Bloed en bloedcelvorming Flashcards

(37 cards)

1
Q

Welk type leukocyt heeft als belangrijkste functie het reguleren van de bloedstroom in capillairen door het vrijmaken van histamine en andere vasoactieve stoffen?

A

mestcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk celtype (zo algemeen mogelijk) zorgt voor de adaptieve afweer?

A

lymfocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke typen T-lymfocyten kunnen hulp geven bij antistofvorming, macrofagen stimuleren en afweerreacties remmen?

A

CD4+ T lymfocyten of T helper lymfocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk type leukocyt heeft als belangrijkste functie het doden van parasitaire wormen?

A

eosinofiele granulocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk type lymfocyt zorgt voor de productie van antistoffen?

A

B lymfocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 5 klassen (isotypen) van antistoffen zijn er?

A
  • IgM
  • IgD
  • IgG
  • IgA
  • IgE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Wat is de vroegste morfologisch herkenbare voorlopercel van de erytrocytaire reeks?
  2. En welke komt daarna?
A
  1. pro-erytroblast
  2. basofiele erytroblast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bloed is een bijzonder bindweefsel, waarin de 4 componenten van bindweefsel ook aanwezig zijn.

Wat zijn de 4 componenten waaruit elk bindweefsel is opgebouwd?

A
  • cellen
  • vezels
  • tussenstof
  • weefselvloeistof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe worden de receptoren genoemd die aanwezig zijn op cellen van de innate afweer, en die zorgen voor herkenning van pathogenen?

A

PRR: pattern recognition receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van welk celtype betekent de naam letterlijk ‘grote eter’?

A

macrofaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke twee typen leukocyt zijn in een bloeduitstrijk van een gezond persoon het minst in frequentie aanwezig?

A
  • eosinofiele granulocyt
  • basofiele granulocyt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het belangrijkste effectormechanisme van de innate immuunrespons?

A

fagocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Van welke typen leukocyten is fagocytose de belangrijkste functie?

A
  • (neutrofiele) granulocyt
  • monocyt / macrofaag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wat is de vroegste morfologisch herkenbare voorlopercel van de granulocytaire reeks?
  2. En welke komt daarna?
A
  1. myeloblast
  2. promyelocyt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de bloedgroep van een universele (rode bloedcel-)ontvanger?

A

bloedgroep AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt antigeen aan T-cellen gepresenteerd?

A

In de vorm van antigene peptiden gebonden aan MHC-moleculen (bij de mens heten deze HLA-moleculen)

17
Q

Welk type T-lymfocyt is verantwoordelijk voor het doden van virusgeïnfecteerde cellen?

A

CD8+ T lymfocyt of cytotoxische T lymfocyt

18
Q

Welk type leukocyt zal in de bloedbaan verhoogd aanwezig zijn, in geval van een bacteriële infectie?

A

neutrofiele granulocyt

19
Q

Wat is een andere naam voor rode bloedcel?

A

erytrocyt (erythros (Gr.) = rood)

20
Q

Vanaf welk stadium in de ontwikkeling van de granulocytaire reeks is zichtbaar of de cel zal differentiëren tot neutrofiele, basofiele of eosinofiele granylocyt?

A

het stadium van de myelocyt; gesproken wordt over de neutrofiele, basofiele of eosinofiele myelocyt

21
Q

Zijn rijpe bloedcellen i.h.a. groter of kleiner dan onrijpe bloedcellen?

A

kleiner

onrijpe bloedcellen zijn relatief groot

22
Q

Tot welke celtypen kan een monocyt differentiëren?

A

macrofaag en dendritische cel

23
Q

Wat is de bloedgroep van een universele (rode bloedcel-)donor?

24
Q

Uit welke voorlopercel ontstaan trombocyten?

25
Wat is een andere naam voor witte bloedcel?
leukocyt (leukos (Gr.) = wit)
26
Hoe wordt de afweer genoemd die meteen vanaf de geboorte aanwezig is?
innate of aangeboren afweer
27
Welke celtypen zie je in deze bloeduitstrijk?
* erytrocyten * lymfocyten (ook zie je trombocyten, maar dat zijn celfragmenten)
28
Welk type leukocyt is bij gezonde mensen het grootst in aantal?
neutrofiele granulocyt
29
Is de aanwezigheid van nucleoli een kenmerk van een rijpe of onrijpe bloedcel?
van een onrijpe bloedcel
30
Er zijn drie typen granulocyten. Welk type granulocyt komt in het bloed het meest voor?
neutrofiele granulocyt
31
Welke afweer kan na infectie levenslang geheugen opleveren tegen re-infecties met hetzelfde pathogeen?
adaptieve afweer
32
Wat is een andere naam voor bloedplaatje?
trombocyt
33
Heb je suggesties voor vragen die aan deze set kunnen worden toegevoegd? Mail ze naar: s.vanblokland@erasmusmc.nl
Alvast bedankt!
34
Welke cellen hebben een hogere proliferatieve activiteit, hemopoietische stamcellen of voorlopercellen?
voorlopercellen hebben een hogere proliferatieve activiteit, stamcellen hebben een zeer lage proliferatieve activiteit
35
Hoe wordt de afweer genoemd die immunologisch geheugen oplevert?
adaptieve of verworven afweer
36
Bij welk proces spelen trombocyten een essentiële rol?
bloedstolling
37
Noem twee organen waar antigeenpresenterende cellen en lymfocyten op zo’n manier bij elkaar worden gebracht, dat de kans dat een antigeen wordt herkend, zo groot mogelijk is.
* lymfeklieren * milt * (ook goed: tonsillen, platen van Peyer, maar voert voor nu te ver)