frans bldz 92/93 Flashcards
(160 cards)
1
Q
la glace
A
het ijsje
2
Q
het ijsje
A
la glace
3
Q
le café
A
de koffie
4
Q
de koffie
A
le café
5
Q
la table
A
de tafel
6
Q
de tafel
A
la table
7
Q
bon
A
lekker
8
Q
lekker
A
bon
9
Q
cher
A
duur
10
Q
duur
A
cher
11
Q
je prends
A
ik neem
12
Q
ik neem
A
je prends
13
Q
je voudrais
A
ik zou graag willen
14
Q
ik zou graag willen
A
je voudrais
15
Q
ça coute
A
het kost
16
Q
het kost
A
ça coute
17
Q
tu peux
A
jij kunt
18
Q
jij kunt
A
tu peux
19
Q
venir
A
komen
20
Q
komen
A
venir
21
Q
préférer
A
liever hebben
22
Q
liever hebben
A
préférer
23
Q
détester
A
een hekel hebben aan
24
Q
een hekel hebben aan
A
détester
25
adorer
dol zijn op
26
dol zijn op
adorer
27
arriver
aankomen
28
aankomen
arriver
29
téléphoner
bellen
30
bellen
téléphoner
31
d'accord
oke
32
oke
d'accord
33
donc
dus
34
dus
donc
35
et
en
36
en
et
37
aussi
ook
38
ook
aussi
39
pour moi
voor mij
40
voor mij
pour moi
41
l'entree
het voorgerecht
42
le plat principal
het hoofdgerecht
43
le dessert
het nagerecht
44
la soupe
de soep
45
la salade
de salade
46
le légume
de groente
47
la viande
het vlees
48
le poisson
de vis
49
le poulet
de kip
50
les frites
de frietjes
51
la pizza
de pizza
52
la crêpe
de pannenkoek
53
l'eau
het water
54
le thé
de thee
55
le lait
de melk
56
bon appétit
eet smakelijk
57
le restaurant
het restaurant
58
manger
eten
59
préparer
voorbereiden
60
ouvert
open
61
het voorgerecht
l'entree
62
het hoofdgerecht
le plat principal
63
het nagerecht
le dessert
64
de soep
la soupe
65
de salade
la salade
66
de groente
le légume
67
het vlees
la viande
68
de kip
le poulet
69
de vis
le poisson
70
de frietjes
les frites
71
de pizza
la pizza
72
de pannenkoek
la crêpe
73
het water
l'eau
74
de thee
le thé
75
de melk
le lait
76
eet smakelijk
bon appétit
77
het restaurant
le restaurant
78
eten
manger
79
voorbereiden
préparer
80
open
ouvert
81
l'enfant
het kind
82
le (super)marche
de (super)markt
83
la plage
het strand
84
le rendez-vouz
de afspraak
85
le probleme
het probleem
86
demain
morgen
87
célèbre
beroemd
88
important(e)
belangrijk
89
maintenant
nu
90
j'ai besoin de
ik heb nodig
91
aider
helpen
92
chercher
zoeken
93
trouver
vinden
94
regarder
kijken naar
95
aimer
houden van
96
mais
maar
97
avec
met
98
beaucoop
veel
99
toujours
altijd
100
combien
hoeveel
101
het kind
l'enfant
102
de (super)markt
le (super)marche
103
het strand
la plage
104
de afspraak
le rendez-vouz
105
het probleem
le problème
106
morgen
demain
107
célèbre
beroemd
108
belangrijk
important(e)
109
nu
maintenant
110
ik heb nodig
j'ai besoin de
111
helpen
aider
112
zoeken
chercher
113
vinden
trouver
114
kijken naar
regarder
115
houden van
aimer
116
maar
mais
117
met
avec
118
veel
beaucoop
119
altijd
toujours
120
hoeveel
combien
121
le magasin
de winkel
122
la copine
de vriendin
123
de vriendin
la copine
124
le copain
de vriend
125
la boulangerie
de bakkerij
126
le croissant
de croissant
127
la baguette
het stokbrood
128
le fromage
de kaas
129
le sac
de tas
130
nouveau, nouvelle
nieuw
131
souvent
vaak
132
acheter
kopen
133
demander
vragen
134
faire les courses
boodschappen doen
135
j'ai faim
ik heb honger
136
j'ai soif
ik heb dorst
137
parce que
omdat
138
trente
dertig
139
quarante
veertig
140
cinquante
vijftig
141
soixante
zestig
142
de winkel
le magasin
143
de vriend
le copain
144
de bakkerij
la boulangerie
145
de croissant
le croissant
146
het stokbrood
la baguette
147
de kaas
le fromage
148
de tas
le sac
149
nieuw
nouveau, nouvelle
150
vaak
souvent
151
kopen
acheter
152
vragen
demander
153
boodschappen doen
faires les courses
154
ik heb honger
j'ai faim
155
ik heb dorst
j'ai soif
156
omdat
parce que
157
dertig
trente
158
veertig
quarante
159
vijftig
cinquante
160
zestig
soixante
