Begrippen week 5 Flashcards

(22 cards)

1
Q

cognitive immunization

A

verwachtingen hetzelfde blijven ondanks schendingen van deze verwachtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan je zeggen over verwachtingen en placebo uitkomsten?

A

De verwachtingen over de behandeling verhogen zorgt voor betere uitkomsten en voorkomt side effects van de behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Negatieve verwachtingen ontwikkelen zich via verschillende leerprocessen (3):

A

Directe ervaringen: Associaties tussen situaties en negatieve gevolgen
Observationeel leren: lLeren door het zien van negatieve ervaringen bij anderen.

nstructies van anderen: Bijvoorbeeld een ouder die een kind waarschuwt voor besmetting, wat angst voor vuil kan veroorzaken.

Verwachten Dat Olaf Inkakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Illusoire correlaties

A

Vrijdag de 13e brengt ongeluk. –> overschatten van de samenhang van gebeurtenissen en negatieve uitkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Perceptuele vertekening
Placebo en nocebo

A

Verwachtingen beïnvloed sensorische verwerking. Nocebo VERSTERKT pijn beleving. placebo VERMINDERT pijn.

Nocebo: Je verwacht dat iets kwaad zal doen, en daardoor ervaar je meer klachten, zelfs als er geen echte oorzaak is.

Dus vb: over het morfine toedienen wisten sommigen niet dat ze morfine kregen, hierdoor voelde zij ook geen effecten en bleef de pijn hoog. –> aandacht bleef bij de pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Negatieve verwachtingen en mentale stoornissen (conclusie van artikel van Rief)

A

Negatieve verwachtingsbiases dragen bij aan de instandhouding van mentale stoornissen en worden versterkt door leerprocessen, vermijding en perceptuele vertekeningen.

Dit maakt het moeilijk negatieve verwachtingen aan te passen, zelfs bij herhaalde veilige ervaringen. Toekomstig onderzoek moet zich richten op methoden om deze biases te corrigeren, wat essentieel is voor de verbetering van behandelingen en de levenskwaliteit van patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Consequentie uitkomst

A

iets zal leiden tot een schadelijk resultaat, bijv. pijn, afwijzing of dood gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cue expectations

A

waarschijnlijkheid dat je ergens een cue tegenkomt

ALs je naar het bos gaat kan je spinnen tegenkomen dus je vermijdt het bos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Response expectations

A

Verwachten van een gevoel in je lichaam: angst voelen, blozen, pijn krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Self-efficacy expectations

A

): Dit zijn verwachtingen over het eigen vermogen om met een situatie om te gaan

Lage zelfeffectiviteitsverwachtingen worden geassocieerd met depressie en angststoornissen, omdat iemand gelooft dat hij/zij geen controle heeft over de situatie.

Niet geloven dat je het lukt dus niet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4 typen verwachtingen

Claudia’s cavia rent snel

A
  • Consequentie uitkomst
  • Cue expectations
  • Response expectations
  • Self-efficacy expectations
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sanford (1936)
- Research: Meat in the Mind

A

onderzoek gedaan naar hoe motivatie de waarneming kan beïnvloeden. Kinderen die vlak vóór de lunch hongerig waren, zagen in ambigue plaatjes veel vaker voedsel dan kinderen die net gegeten hadden – dit laat zien dat we sneller dat waarnemen wat overeenkomt met de actieve behoeftes.

Ook bij interpretation bias blijkt dit: bij homophones (woorden die hetzelfde klinken maar iets anders betekenen Leiden en lijden) en homographs (woorden die hetzelfde geschreven worden maar meerdere betekenissen hebben: Vorst - vriezen en koning) zagen mensen de betekenis die paste bij hun motivational state. Ze herkenden sneller woorden die aansloten bij hun innerlijke behoeften, wat suggereert dat motivatie actief beïnvloedt hoe en wat we waarnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Interpretatie bias en betekenis

A

Onderzoek naar interpretation bias (IB) liet zien dat mensen scenario’s anders afronden afhankelijk van hun motivatie.

Na het bedenken van een einde voor een open scenario, losten angstige deelnemers sneller negatieve woordpuzzels op, terwijl blije deelnemers juist sneller positieve puzzels oplosten.
In vervolgonderzoek werd IB modification toegepast: na 8 sessies met scenario’s waarin 90% van de woorden positief waren, nam de positieve verwachtingsbias toe en daalden de klachten, zowel bij klinische als subklinische groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gangemi et al. OCD en avoidance (betekenis)

A

Gangemi et al. lieten zien dat mensen met OCD sneller tot avoidance overgaan, zelfs als er geen objectieve dreiging is – puur omdat vermijding wordt genoemd. Ze redeneren dus dat er gevaar is, omdat ze vermijden (avoidance reasoning)

dus: Mensen met OCD gaven vaker aan dat de situatie gevaarlijk was alleen omdat er vermijding genoemd werd – zelfs als het scenario géén objectief gevaar bevatte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Arntz et al. angststoornis en betekenissen aan situaties

A

Arntz et al. toonden aan dat mensen met een angststoornis eerder een situatie als gevaarlijk zien als ze een angstreactie voelen (emotional reasoning), ook zonder echte dreiging.

Na training leerden ze dat hun angstreactie niet altijd klopt, wat leidde tot minder emotional reasoning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Benedetti et al. pijnbeleving en verwachtingen (morfine)

A

Experiment waarbij morfine werd toegediend terwijl ze het zagen en morfine werd toegediend via de computer. De mensen kregen op exact hetzelfde moment toegediend maar omdat de mensen via de computer niet konden zien wanneer het werd toegediend merkten ze pas de morfine 3 uur later.

toonden aan dat pijnbeleving sterk beïnvloed wordt door verwachtingen. Wanneer mensen zien dat morfine wordt toegediend (open group), verwachten ze minder pijn, waardoor de aandacht voor pijn daalt en ze minder pijn ervaren. In de hidden group, waar geen verwachting wordt opgewekt, blijft de aandacht bij de pijn en is de ervaring intenser (nocebo effect).

OOK met deep brain stimulation bij mensen met parkinson –> sneller schudden van handen. Hidden DBS is minder effectief

17
Q

Rief & Glombiewski placebo onderzoek

Covariatie bias

A

Rief & Glombiewski bevestigden dit met placebo-onderzoek, waarin deelnemers andere pijnervaringen rapporteerden afhankelijk van de groep waarin ze dachten te zitten – zelfs als de medicatie identiek was.

Daarnaast laat het concept van covariation bias zien dat mensen ervaringen interpreteren op basis van voorafgaande verwachtingen (a priori), vooral wanneer actuele informatie onduidelijk is — de verwachting bepaalt dan de ervaring.

18
Q

De Jong et al. illusory correlatie bij angst

Shock

A

De Jong et al. onderzochten illusory correlation in de context van angstconditionering. Wanneer een bepaalde stimulus (CS+) een paar keer gevolgd werd door een shock, verwachtten deelnemers steeds vaker een shock, ook al werd deze later willekeurig toegediend. De shock expectancy bleef hoog voor CS+, zelfs als er geen duidelijke verbanden meer waren – bevestigingen worden dus zwaarder meegewogen dan tegenspraak.
Zelfs als een shock niet kwam, vertoonde het lichaam soms toch een fysiologische reactie door de opgebouwde verwachting. Dit patroon komt ook terug bij mensen met mentale stoornissen, die vaak een sterke confirmation bias laten zien. Na behandeling namen deze vertekende verwachtingen weer af.

19
Q

Avoidance reasoning

A

Niet gevaar vermijden vanwege het gevaar.

Maar je vermijd gevaar omdat je denkt dat het gevaarlijk is –> geen bewijs dus

20
Q

Interpretatie bias:

A

Homophones: Het woord dat ze dachten te horen beschrijft hun emotionele staat. Dit moesten ze spellen
vb: die en dye

Mensen die het op een bepaalde manier interpreteerde lieten dat ook in hun emotionele staat zien

Homographs: ze kregen eerst een woord te zien bv. Growth. Dit zou bijv. een kanker kunnen zijn die aan het groeien is of een krop sla. Vervolgens kregen ze letters door elkaar te zien en ze moesten vertellen of het een bestaand woord was (zoals disease) of niet bestaand woord (zoals easedis)

Mensen die al nadachten in de ‘disease’ modus die hadden in semantische geheugen al geactiveerd en reageerde sneller op deze cues.

21
Q

Interpretatie bias in ‘real life’ experiment

A

Mensen krijgen een verhaal te zien en moeten zelf het einde invullen.

vb: je gaat verhuizen en je ziet je buren daardoor minder. Je buurman belt en je legt uit waarom je gaat verhuizen, je buurman klinkt..

Vervolgens moesten ze een negatieve of een positieve puzzel afmaken

ge…riteerd

Als je deze negatieve puzzel snel hebt opgelost de woord puzzel bleek dus dat je al sneller aan dit einde had gedacht.

Positieve puzzels

Angstige mensen deden er veel langer over om de positieve puzzels af te maken

Controle groep precies andersom

22
Q

Klinische behandeling voor verwachtingenbias

A

CBM-I
Cognitive Bias Modification of inteprretations

Er is onderzoek gedaan bij mensen met mentale stoornissen en ze moesten weer zinnen afmaken op het computerscherm. Alleen is bij CBM 90% positieve en 10% negatieve. controle groep kreeg 50% 50% positieve en negatieve.

Omdat alles positief was gingen ze al van te voren in hun hoofd de uitkomst positief maken voor de volgende puzzel

Dit had een grote impact op hun symptomen!!