Boek 4 hoofdstuk 1 & 2

Question 1

Dorzolamide

Answer 1

Koolzuuranhydrase inhibitor (sulfonamide derivaten) voor de behandeling van open hoek glaucoom via oogdruppels.

Question 2

Acetazolamide

Answer 2

Koolzuuranhydrase inhibitor (sulfonamide derivaten).

Question 3

Thiaziden diuretica (3 namen)

Answer 3

• Hydrochloorthiaziden
• Chloortalidon
• Indapamide
  -> afgeleid van sulfonamiden

Question 4

Lis diuretica (3 namen)

Answer 4

• Furosemide
• Bumetanide
• Torasemide
  -> afgeleid van sulfonamiden

Question 5

Spirinolacton

Answer 5

K sparend diureticum, werkt als competitieve antagonist van aldosteron. Wordt geïnactiveerd in de lever en het duurt enkele dagen voor het volledig therapeutisch effect heeft. Inhibeert de Na opname en de K secretie.

Question 6

Eplerenon

Answer 6

K sparend diureticum, dat de binding van aldosterone verhindert. Het is een antagonist. Het is een relatief zwak diureticum.

Question 7

Amiloride

Answer 7

K sparend diureticum, dat Na reabsorptie door ENaC inhibeert.

Question 8

Mannitol

Answer 8

Osmotisch diureticum.

Question 9

Nitroprusside

Answer 9

Vasodilatator bij hypertensieve crisis

Question 10

Hydralazine

Answer 10

Vasodilatator voor hypertensie

Question 11

Clonidine

Answer 11

Centraal werkende antihypertensiva

Question 12

Alfa-methyldopa

Answer 12

Centraal werkende antihypertensiva

Question 13

Atenolol

Answer 13

Beta 1 selectieve blokker voor behandeling hypertensie

Question 14

Metoprolol

Answer 14

Beta 1 selectieve blokker voor behandeling hypertensie

Question 15

Acebutolol

Answer 15

Beta 1 selectieve blokker voor behandeling hypertensie

Question 16

Propranolol

Answer 16

Niet selectieve beta antagonisten voor behandeling van hypertensie

Question 17

Labetalol

Answer 17

Beta blokker met alfa blokkerende activiteit voor behandeling van hypertensie

Question 18

Fosinopril

Answer 18

ACE inhibitor die niet via de nier wordt uitgescheiden

Question 19

Alle namen die eindigen op -pril

Answer 19

ACE inhibitoren

Question 20

Alle namen die eindigen op -sartan

Answer 20

Sartanen of Angiotensine II receptor antagonisten ARBs

Question 21

Dihydropyridines

Answer 21

Klasse van Ca kanaal blokkers, blokkeren Ca kanalen in gladde spieren bij concentraties waarbij nog geen significant cardiaal effect optreedt, hierdoor minder deprimerend effect op hart. Bv nifedipine en nimodipine.

Question 22

Nifedipine indicaties

Answer 22

Hypertensie & angor

Question 23

Nifedipine bijwerkingen

Answer 23

• Hypotensie
• Duizeligheid
• Flushing
• Oedeem onderste ledematen
• Milde reflextachycardie

Question 24

Nifedipine contra-indicaties

Answer 24

Geen gegevens bekend

Question 25

Diltiazem indicaties

Answer 25

- Angor - Hypertensie - Supraventriculaire tachycardie - Voorkamer flutter - Voorkamer fibrillatie

Question 26

Diltiazem bijwerkingen

Answer 26

- Hypotensie - Oedeem onderste ledematen - Bradycardie - Myocarddepressie

Question 27

Diltiazem contra-indicaties

Answer 27

- Gestoorde AV of SA geleiding - Ventrikel tachycardie - Linkerventrikelfalen

Question 28

Verapamil indicaties

Answer 28

- Angor - Hypertensie - Supraventriculaire tachycardie - Voorkamer flutter - Voorkamer fibrillatie - post-MI als beta blokkers tegenaangewezen

Question 29

Verapamil bijwerkingen

Answer 29

- Hypotensie - Myocard depressie - Bradycardie - Oedeem onderste ledematen - Hartfalen - Obstipatie

Question 30

Verapamil contra-indicaties

Answer 30

- Gestoorde AV of SA geleiding - Ventrikel tachycardie - Linkerventrikelfalen

Question 31

Nitroprusside: wat doet het & bijwerkingen (enkel IV)

Answer 31

Dilateert arteriolen en venen. Vrijzetting van NO. Heeft een snel en kortdurend effect. Continue invasieve monitoring van bloeddruk nodig. Als geen hartfalen: daling BD door een daling van de perifere weerstand Als wel hartfalen (met lage output): toename hartdebiet toe door een vermindering nabelasting. Lichtgevoelige oplossing Mogelijke toxiciteit door accumulatie van cyanide (vooral bij nierfunctiebeperking)

Question 32

Nitroprusside indicaties

Answer 32

- Acuut hartfalen - Hypertensieve urgentie

Question 33

Clonidine werking

Answer 33

Alfa 2 agonist, vermindert de output van CZS naar orthosympatisch ZS. Mogelijk ook binding aan centrale imidazolinereceptor.

Question 34

Clonidine bijwerkingen

Answer 34

- Droge mond - Sedatie - Bradycardie - Withdrawal reactions (NOOIT plots stoppen)

Question 35

Alfa 1 blokkers gebruik als antihypertensivum

Answer 35

Niet aanbevolen, enkel bij feochromocytoom en hypertensieve urgenties.