatschappelijke waarden en mensenrechten.
 De rechter moet een actieve rol spelen bij het interpreteren van de wet en het nemen van beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sumption - kernwaarde

A

rechtszekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sumption - rechters

A

 Rechters moeten terughoudend zijn bij het nemen van beslissingen die buiten het traditionele rechtsgebied vallen. Deze kunnen beter aan politici en democratische processen worden overgelaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sumption - interpretatie wet

A

 Strikte interpretatie van de wet  naar de letter (rechtspositivistische houding).
 Bezwaar tegen de groeiende invloed van internationaal recht en verdragen op nationale wetgeving.
 Mensenrechten uit het EHRM maken inbreuk op de democratie, er ontstaat non-consensuele wetgeving, wetgeving waar niet is mee ingestemd. Met name door de uitspraken van het Europees hof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sumption - mensenrechten

A

 Mensenrechten zijn een kwestie van mening.
 Zeggen dat mensenrechten inherent zijn aan onze menselijkheid is een probleem. Op een gegeven moment is alles dan een mensenrecht.
 Er zijn maar twee soorten mensenrechten daadwerkelijk fundamenteel:
1. Rechten die een sociaal bestaan waarborgen. Zoals vrijwaring van willekeurige detentie, lichamelijk letsel, de dood, gelijkheid voor de wet en de mogelijkheid om een beroep te doen op de onpartijdige en onafhankelijke rechter. Zonder deze waarborgen zou het leven een strijd met geweld zijn.
2. Rechten die de democratie waarborgen. Zoals het recht op vrijheid van gedachte, meningsuiting, vergadering, vereniging en het recht op vrije en gelijke verkiezingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly