bio waarnemingen regelingen gedrag Flashcards

(46 cards)

1
Q

Welke drie delen bestaan de hersenen uit?

A

De grote hersenen, de kleine hersenen en de hersenstam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe zijn de hersenen verbonden met het ruggenmerg?

A

Via de hersenstam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het aantal zenuwcellen in de hersenen?

A

Tientallen miljarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat vormt de verbinding tussen de hersenen en de verschillende delen van het lichaam?

A

Het ruggenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke reflexen zijn belangrijk voor het ruggenmerg?

A

Automatische reacties op bepaalde prikkels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat regelt de hersenstam?

A

Hartslag, bloeddruk, lichaamstemperatuur en ademhaling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een voorbeeld van een reflex?

A

De terugtrekreflex wanneer je op iets scherps staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee helften van de kleine hersenen?

A

Een linker- en rechterhelft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de functie van de kleine hersenen?

A

Coördinatie van bewegingen en evenwicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat beïnvloedt het functioneren van de kleine hersenen?

A

Alcohol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de twee delen van de grote hersenen?

A

Buitenste gedeelte (hersenschors) en binnenste gedeelte (hersenmerg).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat de hersenschors?

A

Grijze stof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat gebeurt er in de hersenschors?

A

Verwerking van impulsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een hersencentrum?

A

Een plek in de hersenen waar een groep schakelcellen met dezelfde functie liggen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem een centrum voor een specifieke functie.

A

Gezichtscentrum, gehoorcentrum, reukcentrum, bewegingscentra.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat bepaalt de soort waarneming die je ervaart?

A

De plaats in de schors waar de impuls aankomt en wordt verwerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de functie van de frontaalkwab?

A

Logisch nadenken en handelen (cognitie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is impulscontrole?

A

Denken voordat je iets doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is emotieregulatie?

A

Rustig blijven in moeilijke situaties.

20
Q

Wanneer is de frontale kwab volgroeid?

A

Tussen het 20e en 26e levensjaar.

21
Q

Wat is de functie van het limbisch systeem?

A

Verantwoordelijk voor emoties, geheugen, leren, motivatie en seksueel gedrag.

22
Q

Wat zijn de gevolgen van de onbalans tussen het limbisch systeem en de frontale kwab in de puberteit?

A

Invloed op hoe je je voelt en gedraagt.

23
Q

Wat regelt het autonome zenuwstelsel?

A

Het autonome zenuwstelsel regelt processen waar je je niet bewust van bent, zoals de werking van inwendige organen, hartslag, hormoonstelsel, bloeddruk en ademhaling.

24
Q

Wat maakt het animale zenuwstelsel mogelijk?

A

Het animale zenuwstelsel maakt bewuste bewegingen mogelijk en zorgt voor bewustwording via motorische zenuwen.

25
Wat zijn de twee delen van het autonome zenuwstelsel?
* Orthosympatisch deel * Parasympatisch deel
26
Wat doet het orthosympatisch zenuwstelsel?
Het orthosympatisch zenuwstelsel stuurt het lichaam aan bij verwachte activiteit.
27
Wat is de functie van het parasympatisch zenuwstelsel?
Het parasympatisch zenuwstelsel zorgt voor herstel en rust in het lichaam.
28
Wat zijn prikkels?
Prikkels zijn invloeden uit de omgeving die waargenomen kunnen worden.
29
Wat zijn de twee soorten prikkels?
* Uitwendige prikkels * Inwendige prikkels
30
Wat zijn uitwendige prikkels?
Uitwendige prikkels zijn prikkels die van buiten het lichaam komen, zoals licht, geluid, geur, smaak, kou en warmte.
31
Wat zijn inwendige prikkels?
Inwendige prikkels zijn prikkels die vanuit het lichaam zelf komen, zoals honger, dorst, pijn en hormonen.
32
Wat is het zintuigstelsel?
Het zintuigstelsel bestaat uit vijf organen die gespecialiseerd zijn in het waarnemen van prikkels.
33
Wat is een adequate prikkel?
Een adequate prikkel is een prikkel waar een zintuig(cel) het gevoeligst voor is.
34
Wat doen zintuigcellen?
Zintuigcellen nemen prikkels waar en vertalen deze in elektrische signalen, die impulsen worden genoemd.
35
Wat is gedrag?
Gedrag is alles wat een mens of dier doet, vaak als reactie op een prikkel.
36
Wat vormt het centrale zenuwstelsel?
Het centrale zenuwstelsel bestaat uit de grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en het ruggenmerg.
37
Wat is het perifere zenuwstelsel?
Het perifere zenuwstelsel omvat alle zenuwen die impulsen vervoeren van en naar organen.
38
Wat zijn sensorische zenuwen?
Sensorische zenuwen vervoeren impulsen van zintuigcellen naar het centrale zenuwstelsel.
39
Wat zijn motorische zenuwen?
Motorische zenuwen vervoeren impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren.
40
Wat zijn schakelcellen?
Schakelcellen geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel en vormen de schakel tussen sensorische en motorische zenuwcellen.
41
Wat is de rol van de hersenen bij waarnemen?
De hersenen bepalen wat je waarneemt en of dit bewust of onbewust gebeurt.
42
Vul in: De zenuwen bestaan uit een bundel van _______.
[zenuwcellen]
43
Wat is een neuron?
Een neuron is een ander woord voor zenuwcel.
44
Wat zijn de kenmerken van sensorische zenuwcellen?
Sensorische zenuwcellen hebben één lange dendriet en een kort axon.
45
Wat zijn de kenmerken van motorische zenuwcellen?
Motorische zenuwcellen hebben veel dendrieten en lange axonen.
46
Wat is de functie van schakelcellen in het zenuwstelsel?
Schakelcellen zijn belangrijk voor de verwerking van impulsen en hebben geen uitlopers buiten het centrale zenuwstelsel.