biologie 3.1 Flashcards
(13 cards)
fenotype
Alle waarneembare eigenschappen van een individu
genotype
De informatie van alle erfelijke eigenschappen van een individu
autosomen
Een chromosoom dat geen geslachtschromosoom is, de mens heeft 22 paar autosomen.
geslachtschromosomen
deze chromosmen bepalen het geslacht van het individu (xx vrouw) (xy man).
homologe chromosomen
Twee chromosomen van een paar die gelijk zijn in lengte en vorm.
gen
Deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen.
genoom
Alle DNA moleculen in een cel noem je het genoom van een organisme.
allel
Een variatie in de nucleotidenvolgorde van een gen.
genexpressie
Bij een gen wat aanstaat komt de eigenschap tot uiting in het fenotype.
homozygoot
Twee allelen die hetzelfde zijn voor een erfelijke eigenschap
heterozygoot
Twee allelen die verschillen voor een erfelijke eigenschap
dominant allel
Een dominant allel komt altijd tot uiting in het fenotype
recessief allel
Dit allel komt alleen tot uiting in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is.