Bias in epidemiologisch onderzoek Flashcards

(32 cards)

1
Q

Studies me een commerciële financier zijn meestal niet..

Funding (sponsership) bias

A

.. van slechtere kwaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de drie belangrijkste typen bias

A
  1. Selectiebias
  2. Informatiebias
  3. Confounding bias
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Studies met een commerciële financier geven/ stellen vaak wel..

A

… een andere interpretatie van de resultaten

… stellen vaak wel andere onderzoeksvragen en gebruiken andere onderzoeksopzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg slectiebias uit

A
  • De studiepopulatie is geen goede representatie van de doelpopulatie
  • Ontstaat door de manier waarop deelnemers worden geselecteerd en behouden voor de studie
  • Wordt gekenmerkt door: dat de relatie tussen de determinant en de uitkomst anders is voor deelnemers dan voor degenen die wel geschikt waren maar niet deelnemem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van selectiebias?

A

Sudie design/setting
- Academisch vs. perifeer ziekenhuis

Werving van deelnemers
- Bijv. via Facebook

Diagnostische procedures (alleen voor case-control studies)
- Als cases op een andere manier gediagnosticeerd zijn dan de controles

Tijdens de implementatie of follow-up
- Uitvallers, deelnemers die niet meer reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg infomatiebias uit.

A
  • Bias die voortkomt uit een meetfout (imperfect sensitiviteit/ specificiteit)
  • Ontstaat tijdens dataverzameling
  • Gekenmerkt door: bias in de classificatie van deelnemers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mogelijk oorzaken van informatiebias?

A

Imperfecte dataverzamelingsinstrumenten
- incl. gebrek aan blindering (bijv. Hawthorne effect: deelnemers gedragen zich anders omdat ze weten dat ze geobserveerd worden)

Missende waarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is confounding bias vaker een probleem in niet-experimentele studies dan in experimentele studies?

A

In experimentele studies wordt er gerandomiseerd
- De blootstelling wordt willekeurig verdeeld over de deelnemers, waardoor de confounders ook gelijk zijn verdeeld -zelfs onbekende confounders

(bij experimenten heb je dus controle wie de blootstelling krijgt, wat in een observationeel onderzoek niet het geval is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer ontstaat confouding bias?

A

Tijdens de opzet en analyse van een studie

Wanneer het effect van de determinant op de uitkomst wordt verstoordt door het effect van de confounder op de uitkomst

  • Gekenmerkt door een verstorende variabele die gerelateerd is aan zowel de determinant als de uitkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn mogelijke oorzaken van confounding?

A
  1. Er is in de studie opzet geen rekening gehouden met de verstorende factor
  2. Er is in de uitvoer van de analyses geen rekening gehouden met deze verstorende factor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit was positieve en negatieve bias is

A

Positieve bias
* Geobserveerde effect is sterker dan het echte effect
* Bias weg van de 0 (of 1) dan de werkelijkheid

Negatieve bias
* Geobserveerde effect is minder sterk dan het echte effect
* Bias dichter bij de nul (of 1) dan de werkelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Differential misclassification (informatiebias) en selectiebias lijken soms op elkaar.
Hoe kun je onderscheid maken tussen informatiebias en selectiebias?

A

Bias ontstaat tijdens diagnose = informatiebias
Bias ontstaan tijdens werving deelnemers = selectiebias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke typen bias komen er vaak voor bij welke typen onderzoek?

A

Case-controle onderzoek:
- Recall bias: kennis over de uitkomst beïnvloedt de bepaling van determinant
- Selectiebias: kennis over de determinant beïnvloed de bepaling van de uitkomst

Cohort studie:
- Selectiebias: selectieve uitval/ loss-to-follow-up

Experimentele studie:
- Observatiebias: als de onderzoekers niet geblindeerd zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn manieren om bias te voorkomen? (#13)

A
  • Afwezigheid van belangenverstrengelingen
  • Publiceren van onderzoeksprotocol
  • Juiste onderzoeksopzet
  • Verschillende wervingsmethoden voor representatieve doelgroep
  • Selectieve uitval voorkomen
  • Blinderen van onderzoekers en deelnemers
  • Gebruik maken van valide meetinstrumenten (objectief vs. zelfrapportage)
  • Correcte analysemethoden (confounding & missing data)
  • Sensitiviteitsanalyses
  • Schrijven volgens rapportagerichtlijnen
  • Uitvoeren replicatiestudie
  • Indienen bij een gepeer-reviewed tijdschrift
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het benoemen van bias zonder de mogelijke gevolgen is..

A

.. niet zinvol

Bijv. misclassificatie in de determinant leidt niet noodzakelijkerwijs tot verkeerde resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen differential en non-differential misclassification?

A

Differentieel: de fout in classificatie is afhankelijk van de determinant of blootstelling = systematische fout (bias)

Non-differentieel: de fout in classificatie is niet afhankelijk van de determinant of blootstelling = willekeurige fout (meestal richting nul effect)

11
Q

Op basis van welke factoren kun je wetenschappelijke nauwkeurigheid (rigour) bepalen in kwalitatief onderzoek?

A
  • Geloofwaardigheid
  • Overdraagbaarheid
  • Betrouwbaarheid
  • Bevestigbaarheid
12
Q

Hoe kun je bias voorkomen in kwalitatief onderzoek?
(m.b.t. geloofwaardigheid, overdraagbaarheid, betrouwbaarheid, bevestigbaarheid)

A

Geloofwaardigheid:
- Tijd nemen / deelnemers op hun gemak stellen
- Zelf-reflectief zijn
- Triangulatie bevindingen

Overdraagbaarheid:
- Setting en context beschrijving
- Studie procedures beschrijven

Betrouwbaarheid:
- Bijhouden audit trail studie procedures
- Beschrijven reflexiviteit

Bevestigbaarheid:
- Member checks met deelnemers
- Dubbel coderen / peer debriefing
- Gebruik citaten

13
Q
  1. Wat is propensity score matching?
  2. Wanneer gebruik je het?
  3. En wat is het nut?
A
  1. Statistische procedure om onderzoeksdeelnemers te matchen op basis van hun ‘propensity scores; de geschatte kans op blootstelling aan een risicofactor gegeven de deelnemerkarakteristieken
  2. Wanneer randomisatie niet mogelijk is
  3. Verbetert de verdeling van confounders tussen blootgestelde en niet-blootgestelde deelnemers
14
Q
  1. Hoe kun je propensity scores genereren?
  2. En hoe kun je deelnemers matchen?
A
  1. bijv. met logistische regressie of machine learning
  2. met stratificatie, gewichten of ‘nearest neighbor’
15
Q

Wat zijn de nadelen van propensity score matching?

A
  • Houdt alleen rekening met gemeten confounders
  • Heeft een grote sampe size nodig
  • Onjuiste propensity scores kunnen bias juist vergroten
16
Q

Het negeren van missende data kan..

A

tot ernstige bias in de resultaten leiden!

17
Q

Wat te doen als er sprake is van missende data?

A

Stap1: Beoordeel het mechanisme achter de missende waarde
Stap 2: Vervang missende data door nieuwe waarden (imputeren), of doe een complete case analysis)

18
Wat zijn drie mogelijke mechanismen achter missende waarden?
**Missing completely at random (MCAR)** * De reden van missende waarden is *niet gerelateerd aan gemeten variabelen* ("Bij sommige mensen is bloeddruk niet gemeten omdat hun bus niet reed") **Missing at random (MAR)** * De kans op een missende waarde is *gerelateerd aan gemeten variabelen* ("Bij sommige mensen met overgewicht is de bloeddruk niet gemeten") **Missing not at random (MNAR)** * De kans op een missende waarde is *afhankelijk van de waarde van die variabele* ("Bij mensen met een hoge bloeddruk is bloeddruk niet gemeten")
18
Complete case analysis leidt meestal tot.. , tenzij..
Complete case analyis leidt meestal tot bias, tenzij MCAR óf alleen missende waarden in de uitkomst (en er wordt gecorrigeerd voor variabelen die gerelateerd zijn aan de missende uitkomst)
18
Wat doe je met multiple imputation?
* Er worden nieuwe waarden gegenereerd m.b.v. covariaten * Dit wordt in meerdere datasets gedaan * De resultaten uit de datasets worden gecombineerd ('pooled')
18
Single imputation leidt meestal tot..
.. te kleine standaard errors (SE)
19
Missing Completely At Random (MCAR) ==>
Complete case analysis Geen imputatie nodig
19
Missing At Random (MAR) ==>
No complete case analysis Multiple imputation needed
19
Missing Not At Random (MNAR) ==>
All imputation methods not valid
20
Bias moet altijd worden overwogen als verklaring van de studieresultaten
Bias moet altijd worden overwogen als verklaring van de studieresultaten