Boek 3 hoofdstuk 1

Question 1

Moclobemide

Answer 1

Selectieve, reversiebele MAO-A inhibitor

Question 2

Tricyclische antidepressiva TCA zijn afgeleid van

Answer 2

imipramine

Question 2

Clomipramine

Answer 2

TCA

Question 3

Amitriptyline

Answer 3

TCA

Question 4

Selectieve serotonine reuptake inhibitoren namen (5)

Answer 4

• Fluvoxamine
• Paroxetine
• (Es) citalopram
• Sertraline
• Fluoxetine

Question 5

Fluvoxamine

Answer 5

SSRI

Question 6

Paroxetine

Answer 6

SSRI

Question 7

(Es) citalopram

Answer 7

SSRI

Question 8

Sertraline

Answer 8

SSRI

Question 9

Fluoxetine (prozac)

Answer 9

SSRI

Question 10

Selectieve noradrenaline reuptake inhibitoren

Answer 10

• Reboxetine
• Atomoxetine

Question 11

Reboxetine

Answer 11

Selectieve noradrenaline reuptake inhibitoren
-> enige dat als antidepressivum w gebruikt

Question 12

Atomoxetine

Answer 12

Selectieve noradrenaline reuptake inhibitoren
-> niet als antidepressivum gebruikt
-> ADHD & narcolepsie

Question 13

Dual reuptake inhibitor

Answer 13

• Venlafaxine
• Duloxetine

Question 14

Venlafaxine

Answer 14

Dual reuptake inhibitor

Question 15

Duloxetine

Answer 15

Dual reuptake inhibitor

Question 16

Noradrenaline en dopamine reuptake inhibitor

Answer 16

Bupropion

Question 17

Bupropion

Answer 17

Noradrenaline en dopamine reuptake inhibitor
-> antidepressivum
-> hulpmiddel bij rookstop
(-> + naltrexon bij obestitas)

Question 18

Mianserine

Answer 18

Blokkeren van presynaptische alfa 2 receptoren. Ook potente antihistaminerge werking waardoor sederend.

Question 19

Mirtazapine

Answer 19

Antagonist van presynaptische alfa 2 receptor en postsynaptische serotonine en histamine H1 receptor.
- antidepressivum
- slaap verbeteren
- eetlust

Question 20

Trazodon

Answer 20

Blokkeren 5-HT 2A en alfa 1 receptoren.
- bijna niet meer als antidepressivum
- doorslapen

Question 21

Agomelatine

Answer 21

melatonerge agonist en 5-HT 2C antagonist

Question 22

Vortioxetine

Answer 22

antidepressivum met multimodaal werkingsmechanisme

Question 23

Esketamine

Answer 23

Niet selectieve, niet competitieve, antagonist van N-methyl-D-aspartaat NMDA receptor. Zorgt voor transiënte toename van glutamaatvrijzetting.
Gebruikt bij majeure depressie die resistent is aan behandeling.
Vaak samen met SSRI en SNRI.
Toegediend als nasale spray.
Bijwerkingen:
- hypertensie
- abusus
- dissociatie

Question 24

Sint-Janskruid (hypericum perforatum)

Answer 24

Bij milde tot matige depressieve klachten. Inductor van CYP3A4, CYP2A9, CYP2A19 en P-gp. Hierdoor: - doorbraakbloedingen - ongewenste zwangerschappen - werkzaamheid van vit K antagon daalt

Question 25

Antidepressiva indicaties

Answer 25

- matige tot ernstige depressie - obsessief compulsieve stoornis OCD (SSRI en clomipramine) - paniekstoornis en gegeneraliseerde angststoornis (GAD) - posttraumatische stress syndroom PTSD - chronische/neuropathische pijn (duloxetine en amitriptyline) - eetstoornissen (anorexia en boulimia nervosa) - fibromyalgie - menopauzale warmteopwellingen en premenstrueel syndroom (SSRI) - preventie van migraine (amitriptyline) - bij bepaalde gedrags- of psychiatrische symptomen van dementie

Question 26

Antidepressivumdiscontinuiteitssyndroom ADS symptomen

Answer 26

Bij plots stoppen van AD krijg je onttrekkingssymptomen: - misselijkheid - duizeligheid - anorexie - lethargie - tremor - hoofdpijn

Question 27

Antidepressivum associatie met

Answer 27

- ander antidepressivum (oppassen) - lithiumzouten - atypisch neurolepticum (olanzapine)

Question 28

Bijwerkingen van antidepressiva

Answer 28

- Seksuele stoornissen - Zweten - Beven - Convulsies bij associatie andere middelen die convulsies ku uitlokken - Serotoninesyndroom - Verhoogd suiciderisico

Question 29

Bijwerkingen TCA

Answer 29

- Anticholinerg, antihistaminerg, antiadrenerge bijwerkingen - Cardiotoxiciteit: QT verlenging - Excessief zweten - Gewichtstoename - Allergische reacties: agranulocytose, leukopenie, eosinofilie, fotosensitisatie

Question 30

Bijwerkingen Mianserine, Mirtazapine, Trazodon

Answer 30

Sterk sederend effect door blokkering H1 R -> vooral bij depressie met angst en slaapstoornissen Mianserine en mirtazapine: gewichtstoename Trazodon: priapisme

Question 31

Bijwerkingen SSRI

Answer 31

- GI: braken, diarree, misselijkheid - Bloedingen: dermaal en mucosaal vooral in combi met anti-aggregantia (bv. NSAID) - Mentale stoornissen: angst, rusteloosheid, slapeloosheid - Extrapyramidale verschijnselen: akathisie, beven, parkinsonisme - Hyponatremie: vooral bij ouderen en in combi met diuretica, NSAID of carbamazepine - QT interval verlenging door citalopram en escitalopram

Question 32

Bijwerkingen SNRI

Answer 32

Venlafaxine: amfetamine achtig stimulerend effect, hierdoor afhankelijkheid Voor derest zelfde bijwerkingen als SSRI

Question 33

Contra-indicaties TCA

Answer 33

- Nauwe kamerhoekglaucoom - Prostaathypertrofie - Reflux oesophagitis - Hartafwijkingen - Recent MI