Begrippen week 6 Flashcards

(18 cards)

1
Q

Het verschil tussen acute slapeloosheid en chronische slapeloosheid

A

Bij acute slapeloosheid spelen predisponerende (kwetsbaarheden, zoals aanleg tot piekeren) en precipiterende factoren (bijv. een stressvolle gebeurtenis) een rol.

Als slapeloosheid chronisch wordt, zijn het vooral perpetuerende factoren (zoals een onderhoudende slechte slaapgedrag) die de klachten in stand houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de trigger (uitlokkend moment) slaap

(bijv. een stressvolle gebeurtenis: baan verliezen, depressie. zorgen voor baby)

3 factor model

A

Precipiterend

Boven de grens van het krijgen van insomnia

Heeft te maken met acute slapeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

blijft doorgaan (slechte gewoontes)

(zoals een onderhoudende slechte slaapgedrag) Je houdt het slechte gedrag dus in stand (veel slapen op de bank bijv.)

3 factor model

A

Perpetuerend

Heeft te maken met chronische slapeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lang van tevoren (kwetsbaarheid)

(kwetsbaarheden, zoals aanleg tot piekeren)

3 factor model

A

Predisponerend

Heeft te maken met acute slapeloosheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat speelt een rol in de causale relatie tussen slaapproblemen en psychopathologie (depressie en bipolair)

A

De HPA-as!

slaapproblemen dragen bij aan een verhoogde cortisolreactiviteit en een VERTRAAGDE herstel van de HPA-as.

Dit draagt weer bij aan sterkere emotionele reacties, resulterend in een slecht omgaan met stressoren en een verhoogd risico op depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mentale gezondheid na behandeling CBT-I (insomnia) voor mensen met PTSS

A

CGT-I werkt goed tegen slapeloosheid bij psychose, maar verbetert niet per se de algemene mentale gezondheid, en de effectiviteit varieert sterk per individu, afhankelijk van de ernst vn psychotische symptomen

Er werden grote effectgroottes gevonden voor het verminderen van insomnia direct na de behandeling en bij de eerste follow-up, en matige effectgroottes voor de verbetering van de geestelijke gezondheid na de behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CBT-I (insomnia)

A

CBT-I wordt gebruikt als AANVULLING naast de behandeling, NIET ALS VERVANGING

CBT-I geeft:
- slaap les
- ontspanningsoefeningen
- slaap hygiene (reguliere bedtijden, geen zware maaltijden, caffeine en alcohol voor slapengaan etc.
BELANGRIJKSTE:
- slaap restriction!!!! Meteen uit bed gaan als je wakker bent. Meteen na 6 uur eruit
- Stimulus control!! Alleen bed gebruiken om in te slapen. alleen als je moe ben in bed gaan anders andere dingen gaan doen in een andere kamer!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het effect van dCBT-I op depressie na 1 jaar?

+voordeel DCBTI

A

ONderzoek met placebo (slaap les) en DCBTI (digitale cognitieve gedragstherapie voor slapeloosheid) bleek dat deelnemers na 1 jaar significant minder depressieklachten rapporteerden dan de controlegroep.
In de dCBT-I-groep was het aantal mensen zonder depressie zelfs 51% hoger, en bij mensen zonder depressie aan het begin werd de kans op nieuwe depressie gehalveerd.

dCBT-I) biedt voordelen zoals bredere toegankelijkheid en schaalbaarheid, waardoor het bijzonder goed geschikt is voor depressiepreventie.

DCBTI HELPT DUS PREVENTIEF TEGEN DEPRESSIE!!

Dus zowel de mentale stoornis behandelen ALS de insomnia!!!!!!!!!

dCBT-I helpt niet alleen bij slapeloosheid, maar verlaagt ook het risico op latere depressie. Uit onderzoek bleek dat elke punt toename in slapeloosheidssymptomen de kans op depressie met 22% verhoogt, terwijl dCBT-I dit risico bijna halveert bij mensen zonder depressie aan het begin.

Ander onderzoek maar precies zelfde uitkomst: Uit de studie bleek dat dCBT-I na één jaar leidde tot een grotere afname in depressieklachten dan in de controlegroep. De kans op remissie was 51% hoger en bij deelnemers zonder depressie bij aanvang werd het risico op nieuwe depressie gehalveerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt onderzoek over de rol van slaap in emotionele verwerking bij mensen met insomnie?

A

Volgens de studie van Varkevisser et al. wordt insomnie (ID) gezien als een toestand van chronische hyperarousal, vergelijkbaar met hoe gezonde mensen zich voelen tijdens acute stress. De onderzoekers toonden aan dat normale slaap helpt bij nachtelijke emotionele regulatie, zoals het dempen van schaamte, terwijl mensen met ID dit effect niet of zelfs omgekeerd ervaren door verstoorde slaapkwaliteit. Dit ondersteunt het idee dat ID een verstoring is in het verwerken van emotionele herinneringen tijdens slaap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Two-process model (sleep)

A

Er zijn twee belangrijke processen waardoor je kunt slapen

Process S homeostatisch slaapdruk):
➤ Slaapbehoefte neemt toe naarmate je langer wakker bent
➤ Wordt ‘afgelost’ door slapen
Kun je vergelijken met een zandloper (de slaapbehoefte wordt groter waardoor je weer meer kan slapen)

Process C (circadiane ritme):
➤ Biologische klok gestuurd vanuit de hypothalamus
➤ Reageert op licht/donker via melatonine (slaap) en cortisol (wakker)
➤ Synchroniseert je slaap-waakritme
Kun je vergelijken met een fanfare (in de nacht hoor je niks en is de fanfare rustig maar in de ochtend hoor je heel veel lawaai waardoor je niet kan slapen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat liet van Dongen et al. zien bij TIB?

A

Van Dongen et al. toonden aan dat bij beperking van Time in Bed (TIB) de subjectieve alertheid slechts licht daalt, terwijl de objectieve prestaties veel sterker verslechteren, en hoe langer de TIB-beperking aanhoudt, hoe slechter de effecten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Insomnia disorder

A

Meer dan 3 x per week en langer dan 3 maanden klachten, negatieve invloed op dagelijks functioneren –> laag in energie, ondanks voldoende tijd/gelegenheid om te slapen, en niet verklaard door andere stoornis.

Als de stoornis is genezen maar de insomnia niet is het dus een losstaande stoornis

Mensen met insomnia hebben een hogere kans om depressie te ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mensen met Insomnia onderzoek zingen

A

Ze moesten een lied zingen tijdens het luisteren van harde muziek. Daarna luisterden ze het terug (beschamend).

Mensen zonder insomnia konden zich herstellen van de schaamte na een goede nachtrust.

Mensen met insomnia werden zelfs meer beschaamd na een slechte nacht. –> amygdala kan zich niet ‘resetten’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Drie verschillende Vigilance stages wanneer je in slaap valt

A

N1: van wakker naar slapen
Theta golven

N2: NREM Slaap neuronen gaan samen vuren (gesynchorniseerd dus veel neuronen vuren tegelijkertijd)

N3: Heel diep slapen. Hoge lange golven, kost meer tijd om iemand wakker te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

REM slaap

A

als je iemand in deze periode wakker maakt kan hij of zij hun dromen precies herinneren –> bijna hetzelfde EEG als je wakker bent

Veel oogbewegingen

Je hebt geen EMG (movement activity): verlamd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Als je een kortere tijd in bed hebt (TIB) dan …

A

Onderzoek waar mensen maar een paar uur mochten slapen (6) en controle groep die meer uur mocht slapen (8).

Ze moesten zo snel mogelijk reageren op een signaal dat opkwam

Objectieve en subjectieve alertheid werd gemeten.

Objectieve alertheid werd steeds slechter naarmate je minder slaap had.

17
Q

Polysomnografisch onderzoek (Rietmann)

A

Rietmann liet zien in Polysomnografisch onderzoek dat er vaak weinig verschillen zijn in macrostructuur tussen mensen met insomnia en normale slapers.

De slaap wordt hierbij opgedeeld in tijdsintervallen, waarbij steeds het dominante slaapstadium per interval wordt benoemd.

Riemann stelt dat we ook naar de microstructuur moeten kijken, zoals kleine, subtiele veranderingen.

Bij insomniacs worden veel corticale arousals gevonden, vooral tijdens REM-slaap, wat zorgt voor onderbreking van slaap.

18
Q

Effect van benzo’s op slaap insomnia

A

Verbetert de snelheid en lengte van slaap
- promoot de N2 (shallow sleep) en verkleint de N3 (diepe slaap) en REM slaap –> niet functioneel
- & tolerantie elke keer hogere dosis