biologie 2.3 Flashcards
(11 cards)
embryo
het klompje cellen de eerste acht weken na de bevruchting.
klievingsdelingen
De eerste celdelingen die plaatsvinden na de bevruchting, hierbij neemt het volume van de zygote niet toe.
foetus
de naam van het embryo na acht weken en de aanleg van de meeste organen.
embryonale (pluripotente) stamcellen
kunnen zich ontwikkelen tot alle typen cellen zowel van de baby als de chorioncellen en de placenta.
multipotente stamcellen
Deze stamcel kunnen meer dan twee, maar niet alle soorten cellen maken. Deze cellen zijn meestal onderdeel van het weefsel waarvan de stamcel ook deel van uitmaakt.
bipotenten stamcellen
Deze stamcellen kunnen maar twee typen cellen maken. Vaak orgaan specifiek.
Unipotenten stamcellen
Deze stamcellen kunnen maar één soort cel maken. (voorbeeld is een spermatoganiale stamcel.)
celdifferentiatie
De beinvloeding van cellen door het afgeven van chemische stoffen door andere cellen wat leidt tot verschillen in vorm en functie van de cellen.
apoptose
geprogrammeerde celdood
adolescentie
levensfase waarin een mens emotioneel volwassen wordt.
de overgang
de voorraad follikels in de eierstokken neemt af, waardoor een vrouw uiteindelijk minder oestrogeen maakt. begint tussen de 40 en 60 jaar, hierna kan een een vrouw niet meer zwanger worden.